Translate

vrijdag 7 februari 2014

Nadenken over de systeembanken

De systeembanken spelen een cruciale rol in de economie omwille van hun bijdrage tot het ontstaan en de instandhouding van geld- en investeringsstromen.

In het besef dat ze in het economisch circuit onmisbaar zijn, dienen de overheden hen te redden via een herkapitalisatie.

Ze zijn "too big to fail" want kunnen een domino-effect veroorzaken.

Het gevaar zit 'm in het feit dat ze onverantwoorde risico's gaan nemen in de wetenschap dat de overheden hen toch steeds zullen bijspringen.

Dit is het zogenaamde moreel risico ('moral hazard') : banken zullen trachten hun individuele belangen te maximaliseren ten nadele van de gemeenschap.
Sinds het losbarsten van de financiële crisis in 2008 heeft men echter verschillende maatregelen getroffen.

Denk maar aan de nieuwe bancaire Bazel III-regels die banken dwingen zich te herkapitaliseren en hen een beter liquiditeitsbeheer opleggen.  Daarenboven hebben ze hun eigen vermogen verhoogd om nieuwe schokken (verliezen op activa) beter op te vangen en er voor te zorgen dat de deposito's van hun klanten niet in gevaar komen.

Europa heeft ook een bankunie gecreëerd : de systeembanken zullen door de Europese Centrale Bank worden gesuperviseerd wat tot een beter prudentieel beleid moet leiden.  Anderzijds komt in het rapport Liikanen duidelijk naar voor dat een scheiding tussen zakenbanken en commerciële banken noodzakelijk is.

Tenslotte is Europa overgeschakeld van een bail-out clausule (het redden van de banken door de overheden) naar een bail-in systeem (bij een bankfaillissement dragen vanaf nu de depositohouders een deel van de verliezen).

Toch meen ik dat een bail-in eerder een 'bezwerende' dan een operationele functie heeft : wie gelooft dat miljoenen depositohouders verliezen zullen accepteren zonder de tussenkomst van de overheden ?
Bovendien : hoe organiseert men praktisch een bail-in met al die transnationale banken ?

Welke risico's in de banksector zijn er dan nog ?  Ze zijn talrijk want de bedrijfsvoering in een bank gaat intrinsiek en per definitie over het beheer van risico's.  De grootbanken zijn nog steeds systemisch : ingeval er problemen opduiken, zullen de nationale staten een helpende hand moeten uitsteken.  En vooral nu er zich een nieuwe golf van consolidaties aandient : na het terugschroeven van hun omvang zullen de banken zich waarschijnlijk willen versterken door het aangaan van fusies en overnames teneinde schaalvoordelen te creëren.

Nu is het zo dat overheidsschulden - waarin banken in belangrijke mate beleggen - als risicoloos beschouwd worden en nauwelijks (of geen enkele) dekking door eigen middelen benodigen.  Hiermee negeert men het risico van overheidsfalen, terwijl uit allerlei cijfergegevens blijkt dat dit systeemrisico wel degelijk aanwezig is (link).

De banken van bepaalde economieën blijven, omwille van de zwakke economische groei (Duitsland) en het uiteenspatten van vastgoedbubbels (Spanje, Nederland) zeer kwetsbaar.  De tests die de kwaliteit van de activa meten (AQR : Asset Quality Review) zullen ongetwijfeld de kwetsbaarheden van bepaalde instellingen aan het licht brengen.

Op dit ogenblik, en dat reeds sinds lang, zijn de rentevoeten zeer laag en is er veel liquiditeit beschikbaar. Maar als de rentestanden onverhoeds brutaal zouden omhooggaan, zullen de banken belangrijke verliezen incasseren.

Tot besluit : het moreel risico is afgenomen en het systeemrisico teruggebracht.  Toch blijven beide wel degelijk aanwezig.  Het werkelijke gevaar bestaat, volgens mijn intuïtie, in de abnormale verstrengeling tussen banken en overheden (de banken financieren de overheden die op hun beurt de bankdeposito's garanderen).
Want het volgende maakt de bail-in regels zo goed als waardeloos : hoe dichter een bank aanleunt bij een overheid, des te minder zullen de depositohouders het aanvaarden om te verarmen zonder een beroep te kunnen doen op diezelfde overheid.


Bron : blogs.lecho.be (Bruno Colmant) (vertaald en bewerkt)