Translate

zaterdag 8 september 2018

Waarom haast niemand iets snapt van geld en economie

Het gros van de westerse wereld geniet momenteel van een relatief gunstig economisch klimaat. Maar onder het zonnige wateroppervlak van de globale economie huist een ijsberg van een valutacrisis in de opkomende markten (Turkije, Argentinië...), een wereldschuld op recordniveau, een derivatentijdbom, aanstormende vergrijzing, mondiale overproductie en toenemende ecologische - en energieproblemen. Wie doorziet dat het beleid van de centrale banken heeft bijgedragen tot het ontstaan van omvangrijke zeepbellen (cryptomunten, aandelen, bedrijfsobligaties, kunst en vastgoed) en een grote inkomens- en vermogensongelijkheid ? Hoe kan het dat de werking - en de grote kwetsbaarheid - van ons financieel-economisch systeem, de spil waarrond alles draait, zo weinig wordt begrepen ?



Lacunes in de economische wetenschap
Economie gaat over geld en financiële markten, over werk, over productie en consumptie, over handel maar heeft ook te maken met grondstoffen, ecologie, klimaat, energie, technologie, belastingen en politiek. Maar ook de studie van psychologie en sociologie lijken belangrijk om het economisch gedrag van individuen en groepen enigszins in kaart te brengen. 

Het wel en wee van de wereldeconomie wordt dus beïnvloed door een zeer groot aantal factoren. Elk van de genoemde wetenschappelijke specialisaties heeft heel veel informatie voortgebracht. Maar het integreren van al die kennis, over de grenzen van die verschillende disciplines heen, gebeurt niet. De meeste economen concentreren zich op puur monetaire aangelegenheden en veronachtzamen het belang van grondstoffen en energie. Een holistische analyse van relevante data gebeurt niet of nauwelijks.
Dat wordt eveneens geïllustreerd door het feit dat er maar liefst negen diverse economische scholen bestaan. Hoe zou een kennisgebied, dat onvoldoende inzicht biedt in haar eigen onderwerp, in staat zijn een coherent totaalbeeld te schetsen van de economische realiteit ?

Anders dan de natuurwetenschappen gaat economie over waardeoordelen : hoe welvaart moet worden verdeeld, hoe het algemeen belang het best kan worden gediend, hoe maatschappelijke verbeteringen aan te brengen enz. Ieder economisch beleid ontstaat vanuit een politieke keuze en vaak ook vanuit een morele invalshoek. Economie is eerder een politieke theorie. Het is geen exacte wetenschap en zal dat ook nooit worden.

Lacunes in het onderwijs
Het onderwijs, zoals het vandaag georganiseerd wordt, vertoont grote lacunes in haar kennisoverdracht. Zo is geschiedenis al decennialang, ook in het buitenland, een achtergesteld vak. Tot de jaren tachtig was aan de meeste Amerikaanse universiteiten economische geschiedenis een verplicht onderdeel van de studie economie, maar vandaag wordt dit studieonderdeel niet of veel minder aangeboden. Nochtans is de wetenschap die handelt over de opkomst en van landen en beschavingen enorm leerrijk (lees hierhier en hier). Geschiedenis is echt wel nuttig omdat ze zowel de successen als de mislukkingen van economische theorieën en - beleidsbeslissingen blootlegt.

Ook het geld- en economiethema krijgt in het algemeen vormend onderwijs te weinig aandacht. Ons geldsysteem is het slechtst uitgelegde concept in de academische wereld. De weinigen die monetaire economie hebben gestudeerd kennen de geheimen van het systeem. En die financiële economen werken meestal voor overheden en grootbanken.

Zelfzucht van de bankiers
Bij de uitbraak van de financiële crisis in 2008 bleek dat vele managers van megabanken hun eigen producten niet volledig begrepen. De bekende Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang vermeldt in zijn boek "Economie : de gebruiksaanwijzing" hoe bankiers toegaven dikwijls derivatencontracten van een paar honderd pagina's niet door te nemen wegens tijdsgebrek. Recente nieuwe monetaire technieken en - producten zijn zodanig ingewikkeld dat zelfs binnen de financiële industrie slechts een beperkt aantal mensen kennis van zaken heeft. Sterk voorbeeld hiervan : op het hoogtepunt van de Griekse crisis in 2015 werd er beroep gedaan op de Amerikaanse adviseur Glenn Kim (ex-Lehman Brothers) om een specialist zoals Grieks minister van Financiën Euclides Tsakalotos bij te staan.

Abstractie gemaakt van de complexiteit van speculatietechnieken en centralebankenbeleid is de werking van het geldstelsel feitelijk simpel. De bankierselite creëert geld uit het niets. Dit geld wordt aan overheden, bedrijven en gezinnen uitgeleend en keert vervolgens mét intrest terug naar de bron. Deze verborgen kennis wordt reeds eeuwen van bankiersgeneratie op bankiersgeneratie overgedragen. Een fantastisch businessmodel - feitelijk tot en met een uitbuitingssysteem - waar slechts weinigen weet van hebben.
Bovendien wordt er in de financiële sector zeer goed verdiend. Vandaar dat een zeer uitgebreide en actieve lobby er alles aan doet om deze zeer profijtelijke structuur in stand te houden. En de waarheid weg te houden van Jan met de pet.

Volgens kenner Diederik Schmull zijn er binnen de financiële sector weinig goede analisten. Wie bovendien zijn gefundeerde opinie uitbrengt over bijvoorbeeld de komende daling van de markten - wat klanten kan weghouden van de beurs en dus negatief uitpakt voor commissies en bonussen - wordt binnen de bank scheef bekeken en kan zelfs een promotie mislopen. Producten verkopen en winst maken : daar draait het om. Als analisten, door een gebrek aan expertise of moed niet in staat zijn toekomstige financieel-economische crisissen te herkennen of daarover te communiceren, valt het licht te begrijpen dat het grote publiek helemaal in het ongewisse blijft.

Toppolitici in bed met bankiers
Zo ongeveer iedere regering, China op kop, tracht statistieken omtrent werkloosheid, inflatie, overheidsschuld enz. beter voor te stellen dan ze werkelijk zijn. Wat het zelfs voor ingewijden soms moeilijk maakt om de ware economische situatie van een land correct in te schatten. 

Ten tijde van de bankencrisis in 2008 stelden insiders vast dat er in het Belgische parlement geen 10 volksvertegenwoordigers waren die begrepen wat er aan de hand was. In de westerse parlementen blijft het juridische beroep oververtegenwoordigd. Algemeen kan men vaststellen dat, als het gaat over geld en economie, de politieke klasse een schrijnend gebrek aan essentiële kennis vertoont.

Niet alleen worden parlementariërs benaderd door bancaire lobbyisten, belangrijke politici krijgen zitjes aangeboden in de raden van bestuur van financiële concerns. In de Verenigde Staten worden presidenten en presidentskandidaten gesponsord door Wall Street. De dominantie van megabank Goldman Sachs beperkt zich overigens niet tot de VS, ook in Europa heeft ze meerdere pionnen. Heel belangrijk in deze is de wetenschap dat die grote financiële conglomeraten onontbeerlijke afnemers zijn van grote pakketten staatsleningen. Zo wordt het begrijpelijk dat politici de grootbanken eerder met fluwelen handschoenen 'aanpakken'.

Falende massamedia
Wie het medialandschap overschouwt, ontdekt dat hier een ongezonde concentratie is ontstaan. Niet alleen op het niveau van de persbureaus, ook alle belangrijke mediakanalen (televisie, radio, geschreven pers en het internet) zijn telkens in handen van slechts een paar grote concerns of individuen (lees hierhierhier en hier). Het globale mediacomplex, door transnationale informatieverspreiding, is de voornaamste bron van kennisoverdracht geworden. In samenhang hiermee tonen de getuigenissen van journalisten Janneke MonshouwerUdo Ulfkotte en anderen aan dat de pers niet onafhankelijk opereert. Dat andere belangen primeren.

Zowel de finesses van de financiële markten als het functioneren van de macro-economie zijn complexe fenomenen. Die laten zich niet op een snelle en blitse manier uitleggen. De grote nieuwsreuzen investeren echter weinig of niet in gedegen onderzoeksjournalistiek. Exclusiviteit, snelheid, vlotte verteerbaarheid en verkoopbaarheid zijn de ordewoorden van vandaag. Vele journalisten beperken zich al te vaak tot het puur overnemen, knippen en plakken van artikels en beeldmateriaal afkomstig van de internationale persagentschappen.

Topeconomen die op televisie worden geïnterviewd, krijgen ternauwernood enkele minuten om hun visie duidelijk te maken. En wie van ons ziet nog het bos doorheen de bomen van de dagelijkse informatielawine ?

Meer geconditioneerd dan we denken
We zijn wezens die zich graag conformeren aan een bepaald ideeëngoed en aan hoe anderen denken. Die 'groupthink' is een reëel fenomeen dat we zien opduiken in de politiek, het bedrijfsleven, het sociale verkeer en ook in de financiële wereld. Een correcte maar dissidente analyse of een afwijkende mening die de consensus bedreigt, wordt moeilijk getolereerd. De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer drukte het zo uit : "Elke waarheid doorloopt drie stadia. Eerst wordt ze belachelijk gemaakt. Dan wordt ze hevig bestreden. Tenslotte wordt ze als vanzelfsprekend aangenomen." 

Psychologen hanteren in dat verband het begrip 'cognitieve dissonantie'. In mensentaal : we weten, zien en horen alleen graag datgene wat we willen weten, zien en horen. In dat verband is de mythische Cassandrageschiedenis interessant : Cassandra voorspelde de ondergang van Troje, maar werd door niemand geloofd. Moraal van dit verhaal : de voorspeller van slecht nieuws maakt zich niet populair, maar het in de wind slaan van zijn of haar boodschap kan ernstige gevolgen hebben.

Samenvatting
De wereld zit te diep in het rood. Toch wordt dit gegeven slechts door een kleine minderheid echt onderkend. Economen lijden aan hokjesmentaliteit en vertellen ons niets over het grotere plaatje ('the big picture'). Economie is geen exacte wetenschap. In het onderwijs worden leervakken zoals geschiedenis, geld en economie stiefmoederlijk behandeld. In het financiële milieu worden zeer ingewikkelde technieken toegepast, staat winst maken voorop, houdt men niet van afwijkende meningen en is het functioneren van het mondiale geldstelsel slechts aan zeer weinigen bekend. 

Politici doen geregeld aan statistiekvervalsing, worden door allerlei drukkingsgroepen 'bewerkt' en zijn vaak handen op één buik met de topbankiers. De eigendomsconcentratie van massamedia en de macht die daarvan uitgaat, is zorgwekkend. Diepgaand en onafhankelijk onderzoek is er niet of weinig binnen die communicatieorganen. Bovendien lijdt het grote publiek aan doof- en blindheid door de dagdagelijkse informatietsunami en de eigen geconditioneerdheid.

Allemaal samen zijn dat vele redenen waarom het zo moeilijk is voor niet-kenners om een correct beeld te krijgen van geld en economie en van de ronduit hachelijke situatie van de wereldhuishouding.


Vond je dit een interessant artikel ?  Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !