Translate

donderdag 14 augustus 2025

Overvloed en complexiteit: het eco-modernistische misverstand

Ezra Klein en Derek Thompson suggereren in hun boek Abundance dat intelligent bestuur en innovatie de meeste problemen van de maatschappij kunnen oplossen. Hun visie legt de nadruk op bouwen — meer woningen, infrastructuur, schone energie en wetenschappelijke capaciteit — in plaats van louter herverdelen of reguleren. Hun kernidee is helder en optimistisch: overvloed is haalbaar en essentieel. Zij bepleiten een ecologisch-modernistisch ideaal, in de overtuiging dat we de klimaatcrisis en sociale stagnatie kunnen overwinnen door technologie, deregulering en expansieve ontwikkeling. Ze pleiten voor een progressieve verschuiving — van enkel het voorkomen van schade via regulering naar het actief bevorderen van groei. Toch mist deze optimistische visie een dieperliggende waarheid over complexiteit. 

Energie ligt ten grondslag aan groei, en het falen van de samenleving om een betere toekomst te leveren is niet enkel het resultaat van slecht bestuur of overdreven regulering. Het is inherent aan complexiteit zelf. Naarmate systemen uitbreiden en meer met elkaar verbonden raken, worden ze moeilijker te besturen, vatbaarder voor storingen en steeds kostbaarder om in stand te houden. Het geloof dat de overheid zulke complexiteit snel kan hervormen of sturen is niet alleen te optimistisch — het is fundamenteel naïef.

Deze misinterpretatie beperkt zich niet tot Klein en Thompson; het is een bredere blinde vlek in onze beschaving. Eco-modernisme miskent de beperkingen die entropie, ecologische grenzen en energiedynamiek opleggen. Wat lijkt op institutioneel falen kan in werkelijkheid systemische uitputting zijn, veroorzaakt door overshoot en afnemende rendementen op complexiteit. De oplossing is niet eindeloze acceleratie richting overvloed, maar doelbewuste vereenvoudiging — focussen op lokale, energiezuinige en veerkrachtige gemeenschappen.

Artificiële intelligentie (AI): emancipatie of controle
Adam Becker geeft een vergelijkbare kritiek op het vooruitgangsverhaal dat AI afbeeldt als een mythische redder die transcendente oplossingen belooft voor menselijke uitdagingen — de dood, schaarste en ecologische ondergang. In zijn boek More Everything Forever schetst Becker Silicon Valley’s elites als de ontwerpers van een toekomst waarin AI de weg naar utopie effent, ruimtestations de aarde vervangen en sterfelijkheid optioneel wordt.

Maar onder deze belofte schuilt een duistere impuls: een streven naar controle vermomd als vooruitgang. Invloedrijke figuren zoals Elon Musk, Peter Thiel en Marc Andreessen flirten met autoritaire en zelfs eugenetische ideeën, en omarmen denkers als Curtis Yarvin die technocratisch bestuur voorstaan. In hun handen zou AI geen instrument van menselijke emancipatie zijn, maar een digitale vorst die uitsluitend loyaal is aan zijn ontwerpers.

Hoewel Beckers waarschuwingen het risico lopen winst najagende opportunisten te vermengen met complotachtige despoten — blijven de diepere kwesties die hij benadrukt geldig: ongerechtvaardigde macht, ongecontroleerde marktkrachten en uitgeholde democratische controle. Het essentiële gevaar is niet dat AI een godachtige entiteit wordt, maar wel dat de mensheid zich overgeeft aan vereenvoudigde verhalen en efficiëntie en optimalisatie gaat verwarren met betekenisvolle vooruitgang.

Schattingen over de impact van AI lopen zeer uiteen — van visies op technologische overvloed en menselijke bevrijding tot angsten voor massawerkloosheid, ongelijkheid en uitholling van democratische instellingen. Een recent rapport van het AI Futures Project schetst een waarschijnlijk scenario: snelle automatisering aangewakkerd door de Amerikaans-Chinese rivaliteit, die de economische productie versnelt maar menselijke handelingsruimte marginaliseert. Tegen 2030 zou AI kritische beslissingen kunnen domineren, geopolitieke spanningen kunnen opvoeren en menselijke invloed kunnen verminderen.

Joe Lonsdale, CEO van Palantir, betoogt dat de AI-gedreven ontwrichting simpelweg een herhaling is van historische technologische sprongen — onvermijdelijk, noodzakelijk en uiteindelijk voordelig. Net als eerdere industriële doorbraken ziet hij AI als het wegvagen van inefficiënties, het bevorderen van productiviteit en het stimuleren van innovatie. Toch veronachtzaamt dit perspectief een crucale realiteit: dat complexiteit zelf — en niet louter bestuurlijke of technologische tekortkomingen — onze fundamentele uitdaging zou kunnen zijn.

Complexiteit
De problemen van de samenleving zijn niet simpelweg falende beleidsmaatregelen of bestuur, maar symptomen van diepere systemische realiteiten. Het werk van Joseph Tainter, The Collapse of Complex Societies, (zie ons artikel hierover) illustreert dat beschavingen meestal niet falen omdat ze problemen niet kunnen oplossen, maar omdat elke oplossing onhoudbare complexiteit toevoegt. De hedendaagse toenemende onderlinge verbondenheid en schaal belasten ons vermogen om effectief te beheren of zelfs te begrijpen.

Toch houdt het dominante narratief vol dat slimmer beheer of betere technologie het evenwicht zal herstellen — een aantrekkelijk maar misleidend geloof.
Alfred North Whitehead waarschuwde juist tegen zulke fouten en waarschuwde dat we abstracte ideeën niet moeten verwarren met de echte, concrete werkelijkheid; die vergissing veroorzaakt namelijk vaak misverstanden en verkeerde beslissingen. Zwaartekracht, BBP en intelligentie zijn vereenvoudigde conceptuele instrumenten, geen tastbare entiteiten. Toch spreken en handelen we vaak alsof deze abstracties de werkelijkheid zelf zijn. En waarbij we vereenvoudigde landkaarten verwarren met het landschap zelf, terwijl dat territorium veel gecompliceerder is dan de kaarten doen vermoeden.

AI is geen echte begripsvorming; BBP is geen échte welvaart; voorspellingen garanderen niet de toekomst. Het behandelen van deze vereenvoudigingen als concrete werkelijkheden loopt het risico dat we zinvol menselijk oordeel overgeven aan abstracties. Het grootste gevaar is niet dat AI ons overtreft. Het echte risico is dat we onze vereenvoudigde instrumenten als absolute waarheden gaan beschouwen en daardoor de kwetsbare complexiteit van onze beschaving over het hoofd zien.

Afsluitend
Uiteindelijk dreigt het eco-modernistische ideaal van overvloed door versnelling, hoe aantrekkelijk ook, te ontaarden in een losgekoppelde fantasie — losgeraakt van de fysieke grenzen, thermodynamische realiteiten en ecologische grenzen die onze wereld beheersen.


Overgenomen, vertaald en bewerkt van art berman: the complexity trap