Maak geen ophef van eerwaardigheid, dan zal het volk niet twisten.
Hecht geen hoge waarde aan moeilijk te verkrijgen goederen, dan zal het volk geen diefstal plegen.
Zie niet naar wat begeerlijk is, dan zal het hart van het volk niet in verwarring komen.
Daarom: de wijze regeert door de harten ledig van begeerte te maken, de buiken stevig te voeden, de slechte neigingen te verzwakken en het beenderstelsel te versterken.
Hij maakt voortduren dat het volk niet weet en geen begeerten heeft.
Als dit niet geheel gelukt, maakt hij dat zij die wel weten, niet durven te ageren.
Hij doet woe wei, en is er niets waarin hij niet goed regeert.
Bron : Tao Teh King van Lao Tse, hoofdstuk 3