Translate

dinsdag 11 maart 2014

De wereld zit te diep in het rood

"Er bestaat geen enkele mogelijkheid om de definitieve implosie te vermijden van een bubbel  die ontstaan is door kredietexpansie.  De vraag is alleen of de crisis zich eerder vroeg zal  manifesteren door het vrijwillig opgeven van de kredietuitbreiding, dan wel op een later tijdstip via een definitieve en totale ineenstorting van het valutasysteem."

Dit citaat van Ludwig von Mises (1881 - 1973), een van de grondleggers van de Oostenrijkse economische school, vat uitstekend de precaire situatie samen waarin vooral de westerse wereld zich momenteel bevindt.

Bekende instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds, het prestigieuze managementbureau Mc Kinsey en de Franse grootbank Société Générale zijn de afgelopen jaren allemaal tot de vaststelling gekomen dat er een ernstig internationaal schuldenprobleem is ontstaan.

Volgens een recente studie door economen van de Nederlandse bank ING bedraagt de wereldwijde schuld (overheidsschulden, schulden van gezinnen/bedrijven plus de schulden van de financiële sector) maar liefst 213.300 miljard dollar (einde 2012) of 313% van het wereldwijde bruto binnenlands product (BBP).  Opgelet : vermits een belangrijk deel van de staatsschulden op de balansen van banken geparkeerd staat, zit er in deze cijfers dus wel een gedeeltelijke overlapping.  Anderzijds zijn de toekomstige schuldverplichtingen (sociale zekerheidsuitgaven zoals pensioenen) niet in deze berekening opgenomen.
Voor meer uitleg over dit laatste : zie mijn artikel 'Het einde van de zekerheid'.

Kyle Bass, de bekende hefboomfondsmanager, heeft becijferd dat de wereldschuld tussen 2002 en 2012 maar liefst verdrievoudigd is en dit met een gemiddelde jaarlijkse stijging van zegge en schrijve 11% (zie onderstaande tabel).


Bron :  IMF, BIB


Het wereldBBP bedroeg in 2012 iets minder dan 72.000 miljard dollar.  De jaarlijkse wereldgroei situeert zich de laatste jaren rond de 3 à 3,5%.

Stel uzelf de volgende vraag : hoe kan een globale economie van 72.000 miljard dollar met een jaargroei van 3 à 3,5% (waarbij het zeer de vraag is of een dergelijk resultaat in de nabije toekomst haalbaar zal zijn) een schuldtotaal van 220.000 miljard dollar ooit terugbetalen als diezelfde schuldenberg telkens 11% groter wordt ?! 
Een kind kan begrijpen dat dit volstrekt onmogelijk is ...

De totale schuld als % van de wereldeconomie BLIJFT trouwens stijgen en overtreft het vorige hoogtepunt van 1945, na de Tweede Wereldoorlog.

Laat ons eens veronderstellen dat de gemiddelde rentevoet in 2014 naar 5% zou opklimmen. Dat zou betekenen dat de jaarlijkse intrestlast oploopt tot 11.000 miljard dollar (van 220.000 miljard).  Het jaarlijkse BBP laten we hypothetisch stijgen tot 74.000 miljard dollar (72.000 + 3,5% economische groei).  
De totale intrestkost van 11.000 miljard zou dan maar liefst 14,8% van het wereldBBP (74.500 miljard) bedragen !  En dat zonder rekening te houden met de jaarlijkse schuldvergroting van 11%.  En dat in de wetenschap dat nieuwe overheidsuitgaven in deze hypothetische situatie volkomen uit den boze zijn ...

Vanuit deze optiek wordt het ook volkomen begrijpelijk waarom de centrale banken er alles aan doen om de rentevoeten zo laag mogelijk te houden : het wereldwijde financieel-economische systeem kan simpelweg geen NORMALE rentevoeten meer aan ...

Een van de unieke aspecten van dit schuldenmoeras is dat het voornamelijk de westerse economieën zijn die zich aan een kredietorgie hebben bezondigd.  Uit de volgende grafiek blijkt dat het BBP van de ontwikkelde landen tussen 1994 en 2012 verdubbeld is.  In diezelfde periode hebben hun schulden zich echter verdrievoudigd !


    Brutoschulden van de ontwikkelde landen, geïndexeerd 1994
        Bron : IMF, berekeningen van Carsten Englert


Zoals daarnet ook vastgesteld, heeft de schuldenindex zich vooral vanaf 2002 beginnen losmaken van het BBP. Het is eveneens in die periode dat de Amerikaanse centrale bank (de Federal Reserve Bank - Fed) haar basisrente stelselmatig heeft verlaagd.  In 2009, na het losbarsten van de financiële crisis, werd de loskoppeling schulden/BBP steeds breder.  De centrale banken, onder aanvoering van de Fed, duwden toen hun rentevoeten nog verder naar beneden terwijl de westerse overheden nieuwe schulden aangingen om hun financiële instellingen en economieën te ondersteunen.
De gevolgen van een al te lakse monetaire politiek zijn onmiskenbaar.

China, dat zich inmiddels heeft opgewerkt tot de tweede grootste economie van de planeet, heeft een essentiële rol gespeeld in de hernieuwde groei van de wereldeconomie na de crash van 2008.  Aangemoedigd door de Amerikaanse regering lanceerden de Chinese bewindvoerders toen een groots stimuleringsprogramma.
Chinese statistieken zijn echter even transparant als een Kretenzisch labyrint en daarom bestaat er onder analisten nogal wat controverse over de juiste schuldenomvang (lees kredietbubbel) van de Chinese economie.

De gerenommeerde financiële blogger Mish Shedlock denkt er het zijne van : 
"De Chinese schulden, uitgedrukt als aandeel in het BBP, zijn in een zeer snel tempo gestegen, a rato van ongeveer 15% per jaar.  Sinds 2008 zijn ze van ongeveer 125% van het BBP opgeklommen naar 200%.  De meeste mensen hebben weet van de kredietboom die in China heeft plaatsgevonden, maar niemand is op de hoogte van de ware omvang. Toen het in 2008 allemaal begon, was de Chinese banksector ongeveer 10.000 miljard dollar groot.  Vandaag spreken we over 24.000 à 25.000 miljard dollar.
Die aangroei van 14 à 15.000 miljard dollar is het equivalent van de ganse omvang van de Amerikaanse commerciële banksector, waarvan de opbouw meer dan een eeuw in beslag nam. Dit betekent dat China het gehele Amerikaanse systeem binnen een tijdsspanne van een half decennium heeft gekopieerd.
De lessen van de financiële geschiedenis voorzien geen uitzondering : het ontlenen op een dergelijk grote schaal zal tot gevolg hebben dat schuldenaren niet in staat zullen zijn om aan hun verplichtingen te voldoen en dit zal leiden tot grote verliezen voor de schuldeisers; de vraag is niet wanneer dit zal gebeuren maar wanneer en in welke mate."
Bron : 'China fooled the world (but it cannot last)'

Vele professionelen vrezen inderdaad dat de Chinese kredietbubbel de aanzet kan zijn tot een globale meltdown. De volgende grafische voorstelling toont aan dat sinds 2008 ook in China de schulden sneller groeien dan de economie :




De hiernavolgende tabel geeft ons een idee van de reële schuldensituatie van de belangrijkste westerse landen plus Japan (cijfers van 2012) :



Hogervermelde opmerkingen omtrent schuldenoverlapping staatsschulden/bankschulden en niet-voorziene vergrijzingskosten gelden ook voor deze tabel.
Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van denktank Itinera, meent dat een land een maximale gecombineerde schuldenlast van 240% (overheid, gezinnen en bedrijven) "mag" torsen.
Zelfs als deze zienswijze correct is, blijkt dat er toch nog behoorlijk wat leidende economieën deze drempel gepasseerd zijn of benaderen.


***

Welke mogelijkheden hebben landen nu om dergelijke belangrijke schuldenbergen weg te werken ?  Of minstens tot een behapbaar niveau terug te brengen ?  Grosso modo liggen een viertal wegen open.

Schulden afbouwen en (be)sparen.  Het tegelijk afbouwen van de private - en overheidsschulden kan enkel als een land een handelsoverschot realiseert (export groter dan import).  Maar hier stuiten we op een van de paradoxen van de wereldeconomie : niet ieder land ter wereld kan een netto-exporteur zijn, want de export van de ene is noodzakelijker-wijze de import van een ander ...  Belangrijke exportnaties zoals Duitsland en China dienen eigenlijk hun grote handelssurplussen af te bouwen.  Anders is het voor andere landen onmogelijk om hun schulden af te betalen door te besparen (Griekenland, Portugal en Spanje zien vreselijk af om hun economieën weer competitief te maken ...). 

Hogere economische groei realiseren.  Maar hoe kan zoiets lukken ?  Alle sleutelspelers van de wereldeconomie (USA, China, Japan en Europa) zitten serieus in het rood.  Onzekerheid over regeringsbeslissingen, oplopende (jeugd)werkloosheid, het tegenwoordige (en komende) leeglopen van allerlei bubbels (aandelen, vastgoed) en de verdere vergrijzing van de bevolking zijn niet van aard om de dalende vraag van consumenten nieuw leven in te blazen.  

Het herstructureren van de schulden.  Ligt eveneens zeer moeilijk en zou een tsunami door de financiële sector sturen.  De balansen van vooral de Europese banken (waar vele schuldtitels en allerlei leningen samengepakt zijn) ogen namelijk nog steeds bijzonder kwetsbaar.

Inflatie.  Wie in moeilijke tijden in de schuld zit, heeft geen behoefte aan een nieuw krediet.  De monetaire stimuli van de centrale banken leiden daardoor niet tot hogere inflatie.  De banken zijn, door hun kwetsbare balansen, ook minder happig om leningen toe te staan.  Het pure gelddrukken kán tot hyperinflatie leiden : denk maar aan hetgeen in de jaren '20  van de vorige eeuw in Duitsland is gebeurd.  Maar men ziet zoiets toch moeilijk gebeuren in de ontwikkelde landen waar de obligatiemarkten van overwegend belang zijn ter financiering van diezelfde overheden.  Hoe dan ook is het creëren van inflatie eerder een vorm van bedrog dan het aanbrengen van een structurele oplossing.


***

Het unieke van de crisis die we meemaken is dat alle leidende economieën met een zelfgemaakte schuldenhimalaya kampen en dat er geen land of groep landen in staat is om de wereldeconomie uit het slop te halen zoals de USA dat deed na WO II en China vanaf 2009.

Vooral hier in het westen leven we reeds decennia boven onze stand.
De oplopende kredietcyclus, die vooral vaart heeft genomen sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw en die de westerse wereld ongeëvenaarde welvaart heeft gebracht, zal nu onafwendbaar in omgekeerde richting gaan werken.   De problemen die zich vertoond hebben sinds 2008 zijn niet structureel aangepakt.  Men lost een schuldenproblematiek nu eenmaal niet op door nieuwe schulden te maken !  Want dit heeft een steeds lagere economische groei (absoluut noodzakelijk om schuld terug te betalen), een daling van het vermenigvuldigingseffect van geld (bedrijven/gezinnen ontlenen minder en banken zelf lenen minder geld uit - ook al vanwege hun kwetsbare balansen) en een daling van de omloopsnelheid van het geld tot gevolg. Waardoor er een absoluut negatieve spiraal op gang komt.

De schuldenafbouw is niet meer te ontwijken en een ernstige terugval van onze levensstandaard dus ook niet.  Op geen enkele wijze valt er nog te ontkomen aan verregaande saneringen, bezuinigingen en lastenverhogingen.  Nog meer falingen, ook van banken, zijn als het ware voorgeprogrammeerd.

Welke - pijnlijke - oplossingen kunnen we verwachten ? Er zijn verschillende mogelijkheden (die gecombineerd kunnen optreden) :
  • Het confisqueren van spaargeld (zie hier en hier)
  • Bail-ins : waarbij niet de belastingbetalers maar wel aan aandeelhouders, obligatiehouders en depositohouders gevraagd wordt op te draaien voor een mogelijk bankfaillissement
  • De creatie van een nieuwe wereldmunt

***

Het woord 'crisis' is oorspronkelijk afkomstig uit de Griekse taal en betekent letterlijk een tweesprong.  Eén afslag leidt naar verbetering en de andere zorgt ervoor dat de omstandigheden verslechteren.  In de geneeskunde is crisis een keerpunt, waarbij de patiënt achteruitgaat en uiteindelijk sterft, of beter wordt en in leven blijft.  Ook het Chinese karakter voor crisis bestaat uit twee delen : het linkerdeel betekent gevaar en het rechter symbool vertegenwoordigt kansen en mogelijkheden.


De komende nieuwe (schulden)crisis zal een hoop miserie veroorzaken.  Maar biedt ook een echte kans om diepgaande en duurzame veranderingen door te voeren in het wereldgeldsysteem.















vrijdag 7 februari 2014

Nadenken over de systeembanken

De systeembanken spelen een cruciale rol in de economie omwille van hun bijdrage tot het ontstaan en de instandhouding van geld- en investeringsstromen.

In het besef dat ze in het economisch circuit onmisbaar zijn, dienen de overheden hen te redden via een herkapitalisatie.

Ze zijn "too big to fail" want kunnen een domino-effect veroorzaken.

Het gevaar zit 'm in het feit dat ze onverantwoorde risico's gaan nemen in de wetenschap dat de overheden hen toch steeds zullen bijspringen.

Dit is het zogenaamde moreel risico ('moral hazard') : banken zullen trachten hun individuele belangen te maximaliseren ten nadele van de gemeenschap.
Sinds het losbarsten van de financiële crisis in 2008 heeft men echter verschillende maatregelen getroffen.

Denk maar aan de nieuwe bancaire Bazel III-regels die banken dwingen zich te herkapitaliseren en hen een beter liquiditeitsbeheer opleggen.  Daarenboven hebben ze hun eigen vermogen verhoogd om nieuwe schokken (verliezen op activa) beter op te vangen en er voor te zorgen dat de deposito's van hun klanten niet in gevaar komen.

Europa heeft ook een bankunie gecreëerd : de systeembanken zullen door de Europese Centrale Bank worden gesuperviseerd wat tot een beter prudentieel beleid moet leiden.  Anderzijds komt in het rapport Liikanen duidelijk naar voor dat een scheiding tussen zakenbanken en commerciële banken noodzakelijk is.

Tenslotte is Europa overgeschakeld van een bail-out clausule (het redden van de banken door de overheden) naar een bail-in systeem (bij een bankfaillissement dragen vanaf nu de depositohouders een deel van de verliezen).

Toch meen ik dat een bail-in eerder een 'bezwerende' dan een operationele functie heeft : wie gelooft dat miljoenen depositohouders verliezen zullen accepteren zonder de tussenkomst van de overheden ?
Bovendien : hoe organiseert men praktisch een bail-in met al die transnationale banken ?

Welke risico's in de banksector zijn er dan nog ?  Ze zijn talrijk want de bedrijfsvoering in een bank gaat intrinsiek en per definitie over het beheer van risico's.  De grootbanken zijn nog steeds systemisch : ingeval er problemen opduiken, zullen de nationale staten een helpende hand moeten uitsteken.  En vooral nu er zich een nieuwe golf van consolidaties aandient : na het terugschroeven van hun omvang zullen de banken zich waarschijnlijk willen versterken door het aangaan van fusies en overnames teneinde schaalvoordelen te creëren.

Nu is het zo dat overheidsschulden - waarin banken in belangrijke mate beleggen - als risicoloos beschouwd worden en nauwelijks (of geen enkele) dekking door eigen middelen benodigen.  Hiermee negeert men het risico van overheidsfalen, terwijl uit allerlei cijfergegevens blijkt dat dit systeemrisico wel degelijk aanwezig is (link).

De banken van bepaalde economieën blijven, omwille van de zwakke economische groei (Duitsland) en het uiteenspatten van vastgoedbubbels (Spanje, Nederland) zeer kwetsbaar.  De tests die de kwaliteit van de activa meten (AQR : Asset Quality Review) zullen ongetwijfeld de kwetsbaarheden van bepaalde instellingen aan het licht brengen.

Op dit ogenblik, en dat reeds sinds lang, zijn de rentevoeten zeer laag en is er veel liquiditeit beschikbaar. Maar als de rentestanden onverhoeds brutaal zouden omhooggaan, zullen de banken belangrijke verliezen incasseren.

Tot besluit : het moreel risico is afgenomen en het systeemrisico teruggebracht.  Toch blijven beide wel degelijk aanwezig.  Het werkelijke gevaar bestaat, volgens mijn intuïtie, in de abnormale verstrengeling tussen banken en overheden (de banken financieren de overheden die op hun beurt de bankdeposito's garanderen).
Want het volgende maakt de bail-in regels zo goed als waardeloos : hoe dichter een bank aanleunt bij een overheid, des te minder zullen de depositohouders het aanvaarden om te verarmen zonder een beroep te kunnen doen op diezelfde overheid.


Bron : blogs.lecho.be (Bruno Colmant) (vertaald en bewerkt)
















zaterdag 25 januari 2014

Is de opwarming van de aarde oplichterij ?

Op 8 maart 2007 werd de documentaire "The great global warming swindle", samengesteld door televisieproducer Martin Durkin, voor het eerst uitgezonden op de Britse zender Channel 4.   Deze reportage, waarbij nogal wat prominente wetenschappers aan het woord komen, gaat in tegen de tot op vandaag weinig gecontesteerde consensus dat de globale opwarming door de mens is veroorzaakt.
Als zodanig zou deze opwarmingstheorie wel eens de grootste fraude van onze tijd kunnen zijn.

De volgende specialisten worden in de film geïnterviewd :
Professor Syun-Ichi AKASOFU – Directeur International Arctic Research Centre
Professor Tim BALL – Afdeling Klimatologie, Universiteit van Winnipeg
Nigel CALDER – Voormalig redacteur New Scientist
Professor Ian CLARKE – Afdeling geowetenschappen, Universiteit van Ottawa
Dr. Piers CORBYN – Klimaatvoorspeller Weather Action
Professor John CRISTY – Leidend auteur IPCC (United Nations Intergovernmental Panel on Climate Change)
Paul DRIESSEN – Auteur van “Green Power, Black Death”
Professor Eigil FRIIS-CHRISTENSEN – Directeur Danish National Space Centre
Baron Nigel LAWSON of Blaby (UK)
Professor Richard LINDZEN – IPCC & M.I.T. (Massachusetts Institute of Technology)
Professor Patrick MICHAELS – Afdeling Milieuwetenschappen, Universiteit van Virginia
Patrick MOORE – Medeoprichter Greenpeace
Professor Paul REITER – IPCC & Pasteur Instituut, Parijs
Professor Nir SHAVIV – Instituut Natuurwetenschappen, Universiteit van Jeruzalem
James SHIKWATI – Econoom & Auteur
Professor Frederick SINGER – Voormalig directeur US National Weather Service
Dr. Roy SPENCER – Teamleider weersatelliet NASA
Professor Philip STOTT – Afdeling Biogeografie Universiteit van London
Professor Carl WUNSCH – Afdeling Oceanografie, Massachusetts Institute of Technology

Dit is de bewuste video (duur : 1 uur, met Nederlandstalige ondertitels)


maandag 2 december 2013

Het einde van de zekerheid

Mens en samenleving worden altijd geconfronteerd met onzekerheid. 
Onzekerheid is een rode draad die doorheen het leven is geweven.
Wie van ons heeft er nog nooit zorgen gehad omtrent gezondheid, werk, inkomen, relatie(s) ? 
Wie van ons wordt niet vroeger of later geconfronteerd met lijden, ziekte en dood ?
De welvaart van de maatschappij is nauw verweven met lokale en internationale conjunctuurbewegingen, met schommelingen van de financiële markten en met veranderingen op politiek en fiscaal vlak.  Natuurrampen en ongevallen kunnen bezit en vermogen in fracties van seconden vernietigen.

Er bestaan heel wat manieren om de onzekerheden van het leven het hoofd te bieden.  Via allerlei verzekeringen kunnen we ons bijvoorbeeld indekken tegen gebeurlijke calamiteiten.
Het regelmatig sparen is een andere aanpak om bescherming te zoeken tegen onvoorspelbaarheden.  In tijden van onzekerheid, zoals nu, stijgen de spaarvolumes snel.  Maar om effectief te kunnen sparen, om het inkomen van vandaag naar morgen te kunnen overdragen of om te kunnen verzekeren moet er "iets" zijn dat een stabiele waarde behoudt.  Vaak, maar niet altijd, waren dat overheidsobligaties.  De overheidsschuld bood zekerheid.  Daarom kochten - en kopen - banken ook veel overheidspapier.  Het was een goede manier om een solide onderpand voor de spaardeposito's te verwerven.

De overheid speelde nog een andere rol bij het aanpakken van financieel-economische instabiliteit.
Mogelijk een van de belangrijkste maatschappelijke verwezenlijkingen van na 1945 is dat de westerse overheden telkens ingegrepen hebben om zekerheid te bieden bij grote onzekerheden.
Denk hierbij aan de oliecrisis van de jaren '70, de technologiebubbel van het jaar 2000, 9/11, de bankencrisis van 2008 en de crisis in de eurozone.  En vergeten we vooral ook niet de uitgebreide sociale zekerheidssystemen die reeds vanaf de jaren '30 van de vorige eeuw tot nu door regeringen zijn uitgebouwd.

Niet dat iedere beslissing of tussenkomst altijd zo doordacht of efficiënt was, zeker niet.  Waarom kon de overheid telkens ingrijpen ?  Ze was daartoe in staat omdat ze als enige economische deelhebber nog schulden kon aangaan en op grote schaal middelen in beweging kon brengen.  En in goede tijden kon ze de belastingen verhogen en zo extra inkomen verwerven.

De overheid creëerde een behoorlijke mate van zekerheid.  De vrees is terecht dat dit vanaf nu zal veranderen.
De volgende tabel laat in dit verband aan duidelijkheid niets te wensen over :

            DE  ECHTE  EUROPESE  STAATSSCHULDEN  EINDE  2012 (in % BBP)
Expliciete Impliciete Totale Overheids- Reële
schulden schulden schulden beslag schuldgraad
1 Italië     121     -123    -251      51         - 4
2 Letland       43       -42          0      36           0
3 Estland         6         75       81      39       205
4 Polen       52        74     126      42       299
5 Duitsland       81        55     136      45       304
6 Bulgarije       16      160     176      36       490
7 Zweden       39      138     177      52       340
8 Portugal     108        73     181      47       382
9 Hongarije       81      109     190      49       390
10 Roemenië       33      234     267      37       730
11 Litouwen       38      264     303      36       839
12 Oostenrijk       72      242     315      52       609
13 Malta       71      253     324      43       747
14 Tsjechië       39      379     418      44       939
15 Frankrijk       86      356     442      57       781
16 Denemarken       47      396     442      59       743
17 Finland       49      420     469      57       829
18 Slovakije       43      506     549      38     1452
19 Nederland       65      499     565      50     1121
20 Gr- Brittannië       88      550     639      48     1334
21 België       98      558     655      55     1191
22 Slovenië       47      620     667      48     1387
23 Cyprus       71      764     835      46     1800
24 Spanje       69      735     805      48     1684
25 Griekenland     171      720     891      54     1662
26 Luxemburg       18    1209   1228      44     2772
27 Ierland     106    1271   1378      43     3235
Bronnen : Stiftung Marktwirtschaft Berlijn, Eurostat, eigen berekeningen

Expliciete schulden : de cijfers in de tabel geven de percentages weer van de officiële staatsschulden van ieder Europees land ten opzichte van het bruto binnenlands product (BBP).
Impliciete schulden : de cijfers betreffen de percentages van de toekomstige engagementen van overheden inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit in verhouding tot het BBP.  In het vakjargon noemt men deze toekomstige schuld de impliciete schuld.
Totale schulden : expliciete en impliciete schulden samengeteld (in % van het BBP).
Overheidsbeslag : het percentage aan reële overheidsinkomsten (de zogenaamde 'begrotingen') ten opzichte van het BBP.
Reële schuldgraad : dit zijn de percentages die de overheidsinkomsten vergelijken met het totaal aan schulden.

De officiële schuldstatistieken (de expliciete schuld) onderschatten in ernstige mate de ware omvang van de schuldproblemen van de meeste Europese economieën.  Vele regeringen hebben namelijk aanzienlijke verplichtingen aangegaan inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit voor de komende decennia.
Niet alleen zijn deze beloftes niet opgenomen in de officiële cijfers, ook in de media komt deze heikele problematiek zelden of nooit aan bod.  Kwestie van de goegemeente niet te doen opschrikken ...

Wat u ook leest of waarheen u ook surft : overheidsschulden worden steeds vergeleken met het bruto binnenlands product (BBP).  Maar deze voorstelling van zaken is feitelijk incorrect.  Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat de Europese overheidsinkomsten slechts gemiddeld 45 à 55% uitmaken van hetgeen een economie voortbrengt.  Uiteraard dienen reële inkomsten vergeleken te worden met reële uitgaven en schulden.

Zo blijkt uit de cijfergegevens dat de echte Belgische staatsschuld niet 98% bedraagt maar oploopt tot 655% (toekomstige pensioen- en gezondheidszorgen inbegrepen).  Als we bovendien de reële inkomsten van de Belgische overheid (55% van het BBP) vergelijken met die 655% komen we zegge en schrijven uit op ...1191% van het BBP.  Het boek 'De perfecte storm' van de Gentse economen Gert Peersman en Koen Schoors handelt in essentie over dit nationale pensioendrama.

Italië en Letland komen uit de cijferanalyses verrassend goed te voorschijn.  De dikwijls verguisde Silvio Berlusconi heeft op het stuk van pensioenbeleid degelijk werk geleverd.

Staatsschulden verschijnen onder de vorm van staatsobligaties op de balansen van pensioenfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen.  Als men de tabel nogmaals onder ogen neemt, kan men zich de vraag stellen wat dit papier wérkelijk waard is en in welke (benarde) situatie deze instellingen eigenlijk verkeren ...

Natuurlijk zijn er ook belangrijke activa (spaaroverschotten) aanwezig, maar niemand kan er omheen dat de meeste regeringen diepgaande structurele ingrepen dienen door te voeren in hun socio-economische beleid.  Overigens vormen niet enkel de overheidsschulden annex begrotingstekorten een serieus probleem.  Wie zal er opdraaien voor het herkapitaliseren van de Europese banken, het redden van de Zuid-Europese economieën (de zogenaamde PIIGS) en - bij uitbreiding - de euro ?
Uit de energiehoek wordt geopperd dat men best ook rekening houdt met noodzakelijke investeringen voor de overgang naar een postkoolstofeconomie.

De mogelijkheden van de overheden om op te treden als laatste redder in nood zijn beduidend kleiner geworden, zoveel is duidelijk.  En daarom komt er een einde aan een tijdperk van zekerheid.


































woensdag 2 oktober 2013

Boekbespreking : "Het Westen 5x failliet en de doorstart van Nederland en Vlaanderen"

"Terwijl de wereld om ons heen in sneltreintempo verandert en de echte grote crisis dichterbij komt vergadert de Tweede Kamer over de Hedwigepolder en het beleid van de vorige regering.  Terwijl onze maatschappij slagzij maakt zoals de Titanic dat deed op zijn laatste reis, spelen het orkest in Brussel en het strijkje in Den Haag achter beslagen patrijspoorten.  We staan aan de vooravond van een van de grootste omwentelingen in de geschiedenis.  In plaats van ons te laten verrassen, kunnen we ons maar beter voorbereiden."  (blz. 8)

Met bovenstaand citaat uit de proloog is meteen de toon gezet en zitten we middenin het thema van een van de beste boeken die tot nu toe over de huidige crisis is geschreven.  De schrijver van dit in 2012 verschenen werk is de Nederlandse wiskundig ingenieur Kees Pieters (1955).  Hij heeft gewerkt voor de olie-industrie en de overheid in Operationele Research en ICT.  Net zoals wijzelf is de auteur ervan overtuigd dat we te maken hebben met een multidimensionele crisis.  In zijn beschouwingen analyseert hij uiteraard geregeld de Nederlandse situatie maar ook het politieke reilen en zeilen van Vlaanderen in de Belgische context komt aan bod. Pieters onderscheidt een vijfvoudig faillissement van het Westen, namelijk dat van onze democratie, van het financieel systeem, van Europa, van onze economie en van de overheid.  Overlopen we even zijn belangrijkste vaststellingen : 

Failliet van de democratie.  Er is een kloof tussen burger en politiek.  Beslissingen worden niet meer genomen op basis van de verzuchtingen van de burger.  De invloed van het publiek op de nationale politiek is zeer gering.  Op het Europese beleid is die invloed gewoonweg onbestaande.
Door toenemende bevoegdheidsoverdrachten worden de nationale grondwetten omzeild.  Pieters vreest dat we op weg zijn naar een onpraktische wereldregering en bijhorende dictatuur.

Failliet van het financieel systeem.  Centrale banken creëren geld uit het niets en commerciële banken zijn georganiseerd volgens het principe van fractioneel-reservebankieren.  Het produceren van op schulden gebaseerd monopolygeld is dus gelegaliseerde valsmunterij.  Banken zijn fundamenteel instabiel want risicovol door te grote verschillen tussen eigen - en vreemd vermogen (te grote hefbomen).  Ons financieel-economisch systeem moet het hebben van inflatie-aangedreven groei.  Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 valt de groei in de Westerse economieën echter terug en gaan de hefbomen in omgekeerde richting werken.  Een heuse implosie van het wereldwijde geldstelsel komt dan akelig dichtbij.  Politici en bankiers hebben er echter alle belang bij om het bestaande geldscheppingsmonopolie te handhaven.

Failliet van Europa.  Bij de constructie van de Europese Unie (EU) hebben de beleidsmakers geen rekening gehouden met diep onderliggende en onderschatte verschillen tussen de drie grote cultuurgroepen in Europa.  Zo ligt de productiviteit in Noord-Europa steevast hoger dan in het zuiden.  In die zin is de euro een bron van continue financieel-economische onevenwichten die finaal de eurozone zal doen uiteenspatten. De beleidsbepalers streven naar een Europese superstaat en door subtiele machtsuitbreiding - denk aan het Verdrag van Lissabon en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) - vormt dit een bedreiging voor de democratie.  

Failliet van de economie. De economische machtswissel van het westen naar Azië en enkele andere regio's voltrekt zich voor onze ogen.  Vandaag produceren de Aziaten niet alleen alles wat wij kunnen, ze ontwikkelen ook hoogwaardige technologieën maar tegen lagere kosten. Om een stabiele economie op te bouwen heeft Europa meer dan ooit behoefte aan (top)ondernemers.

Failliet van de overheid. Overheidsgeld wordt verspild aan lagere overheidsinstanties in Nederland en aan hogere overheidsorganen in België.  Vele Europese subsidies zijn onverantwoord. Europa en de Verenigde Staten maken ook grote schulden om zichzelf op de been te houden.  De westerse regeringen kreunen onder hoge overheidsschulden en dit maakt hen kwetsbaar voor nieuwe schokken.

Het westen lijdt ontegensprekelijk aan een reeks fundamentele ziektes.  Kees Pieters heeft echter ook nagedacht over werkzame oplossingen.  We vatten zijn standpunten hieromtrent even voor u samen :

Een democratische revolutie.  Het ombouwen van de particratie naar een directe referendumdemo-cratie waar lobbygroepen geen kans meer krijgen.  Het oprichten van een referendumpartij, een beweging zonder inhoudelijke stand- of strijdpunten, die puur tot doel heeft het democratische proces te hervormen.
Vlaanderen dient uit het Belgische harnas te stappen : onafhankelijkheid zal haar economische stabiliteit ten goede komen.

Een financiële revolutie.
Het gecontroleerd verlaten van de euro om vervolgens over te gaan op een waardevaste staatsmunt, gedekt door staatsbezit.  Er zal dan geen inflatie meer zijn en zo krijgen we een economie waar alleen nog volledig reservebankieren is toegestaan.  Er dienen lokale financieringsmarkten te worden opgericht waarbij bedrijven vooral hun eigen vermogen zullen aanwenden.

Een natuurlijk Europa.
De meest natuurlijke vorm van bestuur is dat ieder volk zichzelf bestuurt.  Ontwikkel daarom de EU naar een confederatie, een samenwerkingsverband van onafhankelijke staten.

Een zuinige, slimme overheid.
De overheid wordt verplicht om buffers aan te leggen in goede tijden voor minder goede tijden.  Het is essentieel dat er gekapt wordt in de regelgeving.

Een aantal andere zorgwekkende onderwerpen, met name de aankomende vergrijzingsbom en de klimaatverandering annex ecologische problematiek, komen in het boek niet of nauwelijks aan bod.
Tot op heden hebben we evenwel geen enkele publicatie doorgenomen die zulk een helder helikopterzicht verschaft van hetgeen er duidelijk verkeerd loopt met financiën, economie en staat.
Pieters ziet goed de verbanden en zet die kundig uiteen.  Hij onderbouwt zijn stellingen met overzichtelijke tabellen en grafieken : ook dat maakt zijn boek behoorlijk leesbaar.

We kunnen er niet omheen : vooral het westerse deel van de mensheid wordt geconfronteerd met een niet meer te ontkennen systeemcrisis, echt een crisis van onze beheers- en bestuurssystemen.
De auteur beschouwt de voortschrijdende afbraak van onze democratie als het grootste probleem :
"De Europese Unie is dus de grootste bedreiging van de democratie in Europa en daarmee indirect de grootste bedreiging van onze welvaart."  (blz. 155)
In de epiloog luidt het dan zo : "Alleen het overnemen van de macht door de bevolking kan Nederland, Vlaanderen of ongeacht welk ander Europees land behoeden voor de ondergang."   (blz. 245)

"Het Westen 5x failliet" werd allicht niet op gejuich onthaald door de regerende elite maar is zonder meer verplichte lectuur voor al diegenen die zich bezorgd maken over onze toekomst en die van onze kinderen.

Website : http://www.hetwesten5xfailliet.nl/

























vrijdag 23 augustus 2013

Gevaarlijke bezweringsformules

Beleidsmakers van allerlei slag, politici op kop, slaan ons al jaren om de oren met het mantra dat de crisis in de eurozone voorbij is.  Ziehier een overzicht van oneliners, verzameld uit de media :


27.10.2011              Herman Van Rompuy (voorzitter Europese Raad) :  
                                     “Dit zou een keerpunt in de crisis moeten zijn.”

02.12.2011              Mario Draghi (president Europese Centrale Bank) :  
                                     “De eurolanden zitten op het goede spoor."

09.03.2012             Christine Lagarde (algemeen directeur Internationaal Monetair Fonds) :                                                                                      “Het reële risico op een acute eurocrisis is weg."

27.03.2012             Nicolas Sarkozy (vorige Franse president) :  
                                    “Ik denk dat we uit de crisis geraakt zijn.”

18.10.2012              François Hollande (huidige Franse president) :  
                                    “Er zijn redenen om aan te nemen dat wij uit de crisis van de eurozone zullen geraken.”

10.12.2012              François Hollande :  “Naar mijn mening ligt de eurocrisis achter ons.”

15.12.2012              Herman Van Rompuy :  “Het ergste van de eurocrisis is voorbij.”

28.12.2012              Wolfgang Schaüble (Duits minister van Financiën) :  
                                     “We hebben het ergste achter ons.”

06.01.2013             José Manuel Barroso  (voorzitter Europese Commissie) : 
                                     “Er worden geen risico’s in de eurozone mee waargenomen."

22.01.2013              Mario Draghi :  “De donkerste wolken boven de euro zijn verdwenen.”

21.03.2013              Herman Van Rompuy :  “Het keerpunt is bereikt.”

04.04.2013             José Manuel Barroso :  “Het ergste van de crisis is voorbij.”

08.06.2013             François Hollande :  “U moet begrijpen dat de eurocrisis voorbij is.”


In zekere zin is het begrijpelijk dat de gezagsdragers het vertrouwen, de belangrijkste steunbeer van ons financieel-economisch systeem, ten koste van alles willen hoog houden.  Toch is het zonneklaar dat de crisisbezwerende uitspraken die zij de wereld insturen niet realistisch zijn.

Enkele cijfervoorbeelden, afkomstig van Eurostat, spreken boekdelen : in 2009 bedroeg de Griekse staatsschuld 130% van het bruto binnenlands product (BBP) terwijl die momenteel, ondanks alle zogenaamde reddingspakketten, maar liefst 176% van het BBP noteert.  De Spaanse jeugdwerkloosheid bedroeg in 2009 37,8 % en op dit ogenblik zitten maar liefst 56,1% van de jongeren onder 25 jaar zonder werk (scholieren/studenten zijn inderdaad in deze cijfers begrepen; toch blijven de reële werkloosheidpercentages schrikbarend hoog en evolueren ze ongunstig).

De waarheid is dat er geen herstel mogelijk is.  Wel integendeel !  Samen met een klein groepje waarnemers zijn we ervan overtuigd dat Europa en de wereld een ongekende economische malaise te wachten staat.


Beschouwen we even deze harde feiten :
  • de euro is een instrument van economische vernietiging geworden waardoor de eurozone uit mekaar zal klappen
  • de reële schuldenlasten (van overheden, bedrijven en gezinnen samengeteld) gaan in de westerse wereld de draagkracht van de economie te boven
  • de vergrijzing van de Europese bevolking is nauwelijks voorbereid en deze omvangrijke toekomstige schuldverplichtingen hangen als een zwaard van Damocles boven de reeds amechtige staatsfinanciën
  • het Europese bankensysteem is fundamenteel insolvabel
  • de centrale banken zijn niet meer in staat om, zoals tussen 2008 en nu, als reddende engelen het financiële systeem met lage rentevoeten en kwantitatieve verruiming weer vlot te trekken ingeval van een verdieping van de crisis; de regeringen hebben weinig of geen doortastende maatregelen getroffen; er is slechts tijd gekocht 
  • de sterke economische groei van China heeft de wereld geholpen om uit de impasse van 2008-2009 te geraken; maar ook de Chinese Volksrepubliek kampt met grote problemen en zal bij een nieuwe schok niet meer in staat zijn om diezelfde ondersteunende rol te vervullen

Het moet eenieder duidelijk zijn dat met het uitzenden van positieve boodschappen het establishment essentieel twee doelen nastreeft : burgers, ondernemers en beleggers vertrouwen inboezemen maar ook om de eigen verantwoordelijkheid voor een mislukt europroject te verbergen.
Welke gezagsdrager, welke politicus durft aan de mensen te vertellen dat onze moeilijkheden niet meer op te lossen zijn zonder diepgaande en structurele veranderingen ?  Dat een ernstige verzwaring van de crisis onafwendbaar is ?  Dat betekenisvol welvaartsverlies onmogelijk kan vermeden worden ?

Wat we absoluut nodig hebben is een ombouw, een transformatie van ons welvaartsmodel.
Een electorale afstraffing hoeft niet indien men maar oprecht en met de beste intenties uitlegt hoe en waar het fout gelopen is.  En zeker als degelijke, inspirerende en tegelijk rechtvaardige oplossingen worden aangereikt.

Welke topman of-vrouw durft de waarheid onder ogen te zien en die te communiceren ?
Want het huidige discours van onze leiders heeft als gevolg dat het grote publiek op het verkeerde been wordt gezet betreffende de ware omvang van de crisis.