Translate

woensdag 26 februari 2020

Iedereen 30.000 euro in het rood

Zeggen dat alles goed gaat met de economie, zoals politici dat doen, is misleidend. Elk economisch systeem bestaat uit twee afzonderlijke delen : activa (bezittingen) en passiva (schulden). De waarheid is dat de wereld met schulden kampt die niet meer kunnen worden terugbetaald. Echter : noch beleidsmakers noch media reppen hierover. 



Een recent rapport van het IIF (International Institute of Finance) vestigt opnieuw de aandacht op de niet-aflatende groei van de wereldschuld (van overheden, bedrijven, gezinnen en de financiële sector). Die bedraagt nu 257.000 miljard dollar (237.000 miljard euro) of 320% van het mondiale BBP, een historisch record. Sinds de financiële crisis van 2008 is die schuldenberg zelfs met meer dan 40% gegroeid. 

In de ontwikkelde economieën bedragen de schuldverplichtingen maar liefst 383% van het gezamenlijke BBP. De volledige Chinese schuld nadert 310% van haar BBP - een van de hoogste in de opkomende landen.


Land Privéschulden 2018 
in % van het BBP
Luxemburg        485.07
Ierland        374.1
Nederland        298.6
Zweden        279.7
Noorwegen        275.3
Denemarken        269
Canada        266.5
Frankrijk        266.47
Zuid-Korea        260.8
België        259
Noord-Korea        253.75
Zwitserland        250.41
Portugal        248.2
Verenigd Koninkrijk        224
Japan        221.1
Finland        211.26
Australië        205.3
Verenigde Staten        196.7
Spanje        194.1
Chili            189.1
Estland            171.65
Turkije        170
Italië        166.2
Oostenrijk        162.8
Duitsland        154.1
Tsjechië        138.4
Slovakije        135.51
Hongarije        133.37
Griekenland        123.1
Polen        120.6
Slovenië        120.1


Bron : tradingeconomics.com (country-list/private-debt- to-gdp)


Specialisten zijn van mening dat de schulden van de privésector (bedrijven en gezinnen) niet hoger mogen oplopen dan 150% van het BBP. Uit bovenstaande tabel blijkt echter dat heel wat landen ruimschoots boven die norm uitkomen.

Ook het door niet-financiële ondernemingen opgenomen krediet piekt. Het risico zit niet alleen in het bedrag van de schulden, maar ook in de samenstelling. Vele verplichtingen zijn aangegaan in harde valuta, vooral in dollars. Er is zo een grote potentiële behoefte aan dollars ontstaan, een risicovolle ontwikkeling.

Zeer kwalijk is de sterk toegenomen impact van de wet van de afnemende opbrengsten. De volgende grafiek (de schulden van overheden, bedrijven en gezinnen zonder de financiële sector van 26 landen zijn aangeduid in het blauw; de productie van rijkdom is in het geel) laat zien dat de schuldenopbouw van de wereld veel sneller stijgt dan de productie van rijkdom. 



Deze nefaste situatie ontstond in het begin van de jaren tachtig en versnelde nog aan het einde van de jaren 1990 en nog veel meer nadien. De verhouding tussen schulden en rijkdom is anno 2020 volledig uit de hand gelopen. Een dergelijke ontwikkeling - men kan niet continu meer uitgeven dan er inkomsten zijn - is onhoudbaar en kan onmogelijk nog lang duren. Het mondiale financieel-economische systeem is simpelweg insolvabel. 

Uitgerekend staat elk van de 7,7 miljard aardbewoners voor 32.500 dollar (ongeveer 30.000 euro) in het krijt. Voor vooral westerse landen geldt dan nog dat de door de overheden onderschreven toekomstige schuldverplichtingen (zoals pensioenen) niét opgenomen zijn in de berekeningen van het IIF...

Hoe is een dergelijke ontsporing kunnen gebeuren ? 
Een goed antwoord op die vraag vinden we in een ouder artikel uit 2015 "De schuldencrisis is een beschavingscrisis", een interview met cultureel filosoof Rob Riemen. We citeren uit dat vraaggesprek een stukje commentaar van Riemen : 

"... Van de milieu- en klimaatcrisis, als gevolg van overvloedig consumeren, tot aan de krediet- en economische crisis, als gevolg van het blind najagen van bonussen en financieel gewin. Ook de huidige schuldencrisis is het gevolg van onbeheerste welvaartsgroei, gefinancierd op kosten van de toekomst. Blind en onbeheerst najagen van begeerten is een vorm van geweld."



Vond je dit een interessant artikel ?  Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !





woensdag 22 januari 2020

Reductionisme versus holisme

Ieder van ons beweegt zich tussen twee belangrijke manieren van observeren en weten in onze moderne cultuur :
1) de rationele, reductionistische manier (waarbij de levensverschijnselen versimpeld, vereenvoudigd worden voorgesteld) en
2) de holistische, relationele, intuïtieve manier. De dikke Van Dale definieert holisme als een biologisch-filosofische theorie die de levensverschijnselen bepaald acht door de totaliteit van het levende, die meer is dan de som van de onderdelen.



Verreweg de meest dominante denkwijze is de rationele, reductionistische manier en onze wetenschappelijke -, economische -, financiële - en bestuurlijke instellingen worden erdoor beheerst.
Voor de reductionistische denker bestaat alles in het universum uit verschillende delen. Als we de delen kunnen begrijpen, kunnen we het geheel begrijpen. De fysieke wereld is niets anders dan atomen en moleculen en de sociale wereld bestaat uit niets anders dan zelf-maximaliserende, rationele actoren. Vele wetenschappers en economen hebben de neiging om bepaalde ontwikkelingen te compartimenteren. De reductionistische visie heeft een grote impact. Maar bij diegenen die deze visie uitdragen, daagt het nooit dat het idee van opdelen slechts een mentale constructie is.

In onze dagelijkse relaties met vrienden en familie, in onze niet-rationele bezigheden in de muziek en de kunst, in ons religieuze leven, neigen we naar de tweede manier van denken die eerder holistisch en intuïtief is.

We fietsen bijna moeiteloos - en voor het grootste deel onbewust - heen en weer tussen deze manieren van weten. Voor ons als individu lijkt dat goed te werken, behalve wanneer we een situatie verkeerd inschatten en we het slachtoffer worden van haar ongunstige gevolgen. Meestal krabbelen we dan weer recht en gaan we verder, waarbij we ons aanpassen aan datgene wat we eventueel hebben geleerd.

De samenleving als superorganisme 
Kan hetzelfde worden gezegd van de maatschappij als geheel? Ja en nee. De wereldwijde samenleving kan worden vergeleken met een superorganisme met een eigen logica en wijze van functioneren. Ieder van ons wordt sterk beïnvloed door z'n eigen levenstraject en is beperkt in zijn handelen. Misschien willen we graag iets doen aan de inkomensongelijkheid, de honger in de derdewereldlanden of de klimaatverandering. Maar de complexe interacties en machtsverhoudingen in onze mondiale samenleving bemoeilijken het om veel meer te doen dan een kleine deuk te maken. Zelfs ons persoonlijke lot lijkt onderworpen te zijn aan een reeks gebeurtenissen die we niet kunnen beheersen, maar waar we wel op moeten reageren.

De reductionistische wijze om onze manier van leven enigszins te beheersen gebeurt door manipulatie van zorgvuldig gemeten krachten : massa, temperatuur, vectoren van kracht, energiegradiënten (zowel fysisch als chemisch). We bouwen machines die energie verbruiken om daarmee nog meer machines te bouwen. We organiseren grote openbare werken, bouwen dammen, bruggen en wegen die als slagaders fungeren voor de doorstroom van goederen en mensen. We besproeien het land met chemische meststoffen om de voedselopbrengsten te verhogen en de mensheid te voeden.

De holistische zienswijze zal zich eerder trachten af te stemmen op natuurlijke en sociale krachten. We zeggen dan dat het het beste is om "met de stroom mee te gaan" in zowel de fysieke als sociale dimensies van ons leven. Dit impliceert een intuïtief besef van een gans patroon. De herkenning van patronen wordt dan de ultieme sleutel om de wereld te begrijpen. Maar wat is een patroon? Het is zeker iets dat zich herhaalt, maar niet altijd precies op dezelfde wijze. De bekende Amerikaanse schrijver Mark Twain zei daarover: "De geschiedenis herhaalt zichzelf niet, maar ze rijmt wel".

De holistische benadering probeert het hele plaatje in kaart te brengen, inclusief alle mogelijke uitkomsten en gevolgen. In de wetenschap dat die gevolgen zich oneindig vertakken, weten holistische denkers van tevoren dat het zo goed als onmogelijk zal zijn om het geheel volledig te overzien. 

Zowel de reductionistische - als de holistische aanpak zijn algemene benaderingen om te begrijpen hoe de wereld functioneert. Daarom creëren we allerlei modellen. Als we die modellen verwarren met "de waarheid", kunnen we vast komen te zitten omdat we ons niet aanpassen aan nieuwe informatie en ervaringen. We wijzen informatie die in strijd is met ons model af, in plaats van deze gegevens te omarmen als een nieuw inzicht voor ons aanpassingsproces.

Kortetermijndenken superorganisme                 
"Niets duurt voort behalve verandering" zei de Griekse filosoof Heraclitus. Het wereldwijde superorganisme, zoals beschreven door Nate Hagens in het hierboven geciteerde artikel verandert constant, maar in een richting die de overlevingskansen van de mensheid (en vele andere organismen en diersoorten) voortdurend ondermijnt. Dat organisme ziet de wereld als onderdelen die gecontroleerd en geëxploiteerd moeten worden, niet slechts gedeeltelijk en tijdelijk, maar volledig en permanent. De perceptie dat het universum een naadloos geheel is waar een overwinning door vakmanschap op de ene plek een gevaarlijke mislukking betekent op een andere plaats : daarvan wordt dit superorganisme zich nooit bewust.

Zoals Hagens het beschrijft, begrijpt het wereldwijde menselijke superorganisme niet dat er ons een toekomst wacht waarin de gevolgen van haar daden zich zullen manifesteren in een kolossale systemische ineenstorting. Er is slechts de hongerige muil van het nu, van het kortetermijndenken, van onmiddellijke bevrediging, van directe controle en beheersing.

Het gaat er niet om de reductionistische manier uit te bannen. Eerder om het te erkennen als een benaderingswijze die haar beperkingen heeft en nooit het hele universum zal omarmen. Een model dat net zo foutgevoelig is als elk ander model en dat nooit in de buurt van "de waarheid" zal komen omdat, zoals Heraclitus ons vertelt, in ons levensveld alles altijd aan verandering onderhevig is.

Bron : resourceinsights.blogspot.com
            (overgenomen en aangepast)



Vond je dit een interessant artikel ?  Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !




















donderdag 12 december 2019

100.000x dank !

Op dinsdag 10 december rondde deze blog de kaap van 100.000 paginaweergaven. Een - bescheiden - mijlpaal. Oprechte dank aan iedereen die kort of lang een kijkje kwam/komt nemen op systeemcrisis.blogspot.com.

De samenleving bevindt zich in het volle van een beschavingscrisis, een crisis van ons waardensysteem. We staan op een kruispunt. Doorgaan of van koers veranderen ? 

'Opinions are cheap, facts are expensive'. Zo ongeveer iedereen heeft een mening over ecologie, energie, economie, politiek, klimaat, migratie enz. Het bestuderen van de tekenen des tijds en hun onderlinge samenhang vergt echter stevig wat research en analyse. 

Het onbegrip over de onderlinge verbanden van de problemen die steeds dieper inhakken op onze samenleving, is vooral problematisch op het niveau van de beleidsbepalers. Hoe kan men moeilijke kwesties aanpakken en oplossen als die onvoldoende worden begrepen ? Tegelijkertijd is een deel van de bestuurselite perfect op de hoogte van de netelige wereldtoestand, maar communiceert daarover niet naar het grote publiek toe.

Het is zo goed als zeker dat de financiële markten - en dus de wereldeconomie - in 2020/2021, net als in 2008/2009, in zwaar weer zullen terechtkomen. Daarover zal ik jullie in de komende tijd, in de mate van het mogelijke, berichten. 

Bij deze beloof ik om in de loop van volgend jaar wat meer te posten. 

Ik dank iedereen van harte voor de welgemeende - blijvende - belangstelling.

Graag prettige feestdagen en een succesvol 2020 toegewenst !

dinsdag 29 oktober 2019

Schalieolie zal de wereldeconomie niet redden

Zowel Barack Obama als Donald Trump hebben propaganda gevoerd voor het Amerikaanse schaliefenomeen. Weinig analisten realiseren zich dat gedurende het afgelopen decennium schalieolie doorslaggevend was bij het overeind houden van de globale economie. Dit soort oliewinning werd - en wordt - dikwijls voorgesteld als een soort van toekomstig eldorado dat in staat zou zijn om de energetische honger van de wereldeconomie te stillen. Die inschatting is echter verkeerd.

Olie is het zwarte goud van de wereldeconomie. Olie heeft een enorme bijdrage geleverd aan de economische - en sociale ontwikkeling van de menselijke samenleving. Olieproducten creëren jobs, leveren energie aan de elektriciteitsindustrie, verwarmen huizen en voorzien in brandstof om goederen en mensen over de hele wereld te vervoeren.


Figuur 1
Deze grafiek van de Amerikaanse analiste Gail Tverberg van ourfiniteworld.com toont duidelijk aan hoe sterk energieconsumptie, olieconsumptie en economische groei (BBP) wel met elkaar gecorreleerd zijn.
-------

(On)conventionele olie
Om een goed idee te krijgen van de productie van olie, dienen we een onderscheid te maken tussen conventionele olie (gewonnen uit olievelden) en niet-conventionele olie (gewonnen uit teerzand en schalie). 
Vooral sinds 2010 heeft de ontwikkeling van schalieolie een hoge vlucht genomen. De technisch winbare schalieolievoorraad in de wereld is enorm. Toch wordt praktisch uitsluitend in de Verenigde Staten dit soort olie geëxploiteerd. De VS zijn momenteel de grootste producent van het zwarte goud en schalieolie maakte in 2017 54% uit van de totale Amerikaanse olieproductie.

Fracking : complex, kostelijk, vervuilend
Toen bepaalde oliebronnen begonnen uit te drogen, gingen bedrijven dieper boren naar de harde steenlagen, de schalie waarin olie en gas gevangen zit. Eerst vindt er een gewone, verticale boring plaats. Daarna stuwt men de boorpijp horizontaal in de steenlaag. Het gesteente wordt met een mengsel van water, zand en chemicaliën gebroken, waardoor gas of olie vrijkomt. Vandaar het begrip 'fracking' (hydraulisch kraken). 


Figuur 2

Om gas of olie uit gesteente te halen moet men niet alleen diep boren. Omdat de lengte van het horizontale boren beperkt is, zijn er ook veel boorgaten nodig. Een boring van 3 kilometer lang is ook bijzonder duur. Om één groot schalieveld te ontginnen zijn er honderden tot duizenden boringen nodig. En voor elk boorgat heeft men ook enorme hoeveelheden water nodig : van een paar duizend - tot wel 30.000 kubieke meter. Naast massale hoeveelheden water moet er ook zand worden aangevoerd om de breuken in de schalie open te houden. Een deel van het geïnjecteerde - en licht radioactieve - water komt terug naar boven en moet naar een veilige plek worden gebracht. Al dat transport kost veel energie. 

Verder zijn er ook chemicaliën nodig om bacteriën te doden, de boorpijpen te smeren en corrosie te bestrijden. Niet alleen veroorzaken de kleine explosies die voor het fracken noodzakelijk zijn aardbevingen, er komen zowel in het grondwater als in de lucht ook schadelijke stoffen terecht. 

De schalieproductie is een van de vervuilendste activiteiten ter wereld. Naast vervuild water komt er bij het productieproces veel methaangas vrij, ook wel 'CO2 op steroïden' genoemd. Het is een van de krachtigste broeikasgassen, 265 keer sterker dan CO2. 
De effecten van die grootschalige schalie-exploratie vertonen zich ook in andere sectoren : een onstuitbare productie aan plastic die de oceanen en rivieren van de wereld massaal vervuilt. 

Fracken is dus moeilijk, zeer kostelijk en bijzonder milieuonvriendelijk.

Figuur 3


Figuur 4

Schalie houdt wereldeconomie recht

Uit bovenstaande afbeeldingen blijkt duidelijk dat de productie van conventionele olie stagneert. Tegelijk heeft de winning van onconventionele olie sinds 2010-2011 een hoge vlucht genomen. 

Figuur 5
Figuur 5 laat zien dat de Verenigde Staten bijna 75% van de olieproductiegroei sinds 2008 - vooral als gevolg van de schalieboom - voor hun rekening hebben genomen. De andere olieproducerende landen (de OPEC, Rusland enz) zijn slechts verantwoordelijk voor nog geen 10% van die stijging. Zie ook hier en hier

Als men figuren 3,4 en 5 bekijkt, dringen zich twee conclusies op : schalieolie is onontbeerlijk geworden voor het welvaren van de globale economie; en, met uitzondering van de VS, Canada en Irak, worden zo ongeveer alle andere olieproducerende landen, zelfs Saoedi-Arabië, geconfronteerd met piekolie

Schalie is onrendabel
Zoals vermeld in de inleiding, menen vele beleidsmakers en analisten in de VS en daarbuiten, dat de Amerikaanse schalieolie de globale economie blijvend zal ondersteunen. Niets is verder van de waarheid. Er zijn verschillende redenen waarom het schalieboren een doodlopende straat is.

De toekomst van de schaliebusiness is gebaseerd op al te optimistische veronderstellingen. We citeren uit het gedetailleerde rapport van het Post Carbon Institute 'Shale Reality Check' (door David Hughes) van februari 2018 : 
"In de Jaarlijkse Energievooruitzichten voor het jaar 2017 van de Amerikaanse Energieadministratie wordt voorspeld dat in de periode 2015-2050 1,29 miljoen bronnen zullen worden aangeboord om olie en gas te winnen uit zowel conventionele als niet-conventionele reservoirs. Gerekend aan 6 miljoen dollar per bron bedraagt het totale kostenplaatje 7,7 biljoen dollar. ... Omdat de toekomstige schalieproductie en de hoeveelheid exploiteerbare bronnen door de Energieadministratie overschat worden, is het onwaarschijnlijk dat dat al deze reserves zullen worden aangeboord. Het lijdt geen twijfel dat de VS op korte - en middellange termijn aanzienlijke hoeveelheden schaliegas en -olie kunnen produceren. De onrealistische voorspellingen voor de lange termijn doen echter afbreuk aan een haalbare energiestrategie voor de verdere toekomst. Het grote optimisme voor energetische duurzaamheid vanwege de Energieadministratie is absoluut onterecht. Naarmate de goede bronnen uitgeput raken, zullen de kosten oplopen en zullen er meer booroperaties moeten plaatsvinden om de productie op peil te houden en/of dalingen te compenseren."

Een studie van de United States Geological Society (USGS) bewijst dat er in het westen van Texas nog veel niet-ontdekte schalieolie aanwezig is. Onafhankelijk oliespecialist Art Berman berekende echter dat er 318.000 bronnen zullen nodig zijn om die olie boven te halen. Kostprijs : 3.000 miljard dollar. De vraag met betrekking tot deze en gelijkaardige investeringen luidt als volgt : waar komt het geld vandaan, rekening houdend met de grote Amerikaanse overheids- en privéschulden? Berman zegt dat vooraleer deze olievoorraad rendabel kan zijn een olieprijs van 135 dollar/vat noodzakelijk is. Zulk een prijsniveau is voor de globale economie evenwel onbetaalbaar : sinds kort vertraagt de internationale economie en dat met een olieprijs die dit jaar niet hoger noteerde dan 70 dollar. 

Schaliebronnen produceren gewoon niet zoveel als ze beloven (lees ook hier en hier). Volgens Berman kan men in de meeste gevallen niet meer dan 60 of 70% van de vooropgestelde reserves oppompen. De verbeterde boortechnologie heeft slechts geleid tot een snellere uitputting van de olie- en gasreserves, niet tot een groei van de totale productie. Dit soort technologische vooruitgang is onderworpen aan geologische limieten. Daarbij komt nog dat het decennia duurt om technologie te ontwikkelen en rendabel te maken.

Nog steeds volgens Berman bedraagt de gemiddelde uitputtingsgraad voor schalie maar liefst 30% per jaar. Noteer dat de uitputtingsgraad voor conventionele olievelden buiten de OPEC slechts 6% bedraagt. Na ongeveer drie en een half jaar produceert een schaliebron dus niets meer. Dan Steffens, voorzitter van Energy Prospectus Group, stelt vast dat in 2019 de productiviteit van schalieolievelden in de VS praktisch tot nul is teruggevallen.


Figuur 6

Sinds 2014 (zie figuur 6) zit de olieprijs in een dalende - of stagnerende trend. En omdat bronnen in sneltempo opdrogen, zijn schaliebedrijven verplicht om steeds nieuwe, kapitaalintensieve boringen uit te voeren. 

Voor Manuel Sintubin, professor geologie aan de KULeuven is de korte levensduur van een bron (na 1 of 2 jaar valt de productie terug op 60 tot 70%) de doodsteek voor de schaliesector : "Men werkt op de limieten van wat geologisch mogelijk is. Ik zie dat niet lang meer duren. De belangrijkste velden en zeker de beste plekken zijn allemaal in exploitatie. Wie weet over 5 jaar spat dat hele zootje uit elkaar en is het gedaan met de shale boom."

Schaliesector in het rood
De schaliebusiness kampt met grote financiële problemen omdat de verkoopprijzen te laag zijn. Een hogere olieprijs zou de motor van exploratie en ontwikkeling weer doen aanslaan. Gail Tverberg bewijst echter dat de wereldeconomie (grote globale schuld en te veel werknemers met te lage lonen) geen hoge olieprijs meer aankan. 

De schalieindustrie heeft gedurende jaren kapitaal verbruikt waarbij veel rode inkt werd geschreven. Die branche heeft, sinds de aanvang van de schalierevolutie, consistent negatieve cash flow laten optekenen. 


Figuur 7

Een onderzoek naar 29 bedrijven (zie figuur 7) die actief zijn in de schalieoliebranche toont aan dat ze gedurende het eerste trimester van dit jaar samen 2,5 miljard dollar verlies hebben geleden. Sinds 2010 hebben die schaliebedrijven een negatieve cash flow van 184 miljard dollar gerealiseerd. De Wall Street Journal meldt dat het aantal faillissementen toeneemt en dat beleggers zich beginnen af te keren. De kleine en middelgrote bedrijven hebben het zeer lastig en krijgen steeds moeilijker toegang tot kapitaal waardoor ze besparingen moeten doorvoeren.

Een analyse van 40 Amerikaanse schalieoliemaatschappijen door Rystad Energy, een onafhankelijke onderzoeksorganisatie in Noorwegen, onthulde hoe slecht de zaken in het eerste kwartaal van 2019 waren gegaan: "De kloof tussen de kapitaaluitgaven en de kasstroom uit operationele activiteiten heeft een duizelingwekkende 4,7 miljard dollar bereikt. Dit impliceert een enorme overbesteding, die sinds het derde kwartaal van 2017 niet meer is voorgekomen".

Met andere woorden, de kapitaaluitgaven - het geld dat werd besteed aan het boren naar olie - waren alleen al in het eerste kwartaal van 2019 hoger dan de kasstroom uit operationele activiteiten (geld verdiend met de verkoop van olie). En de resultaten van het tweede kwartaal brachten geen beter nieuws, met veel schaliebedrijven die te lijden hebben onder grote waardedalingen. 



Dieptepunt conventionele exploratie
De conventionele olie- en gasvondsten van de jongste 3 jaar bevinden zich op het laagste niveau in 70 jaar! (zie de ontwikkeling van het groene blokje 'NFW' op bovenstaande grafiek) en volgens een nieuw rapport van IHS Markit, bekende leverancier van bedrijfsinformatie, wordt geen significante opleving verwacht. 

De jarenlange terugval van de olieprijs heeft de exploratie van conventionele olie op meerdere manieren getroffen. Niet alleen sneden bedrijven in de kosten en annuleerden ze riskantere projecten, maar de oliemaatschappijen en de investeerders begonnen het schalieboren als inherent minder onzeker te zien. Grootschalige conventionele olieprojecten, zoals het boren voor de kust in diep water, vereisen veel tijd. Het frackingproces verloopt echter veel 
sneller : bedrijven zijn in staat om projecten in een kwestie van weken of maanden om te keren. 

Majors ook in schalie
Vandaar dat de jongste jaren ook de oliereuzen (BP, Chevron, ExxonMobil, Shell, Total, Eni en ConocoPhillips - ook wel 'majors' genoemd) in de schaliebusiness zijn gestapt. Omwille van hun omvang, kunnen ze zich bij het investeren in individuele schalieprojecten gedurende een zekere tijd verliezen veroorloven. In de tussentijd realiseren ze elders - onshore en offshore - de nodige winsten om hun frackinginvesteringen uit te breiden. 

De data (zie hier en hier) onthullen dat de majors het momenteel lastig hebben om geld te verdienen met schalie. De financiële situatie van Chevron, Exxon en Conoco is verslechterd sinds ze zich met schalie hebben ingelaten. Vandaag, bij een gelijke olieprijs als in 2005, verdienen de grote 3 in de VS een pak minder geld met hun Amerikaanse operaties én spenderen ze heel wat meer aan Capex

Insiders negatief
In de loop van 2019 hebben ook enkele prominente insiders zich negatief geuit over de schalieboom. Steve Schlotterbeck, vroegere CEO van EQT (een groot schaliegasbedrijf) tijdens een olieconferentie midden juni in Pittsburgh : "Ik ken geen enkel ander geval van een disruptieve technologische verandering die de industrie zoveel geschaad heeft" en "In iets meer dan een decennium hebben de meeste ondernemingen een heel groot procent van de waarde van hun eigen bedrijven, zoals die er was bij aanvang van de schalierevolutie, vernietigd. Het is echt moeilijk om zich de omvang van de waardevernietiging voor te stellen die heeft plaatsgevonden. En dat gaat maar door."

Schlotterbeck heeft berekend dat sinds 2008 de schalieindustrie 80% van haar waarde heeft vernietigd. Hij zegt dat er sinds 2015 172 exploratie- en productiebedrijven de boeken hebben neergelegd.

Een tweede getuigenis van een insider dat de schaliebranche verlieslatend is, komt van CEO Scott Sheffield van Pioneer Natural Resources, een belangrijk Texaans frackingbedrijf. Sheffield verklaarde aan analisten dat de 'sweet spots' in het Permische bekken aan een hoog tempo uitgeput raken. 'Sweet spots' - een groot deel van de schalieboom is net gebaseerd op hun exploitatie - zijn specifieke oliedeposito's met zodanig lage exploitatiekosten dat booroperaties gerechtvaardigd zijn. Andere deposito's zijn minder rendabel.

Onrealistische beleggers
De schaliebusiness houdt nog altijd stand omdat investeerders, op zoek naar kortetermijnopbrengst in een wereld van zeer lage rentevoeten, kapitaal blijven spenderen. Zonder die lage rentestanden was er geen sprake geweest van een schalieboom. 
Dé vraag is waarom beleggers al jarenlang middelen investeren in een zakelijke activiteit die én hun kapitaal opsoupeert én waarbij geen reële hoop bestaat op langetermijnopbrengsten ? 

Een mogelijke reden is dat ze zich hebben verkeken op de juistheid van de oliereserves die door de schaliefirma's worden opgegeven. De hoeveelheid olie die potentieel aanwezig is in een formatie kan belangrijk zijn. Maar waar het om gaat is of men er winst kan mee maken en dat op lange termijn. Het is niet omdat een olieveld technologisch kan worden geëxploiteerd dat zulk een deposito daarom ook automatisch economisch rendabel is. 

Samenvatting
De toevoer van schalieolie was essentieel voor het globale economische welzijn vanaf 2010. Maar de exploitatie van dit soort olie is geen walhalla. Het schalieboren is moeilijk, milieuonvriendelijk, veroorzaakt aardbevingen en is op lange termijn onrendabel. De industrie is verlieslatend en vernietigt op grote schaal economische waarde.
De conventionele oliepiek en de snelheid van zowel opstarten als stopzetten van het frackingproces zijn enkele redenen waarom ook de grote oliebedrijven zich in het schalieavontuur hebben begeven. Hebben zij én internationale beleggers zich miskeken op de juistheid van geprognosticeerde oliereserves ?

Een crash op de financiële markten zou niet alleen investeerders veel geld doen verliezen, het zou ook een beslissende klap toebrengen aan de gehele Amerikaanse schaliebranche. Ook de globale economie zal daarvan schade ondervinden.

Steven Kopits, bedrijfsleider van Princeton Energy Advisors, legt zelfs een verband tussen goedkope olie, de Euro, de problemen in Italië en het toenemende populisme. De voorlaatste zin van zijn artikel is veelzeggend : "Laten we hopen dat Amerikaanse schalie zoveel olie kan leveren als de wereld nodig heeft, want het westerse liberalisme staat op het spel."  

Oplossingen
De wereld kampt met een structureel olieprobleem : conventionele olie piekt en onconventionele olie - schalie - heeft geen toekomst.Wat dient er dan te gebeuren om het hierboven vermelde crashscenario enigszins af te zwakken? 

Het organiseren van een grote olieconferentie op het niveau van de Verenigde Naties zou een eerste stap zijn. Daar kan worden nagegaan hoe de resterende oliereserves efficiënt en eerlijk kunnen worden aangewend om de wereldgemeenschap in haar geheel van dienst te zijn. Een verdere stap is het 'internationaliseren' van de gehele oliebranche, het wettelijk onder internationale voogdij brengen van de olieindustrie. Dat werkt efficiënter en zal de productiekost van olie in toom houden. 

Goede afspraken zorgen ervoor dat zowel producenten als consumenten kunnen genieten van een voor beide partijen bevredigende olieprijs. Dergelijke regelingen (olieconferentie en onder internationaal mandaat brengen van de oliesector) zullen het olietijdperk verlengen. Zodanig dat er meer tijd vrijkomt om andere energievormen, die hard nodig zijn, te ontwikkelen.


Vond je dit een interessant artikel ?  Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !


















































vrijdag 16 augustus 2019

China's problemen zijn onze problemen

China heeft na de financiële crisis van 2008 een zeer belangrijke rol gespeeld in het overeind houden van de wereldeconomie. Zo heeft het land de laatste 10 jaar maar liefst een derde van de wereldgroei voor haar rekening genomen. Net die crisis deed de Chinese leiders besluiten om het geweer van schouder te veranderen en de eigen exportgerichte economie te transformeren naar een consumptiemodel. Die overgang verloopt echter moeizaam. 
Onlangs werd bekend dat China de laagste economische groei realiseerde van de laatste 27 jaar. Veel meer dan het handelsconflict met de Verenigde Staten, zijn de grote structurele problemen van China verantwoordelijk voor die zwakke prestatie. Die moeilijkheden dreigen ook de wereldeconomie ernstig te schaden.



In 2001 werd China toegelaten tot de wereldhandelsorganisatie (WTO). Dankzij o.a. haar leger aan goedkope arbeidskrachten groeide het uit tot de 'fabriek van de wereld'. En bereikte het op korte tijd de status van economische wereldmacht. Vele analisten kijken op naar China als exportmacht. Maar voor de rest van de wereld heeft het eveneens een waardevolle rol gespeeld als importeur.


Na 2008 : focus op consumptie

China's enorme fiscale stimulus van eind 2008 maakte het mogelijk om de importgroei te hervatten en dat was cruciaal om te voorkomen dat de kredietcrisis in iets veel ergers was uitgemond.

Zo ongeveer elke exportnatie, van China tot Europa, is afhankelijk  de Verenigde Staten. Want de Amerikaanse consumenten zijn van een hele reeks goederen de belangrijkste afnemers ter wereld. Amerika vertegenwoordigt met 3% van de wereldbevolking maar liefst 20 à 25% van de wereldvraag naar producten. Dat is meteen de reden waarom ieder land de eigen munt wil devalueren ten opzichte van de dollar als er economische tegenwind opsteekt.


De exportlanden hebben ervoor gekozen om te verkopen aan de VS eerder dan om de eigen binnenlandse markt volledig te ontwikkelen. China heeft dit essentiële onderscheid goed begrepen en heeft ervoor geopteerd om de focus te verleggen naar het uitbouwen van de eigen economie. Dat proces werd vooral in gang gezet na de globale crisis van 2008-2009 die ongunstig was voor de Chinese export.


De Chinese regering - men zal er alles aan doen om een nieuw Tiananmenprotest (1989) te voorkomen - hecht een groot belang aan de stabiliteit in het land. Daarom was het nodig om de werkgelegenheid te bevorderen en voldoende economische groei te realiseren teneinde de lonen te doen stijgen. Consumenten moesten hun geld spenderen, de vastgoedsector moest groeien enz. Beijing zag na het debacle van 2008 geen andere mogelijkheid dan een enorme kredietgroei aan te zwengelen.


Geen pijnloze overgang




Deze grafiek geeft aan hoezeer de Chinese schulden zijn opgelopen. Sinds 2008 heeft China de geldhoeveelheid maar liefst driemaal meer verhoogd dan de VS.


Portfoliomanager Rupal Bhansali van Ariel Investments beweert dat op 10 jaar tijd de totale bankactiva in China zijn aangedikt van 9.000 miljard naar 41.000 miljard dollar. Ter vergelijking: de totale activa in het Amerikaanse banksysteem bedragen ongeveer 18.000 miljard en in Japan is dat iets van een 10.000 miljard dollar.


Het Chinese schuldenprobleem is gecompliceerd. Vooral de centrale overheid en de lokale overheden hebben grote schulden opgestapeld - vooral voor het uitbouwen van de infrastructuur - en dat met zowel balansgenoteerde als zogenaamde buitenbalansschulden ('off balance'). Maar ook huishoudens hebben de laatste 5 jaar heel wat schuldverplichtingen aangegaan.


Het is duidelijk dat de transitie van China van fabricage naar consumptie en diensten niet pijnloos verloopt. Historisch gezien gaat een dergelijke omslag altijd gepaard met grote moeilijkheden.


China zit opgescheept met torenhoge schulden, enorme overcapaciteit, leeglopende zeepbellen (vastgoed) en niet-winstgevende staatsbedrijven. China is het land van grootschalige verkeerde investeringen : spooksteden, spookvliegvelden, spookfabrieken enz. (lees hierhier en hier). De Chinese stimuleringsmaatregelen sorteren vandaag minder effect omdat de economische groei niet meer uitsluitend door de overheid wordt bepaald maar ook door consumptie en diensten.


Het aantal faillissementen is nog nooit zo hoog geweest. Met de oprichting van rechtbanken die specifiek falingen zullen behandelen - wat in China nog niet bestond - tracht men zombiebedrijven te doen verdwijnen, het bedrijfsleven efficiënter te maken en overcapaciteit aan te pakken. Maar een ordentelijke schuldenafbouw zonder grote schokken lijkt zo goed als onmogelijk.


Structurele problemen

Zo ongeveer alle Chinese statistieken zijn onbetrouwbaar. Verschillende waarnemers zijn van mening dat de economische groei - die nodig is om schulden terug te betalen - waarschijnlijk lager is dan de officiële cijfers laten zien. Bovendien viel in het tweede kwartaal van dit jaar de - allicht opgepompte groei - terug tot 6,2%, de zwakste prestatie in 27 jaar.

En dat naar Chinese normen tegenvallende resultaat is zoals eerder vermeld niet alleen terug te voeren op het handelsconflict met de VS. Afgezien van haar grote schuld kijkt China aan tegen een stel belangrijke structurele langetermijnproblemen : 


Bron : David Rutledge "Estimating Long-Term World Coal Production with Logit and Probit Transforms" Excel Workbook (2011)

De voornaamste energiebron van China is steenkool en de kolenproductie zou volgens bovenstaande grafiek een piek bereiken in 2025 en dan structureel afnemen. Volgens de Amerikaanse analiste Gail Tverberg werd die top reeds bereikt in 2013.



Net als het Westen zit China met een vergrijzingsprobleem (wegens de jarenlange eenkindpolitiek, die in 2015 wel werd afgeschaft). Tussen 2011 en 2018 slonk de werkzame beroepsbevolking met 2,8% en die dalende trend zal zich doorzetten (zie beeld hierboven).

Op zoek naar meer productiviteit

Volgens Chinakenner Marshall W. Meyer is de lage industriële productiviteit het meest fundamentele Chinese probleem. Productiviteit (het gemeten bruto binnenlands product per gewerkt uur) is voor iedere economie de belangrijkste stuwkracht voor welvaart op lange termijn. 


Groei arbeidsproductiviteit (BBP per gewerkt uur, gebaseerd op OESO-cijfers van 2017)  -   Bron : Bogumila Mucha-Leszko (researchgate.net) 

De Poolse econoom Mucha-Leszko toont in een studie aan hoe de productiviteit in alle grote economische machten achteruitboert. Sinds 2013 evolueert ook in China de productiviteit in de meeste industriële sectoren negatief. Om haar excessieve schulden baas te blijven is een stijging van de productiviteit dus noodzakelijk. Daarom is het land hard bezig voet aan de grond te krijgen in toonaangevende industriële activiteiten met een hoge toegevoegde waarde (groene energie, robotica, artificiële intelligentie enz.).


In die race om nummer 1 te worden in innovatie en technologie hebben de Chinezen echter af te rekenen met de Verenigde Staten. Sommige analisten beweren zelfs dat het conflict met Amerika uiteindelijk niet gaat om handel maar dat er een heuse 'tech-oorlog' woedt. 


Dit streven naar een hogere productiviteit en het herstructureren van de economie doet de spanningen in de Chinese samenleving ernstig toenemen. De lonen in de Oost-Chinese steden stijgen pijlsnel maar de loonontwikkeling in het binnenland hinkt achterop. Stijgende huizenprijzen vergroten eveneens de kloof tussen arm en rijk.


Economische - versus financiële stabiliteit

De voornaamste bron van legitimiteit van de Communistische Partij is het zorgen voor jobzekerheid, goede lonen en alles wat samenhangt met continue economische groei. Haar stabiliteit - en die van het land - gaan boven alles. Het gesloten Chinese staatskapitalistische model maakt echter dat noodzakelijke hervormingen slechts traag worden doorgevoerd, dat de privésector beperkingen krijgt opgelegd en dat er onvoldoende gebruikt gemaakt wordt van vrije markten.

Na de schok van de aandelencrash van 2015-2016 begreep president Xi Jinping en zijn regering dat de centrale overheid controle diende te verwerven over het financiële systeem (schaduwbanken!) en alle vormen van schuld. Vanaf midden 2018 is er wel een proces van kredietbeperking op gang gekomen maar de opdracht blijft reusachtig. Volgens de analisten van Clearwater Capital kampt meer dan 3.000 miljard dollar van de totale Chinese schuld met ernstige moeilijkheden. 


Maar Beijing zit geprangd tussen het tegelijk bewaren van economische stabiliteit (de noodzaak om een hoge - onhoudbare - economische groei te realiseren) en financiële stabiliteit (het afkicken van de schuldverslaving zal onvermijdelijk de economische groei aantasten). De werkgelegenheid in de dienstensector stagneert en valt in de industrie zelfs wat terug. Daarom heeft de regering van jobcreatie een topprioriteit gemaakt. Bovendien viert de Communistische Partij in 2021 haar 100ste verjaardag en die kan zich daarom geen recessie veroorloven.


Gevolgen nieuwe devaluatie

Om een interne crisis te voorkomen, zal de Chinese regering een klassieke remedie toepassen: het devalueren van de renmimbi. De devaluatie in 2015 veroorzaakte behoorlijk wat onrust op de internationale financiële markten : er ontstond toen een massale kapitaalvlucht en de Chinese deviezenreserves smolten als sneeuw voor de zon. 

Met een grote waardevermindering van de renmimbi zou China haar overcapaciteit naar de rest van de wereld kunnen exporteren en een wereldwijde deflatiegolf op gang brengen. De wereldhandel, die nu al in een dalende trend zit (zie blz 2), zou een bijkomende klap moeten verwerken. Protectionisme zou hoogtij vieren en van een handelsgeschil zouden we evolueren naar een mondiale handelsoorlog.


Deze 10 grafieken tonen aan welk effect de Chinese groeivertraging wel heeft op de wereldeconomie (link).

China zal een echt forse devaluatie - op 4 augustus van dit jaar werd de 3e gecontroleerde devaluatie van de laatste 5 jaar doorgevoerd - zo lang mogelijk trachten af te wenden. Want andere concurrerende Aziatische landen zullen als reactie zelf beginnen devalueren. 


De Spaanse econoom Daniel Lacalle is er overigens van overtuigd dat een muntafwaardering de economische problemen van China niet zal oplossen. Niet alleen spaarders, werknemers en gepensioneerden (koopkrachtvermindering en terugbetalen van leningen wordt moeilijker) worden geraakt, ook bedrijven (kostenstijging) en het financieel systeem (schulden worden riskanter) ondergaan de weerbots. De Chinese autoriteiten dienen veeleer diepgaande structurele hervormingen door te voeren.


Conclusies

De Chinese economische groei, die zeer belangrijk is voor de wereldgroei, valt terug. Belangrijke structurele problemen, die onvoldoende worden aangepakt, zijn hierbij aan het licht gekomen. Een doorgedreven devaluatie zal negatieve gevolgen hebben voor de wereldeconomie. Belangrijke exportlanden, waaronder ook België en Nederland, zullen zich daaraan niet kunnen onttrekken.

Vond je dit een interessant artikel ?  Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !