Nicholas Georgescu-Roegen (1906 - 1994) was een Roemeens-Amerikaans statisticus en econoom die bekend staat als de voornaamste grondlegger van de ecologische economie. Hij was de eerste econoom met een zekere reputatie om te beweren dat alle minerale hulpbronnen van de aarde op een gegeven moment zullen uitgeput zijn.
Meerdere collega's beschouwden hem als een man die op zijn tijd vooruit was. Hij heeft wereldwijd zowel prominente tijdgenoten als activisten geïnspireerd. De ontgroeibeweging, die in de vroege jaren 2000 in Frankrijk en Italië ontstond, beschouwt hem als haar boegbeeld.
Georgescu werd door velen (o.a. door Nobelprijswinnaar Paul Samuelson) aanzien als een van de grootste economische denkers van de vorige eeuw. Ondanks deze blijken van bewondering en het gelobby van Roemeense landgenoten, werd hem nooit de Nobelprijs toegekend.
Economie afhankelijk van de aarde In zijn baanbrekende magnum opus "The Entropy Law and the Economic Process" argumenteert hij dat economische schaarste onlosmakelijk verbonden is met de fysieke realiteit, dat alle natuurlijke bestaansmiddelen onomkeerbaar aan waarde verliezen als ze in het economische proces worden opgenomen.
In dat boek zegt hij ook dat de draagkracht van de aarde, dat wil zeggen de capaciteit van de planeet om de wereldbevolking en haar consumptieniveau te handhaven, in de toekomst hoe dan ook zal terugvallen omdat de eindige grondstoffenvoorraad steeds verder wordt geëxploiteerd. Op die manier is volgens hem de wereldeconomie in haar geheel op weg naar een onvermijdelijke toekomstige ineenstorting, die de ondergang van de menselijke beschaving zal inluiden.
Georgescu wilde de wereldeconomie tot op zekere hoogte afbouwen en het foutieve gangbare paradigma van de neoklassieke economie vervangen door zijn eigen bio-economie. Hij beschouwde de aarde als de exclusieve primaire bron van alle productiefactoren. Het is duidelijk dat noch de neoklassieke-neoliberale benadering, noch het marxisme, noch de Keynesiaanse macro-economie rekening houdt met het grote belang van natuurlijke hulpbronnen in de economie.
Entropie
Georgescu introduceerde de term 'lage entropie' voor waardevolle natuurlijke hulpbronnen en de term 'hoge entropie' voor waardeloze afval en vervuiling. Het economische proces, bekeken vanuit een fysieke invalshoek, doet niets anders dan onveranderbaar lage entropie in hoge entropie transformeren. Het onomkeerbare van dit economische proces is de reden waarom natuurlijke hulpbronnen schaars zijn. Door die omzetting wordt er voor de mensheid een stroom van natuurlijke rijkdommen - en dus levensmogelijkheden - vrijgemaakt.
De moderne gemechaniseerde landbouw is historisch ontstaan als een resultaat van de groeiende bevolkingsdruk. Maar machines, chemische bemesting en pesticiden zijn voor hun werking allemaal afhankelijk van grondstoffen. Het gevolg daarvan is dat zowel de moderne landbouw, de geïndustrialiseerde voedselproductie als de distributiesystemen praktisch net zo afhankelijk zijn van de grondstoffenvoorraad van de aarde als de industrie altijd al is geweest.
Georgescu waarschuwde dat deze situatie een belangrijke reden vormt voor het afnemen van de draagkracht van onze planeet. In zijn visie is de overbevolking een dynamisch langetermijnfenomeen, een bijproduct van groeiende minerale schaarste.
Het bovenstaande schema maakt het economische productie- en consumptieproces duidelijk: we gebruiken en transformeren natuurlijke hulpbronnen, energie en materialen ('lage entropie') om goederen te vervaardigen. Maar die omzetting heeft dus verspilling, afval en vervuiling ('hoge entropie') tot gevolg. Deze transformatie evolueert slechts in een richting en is onomkeerbaar. We dragen onze productieresiduen dus terug over aan de natuur. Op die manier zal de entropie van zowel het milieu als de economie gestaag toenemen.
Daarbij komt nog dat alle door de mens vervaardigde kapitaalgoederen na verloop van tijd in waarde gaan dalen, verslijten en dienen vervangen te worden. Aan de basis van deze kapitaalgoederen ligt altijd weer het gebruik van delfstoffen. De economische ontwikkeling is in essentie een proces van constant toenemende entropie. Georgescu verwierp dus de notie van oneindige vervangbaarheid zoals die opgeld maakt onder neoklassieke economen.
Sociale theorie
Georgescu heeft eveneens een sociale theorie ontwikkeld. Hij argumenteerde dat de economische strijd om te werken en een inkomen te verwerven in grote mate een uitbreiding en voortzetting is van de biologische overlevingsstrijd :
"Zoals Marx geloof ik dat het sociale conflict niet alleen in de mens haar oorsprong vindt maar ook te verklaren is door de materiële condities van de mens. Maar in tegenstelling tot Marx ben ik van mening dat, precies omdat dit conflict zulk een basis heeft, dit niet kan worden geëlimineerd door een menselijke beslissing, noch door enige sociale ontwikkeling van de mensheid."
Zelfs als oorlogen en revoluties een herverdeling konden bewerkstelligen, zal de economische strijd en het sociale conflict blijven bestaan. In om het even welke sociale orde zullen er heersers zijn en overheersten en dat heersen is in grote mate een voortzetting van de biologische strijd ter overleving. Als gevolg van deze stoffelijke condities hebben de leidende klassen uit verleden en heden steeds teruggegrepen naar geweld, ideologie en manipulatie om hun privileges te verdedigen. De economische strijd is dus niets anders dan het verderzetten van de biologische strijd.
Toekomstpessimisme
Georgescu was inderdaad niet bepaald optimistisch over de toekomst van het mensdom. De capaciteit van de aarde om de wereldbevolking en het nodige consumptieniveau te behouden neemt af omdat de eindige voorraad grondstoffen constant wordt aangewend. Anderzijds geloofde hij dat het collectief beperken van onszelf op een permanente en vrijwillige basis voor het veronderstelde voordeel van onbekende toekomstige generaties, ingaat tegen onze biologische natuur.
Zijn conclusie luidt dat we onszelf niet kunnen helpen en dat de wereldeconomie zal blijven groeien tot een onomkeerbare grens. Zoals hij het ziet zijn we gedoemd tot destructie en ondergang :
"Bevolkingsdruk en technologische vooruitgang brengen de 'loopbaan' van de menselijke soort dichter bij haar einde, omdat beide factoren een snellere vermindering van haar grondstoffenschat veroorzaken".
Hij bekritiseerde ook het gegeven dat de neoklassieke economie een verkeerd beeld schept van het verdeelprobleem (bovenstaand beeld laat zien hoe de vermogensconcentratie in de wereld blijft toenemen) van eindige grondstoffen tussen de huidige en toekomstige generaties. De marktmechanismen van vraag en aanbod schieten systematisch tekort om het intergenerationele distributieprobleem op bevredigende wijze op te lossen. Toekomstige generaties kunnen uiteraard niet aanwezig zijn aan de onderhandelingstafel. Dit marktfalen beschreef Georgescu als de dictatuur van het heden op de toekomst. Het entropiefenomeen zorgt ervoor dat elke mogelijke verdeling van de aardse stock onvermijdelijk zal eindigen met een algehele economische neergang.
Geen goede oplossingen
In zijn studentenjaren had Georgescu de bekende Joseph Schumpeter (die het begrip 'creatieve destructie' lanceerde, een concept dat inherent deel uitmaakt van het kapitalisme) als mentor. Later werd hijzelf leraar en mentor van Herman Daly die het denkbeeld van een 'steady state-economie' ontwikkelde, waarbij regeringen beperkingen opgelegd kregen in het aanwenden van natuurlijke hulpbronnen. Georgescu beschouwde dit idee als een hersenschim omdat men ook in een stationaire economie niet kon ontsnappen aan de wetten van de thermodynamica en grondstoffen zou blijven verbruiken.
Is het efficiënter (eco-efficiëntie) maken van technologieën dan geen oplossing ? Auto's worden inderdaad schoner maar er komen er steeds meer en ze rijden ook meer kilometers. Een voorbeeld dat bewijst dat de economie telkens de efficiëntiewinsten zal 'opeten'. Dit terugkoppelingsprincipe, de onvermijdelijke wetmatige terugslag van te ver doorgedreven doelmatigheid en rationalisering, werd voor het eerst geformuleerd door de Britse econoom William Stanley Jevons. Een stoommachine verbruikt inderdaad minder kolen, maar daardoor komen er meer stoommachines en neemt het verbruik van kolen juist sterk toe. Op deze wijze komt er ook meer economische groei want de efficiënte technologieën nodigen uit om meer te consumeren met dan wel meer verspilling, vervuiling en afval als gevolg.
Ook het concept van duurzame ontwikkeling vond in zijn ogen geen genade. Er kan volgens hem niet zoiets bestaan als een 'duurzaam' exploitatieniveau en het gebruik van een eindige voorraad van niet-hernieuwbare grondstoffen. Want hetgeen overblijft zal sowieso slinken. Als zodanig heeft de Industriële Revolutie een onhoudbare economische ontwikkeling in de wereld gebracht.
Het is een geologisch feit dat minerale ertsen zeer onevenredig geconcentreerd zitten in de aardkorst. Daardoor zal de exploratie en exploitatie van minerale bronnen vroeger of later geconfronteerd worden met het principe van verminderde opbrengsten. Want ontginningsactiviteiten zullen, eens de vlotst te exploiteren ertsen zijn bovengehaald, georiënteerd worden naar minder bereikbare sites met erts van steeds lagere kwaliteit.
Na verloop van tijd zullen de extractiekosten en marktprijzen van die stoffen gaan stijgen. Uiteindelijk zullen alle mineralen uitgeput raken, maar de economische inkrimping zal zich manifesteren lang voor de fysieke uitputting een feit zal zijn. Er zullen nog steeds reservoirs in de aardkorst aanwezig zijn, maar de geologische concentratie van deze voorraden zal zich onder de kritieke kwaliteitsgrens bevinden. Daarom zal voortgaande extractie niet langer rendabel zijn en zal de markt voor dergelijke grondstoffen in elkaar klappen. Deze onderlinge langetermijndynamiek kan niet worden omgebogen en kan in elk economisch systeem worden geobserveerd.
Nieuwe energie niet evident
Georgescu meent dat een (nieuwe) energietechnologie uitsluitend levensvatbaar is als die een energiesurplus kan genereren dat voldoende groot is om niet alleen in haar eigen werking te voorzien, maar ook kan dienen voor andere toepassingen. Als aan dit criterium niet wordt voldaan, is dergelijke technologie in het beste geval realiseerbaar maar niet rendabel. Hou bovendien in het achterhoofd dat zowel realiseerbare als rendabele technologieën afhankelijk zijn van een constante stroom aan natuurlijke rijkdommen. Als een energietechniek dus geen surplus kan opbrengen, is die volgens Georgescu simpelweg parasitair.
Zo was hij behoorlijk sceptisch over de efficiëntie van zonne-energie. Om werkelijk te voldoen aan de rendementsnorm dient een zonnecollector zoveel netto-energie te produceren dat daarmee een bijkomende zonnecollector van hetzelfde type kan worden gebouwd.
In zijn tijd bestond er klaarblijkelijk nog geen zonnetechnologie die de wereldeconomie op zelfvoorzienende wijze kon aandrijven. De efficiëntie van die techniek is sinds de tijd van Georgescu wel sterk verbeterd.
Het grootste nadeel van zonne-energie, vergeleken met fossiele brandstoffen, uranium en thorium is het diffuse rendement. Er is inderdaad veel ruimte en uitrusting nodig om die zonnestraling op te vangen, te concentreren, op te slaan en om te zetten vooraleer die kan worden aangewend op een grotere, industriële schaal. De noodzaak van al die materiële voorzieningen beschouwt Georgescu als een bijdrage tot het parasitaire gebruik van zonne-energie.
Foto van de in Zuid-Frankrijk in aanbouw zijnde internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER), de meest complexe machine ter wereld om de haalbaarheid van kernfusie aan te tonen. Zie ook hier en hier.
Maar ook kernfusie als toekomstige energiebron zag hij niet zitten. Deze en andere technische experimenten concentreren zich uitsluitend op hoe energie wordt verworven en niet op welke materialen daarvoor nodig zijn. Zelfs de verspreiding van zonnecollectors over het volledige aardoppervlakte is geen fundamentele oplossing. Want elke industriële economie zal toch afhankelijk blijven van een gestage toevoer van materiële middelen (vooral metalen) die uit de aardkorst worden gehaald.
Georgescu bleef er op hameren dat in de toekomst het de schaarste aan metalen zou zijn, en niet energiebronnen, die de wereldeconomie de grootste beperking zal opleggen.
Fysieke entropie
De basis van zijn werk was het zogenaamde fysieke entropieconcept. Hij was er namelijk ook van overtuigd dat materie, indien opgenomen in een economisch proces, onderworpen is aan fysieke degradatie. Volledige recyclage van materie was onmogelijk en dit principe legde hij vast in hetgeen hij bestempelde als de vierde wet van de thermodynamica. Toch was hijzelf niet volledig overtuigd van zijn zelf bedachte 'fysieke entropie'. Hij had zich feitelijk als een neofiet begeven op het terrein van de thermodynamica en bleef zich tot het einde van z'n leven zorgen maken dat de fysici uiteindelijk al zijn inzichten als amateurisme van de hand zouden wijzen.
Zijn stelling omtrent de materie-entropie lokte spoedig een langdurige controverse uit onder zowel fysici als ecologische economen. Toch is men het er mee eens dat de fysieke degradatie van materiële middelen die in de economie plaatsvindt zich voortdurend, onomkeerbaar en op uiteenlopende manieren voordoet. Voor zijn vierde energiewet (volledige en perpetuele recyclage is onmogelijk) is er evenwel geen wetenschappelijke basis voorhanden.
Conclusies
De wereldeconomie is afhankelijk van de eindigheid van de aardse grondstoffenvoorraad en van limieten zoals die geformuleerd worden door de wetten van de thermodynamica. Mainstreameconomen hebben echter geen oog voor de biofysieke basis van het economisch proces en zijn ideologisch geobsedeerd door de marktdynamiek. Het eindeloze groeiparadigma ('the sky is the limit') heeft simpelweg geen toekomst.
De intellectuele reus die Georgescu was, heeft nooit de volledige erkenning gekregen die hij verdiende. Een belangrijk deel van de intellectuele wereld was - en is - niet in staat om de door hem - inderdaad onaangename - economische waarheden onder ogen te zien.
Vond je dit een interessant artikel ? Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !
Meerdere collega's beschouwden hem als een man die op zijn tijd vooruit was. Hij heeft wereldwijd zowel prominente tijdgenoten als activisten geïnspireerd. De ontgroeibeweging, die in de vroege jaren 2000 in Frankrijk en Italië ontstond, beschouwt hem als haar boegbeeld.
Georgescu werd door velen (o.a. door Nobelprijswinnaar Paul Samuelson) aanzien als een van de grootste economische denkers van de vorige eeuw. Ondanks deze blijken van bewondering en het gelobby van Roemeense landgenoten, werd hem nooit de Nobelprijs toegekend.
Economie afhankelijk van de aarde In zijn baanbrekende magnum opus "The Entropy Law and the Economic Process" argumenteert hij dat economische schaarste onlosmakelijk verbonden is met de fysieke realiteit, dat alle natuurlijke bestaansmiddelen onomkeerbaar aan waarde verliezen als ze in het economische proces worden opgenomen.
In dat boek zegt hij ook dat de draagkracht van de aarde, dat wil zeggen de capaciteit van de planeet om de wereldbevolking en haar consumptieniveau te handhaven, in de toekomst hoe dan ook zal terugvallen omdat de eindige grondstoffenvoorraad steeds verder wordt geëxploiteerd. Op die manier is volgens hem de wereldeconomie in haar geheel op weg naar een onvermijdelijke toekomstige ineenstorting, die de ondergang van de menselijke beschaving zal inluiden.
Georgescu wilde de wereldeconomie tot op zekere hoogte afbouwen en het foutieve gangbare paradigma van de neoklassieke economie vervangen door zijn eigen bio-economie. Hij beschouwde de aarde als de exclusieve primaire bron van alle productiefactoren. Het is duidelijk dat noch de neoklassieke-neoliberale benadering, noch het marxisme, noch de Keynesiaanse macro-economie rekening houdt met het grote belang van natuurlijke hulpbronnen in de economie.
Entropie
Georgescu introduceerde de term 'lage entropie' voor waardevolle natuurlijke hulpbronnen en de term 'hoge entropie' voor waardeloze afval en vervuiling. Het economische proces, bekeken vanuit een fysieke invalshoek, doet niets anders dan onveranderbaar lage entropie in hoge entropie transformeren. Het onomkeerbare van dit economische proces is de reden waarom natuurlijke hulpbronnen schaars zijn. Door die omzetting wordt er voor de mensheid een stroom van natuurlijke rijkdommen - en dus levensmogelijkheden - vrijgemaakt.
De moderne gemechaniseerde landbouw is historisch ontstaan als een resultaat van de groeiende bevolkingsdruk. Maar machines, chemische bemesting en pesticiden zijn voor hun werking allemaal afhankelijk van grondstoffen. Het gevolg daarvan is dat zowel de moderne landbouw, de geïndustrialiseerde voedselproductie als de distributiesystemen praktisch net zo afhankelijk zijn van de grondstoffenvoorraad van de aarde als de industrie altijd al is geweest.
Georgescu waarschuwde dat deze situatie een belangrijke reden vormt voor het afnemen van de draagkracht van onze planeet. In zijn visie is de overbevolking een dynamisch langetermijnfenomeen, een bijproduct van groeiende minerale schaarste.
Bron : Wikipedia |
Daarbij komt nog dat alle door de mens vervaardigde kapitaalgoederen na verloop van tijd in waarde gaan dalen, verslijten en dienen vervangen te worden. Aan de basis van deze kapitaalgoederen ligt altijd weer het gebruik van delfstoffen. De economische ontwikkeling is in essentie een proces van constant toenemende entropie. Georgescu verwierp dus de notie van oneindige vervangbaarheid zoals die opgeld maakt onder neoklassieke economen.
Sociale theorie
Georgescu heeft eveneens een sociale theorie ontwikkeld. Hij argumenteerde dat de economische strijd om te werken en een inkomen te verwerven in grote mate een uitbreiding en voortzetting is van de biologische overlevingsstrijd :
"Zoals Marx geloof ik dat het sociale conflict niet alleen in de mens haar oorsprong vindt maar ook te verklaren is door de materiële condities van de mens. Maar in tegenstelling tot Marx ben ik van mening dat, precies omdat dit conflict zulk een basis heeft, dit niet kan worden geëlimineerd door een menselijke beslissing, noch door enige sociale ontwikkeling van de mensheid."
Zelfs als oorlogen en revoluties een herverdeling konden bewerkstelligen, zal de economische strijd en het sociale conflict blijven bestaan. In om het even welke sociale orde zullen er heersers zijn en overheersten en dat heersen is in grote mate een voortzetting van de biologische strijd ter overleving. Als gevolg van deze stoffelijke condities hebben de leidende klassen uit verleden en heden steeds teruggegrepen naar geweld, ideologie en manipulatie om hun privileges te verdedigen. De economische strijd is dus niets anders dan het verderzetten van de biologische strijd.
Toekomstpessimisme
Georgescu was inderdaad niet bepaald optimistisch over de toekomst van het mensdom. De capaciteit van de aarde om de wereldbevolking en het nodige consumptieniveau te behouden neemt af omdat de eindige voorraad grondstoffen constant wordt aangewend. Anderzijds geloofde hij dat het collectief beperken van onszelf op een permanente en vrijwillige basis voor het veronderstelde voordeel van onbekende toekomstige generaties, ingaat tegen onze biologische natuur.
Zijn conclusie luidt dat we onszelf niet kunnen helpen en dat de wereldeconomie zal blijven groeien tot een onomkeerbare grens. Zoals hij het ziet zijn we gedoemd tot destructie en ondergang :
"Bevolkingsdruk en technologische vooruitgang brengen de 'loopbaan' van de menselijke soort dichter bij haar einde, omdat beide factoren een snellere vermindering van haar grondstoffenschat veroorzaken".
Bron : Oxfam |
Geen goede oplossingen
In zijn studentenjaren had Georgescu de bekende Joseph Schumpeter (die het begrip 'creatieve destructie' lanceerde, een concept dat inherent deel uitmaakt van het kapitalisme) als mentor. Later werd hijzelf leraar en mentor van Herman Daly die het denkbeeld van een 'steady state-economie' ontwikkelde, waarbij regeringen beperkingen opgelegd kregen in het aanwenden van natuurlijke hulpbronnen. Georgescu beschouwde dit idee als een hersenschim omdat men ook in een stationaire economie niet kon ontsnappen aan de wetten van de thermodynamica en grondstoffen zou blijven verbruiken.
Is het efficiënter (eco-efficiëntie) maken van technologieën dan geen oplossing ? Auto's worden inderdaad schoner maar er komen er steeds meer en ze rijden ook meer kilometers. Een voorbeeld dat bewijst dat de economie telkens de efficiëntiewinsten zal 'opeten'. Dit terugkoppelingsprincipe, de onvermijdelijke wetmatige terugslag van te ver doorgedreven doelmatigheid en rationalisering, werd voor het eerst geformuleerd door de Britse econoom William Stanley Jevons. Een stoommachine verbruikt inderdaad minder kolen, maar daardoor komen er meer stoommachines en neemt het verbruik van kolen juist sterk toe. Op deze wijze komt er ook meer economische groei want de efficiënte technologieën nodigen uit om meer te consumeren met dan wel meer verspilling, vervuiling en afval als gevolg.
Ook het concept van duurzame ontwikkeling vond in zijn ogen geen genade. Er kan volgens hem niet zoiets bestaan als een 'duurzaam' exploitatieniveau en het gebruik van een eindige voorraad van niet-hernieuwbare grondstoffen. Want hetgeen overblijft zal sowieso slinken. Als zodanig heeft de Industriële Revolutie een onhoudbare economische ontwikkeling in de wereld gebracht.
Het is een geologisch feit dat minerale ertsen zeer onevenredig geconcentreerd zitten in de aardkorst. Daardoor zal de exploratie en exploitatie van minerale bronnen vroeger of later geconfronteerd worden met het principe van verminderde opbrengsten. Want ontginningsactiviteiten zullen, eens de vlotst te exploiteren ertsen zijn bovengehaald, georiënteerd worden naar minder bereikbare sites met erts van steeds lagere kwaliteit.
Na verloop van tijd zullen de extractiekosten en marktprijzen van die stoffen gaan stijgen. Uiteindelijk zullen alle mineralen uitgeput raken, maar de economische inkrimping zal zich manifesteren lang voor de fysieke uitputting een feit zal zijn. Er zullen nog steeds reservoirs in de aardkorst aanwezig zijn, maar de geologische concentratie van deze voorraden zal zich onder de kritieke kwaliteitsgrens bevinden. Daarom zal voortgaande extractie niet langer rendabel zijn en zal de markt voor dergelijke grondstoffen in elkaar klappen. Deze onderlinge langetermijndynamiek kan niet worden omgebogen en kan in elk economisch systeem worden geobserveerd.
Nieuwe energie niet evident
Georgescu meent dat een (nieuwe) energietechnologie uitsluitend levensvatbaar is als die een energiesurplus kan genereren dat voldoende groot is om niet alleen in haar eigen werking te voorzien, maar ook kan dienen voor andere toepassingen. Als aan dit criterium niet wordt voldaan, is dergelijke technologie in het beste geval realiseerbaar maar niet rendabel. Hou bovendien in het achterhoofd dat zowel realiseerbare als rendabele technologieën afhankelijk zijn van een constante stroom aan natuurlijke rijkdommen. Als een energietechniek dus geen surplus kan opbrengen, is die volgens Georgescu simpelweg parasitair.
Zo was hij behoorlijk sceptisch over de efficiëntie van zonne-energie. Om werkelijk te voldoen aan de rendementsnorm dient een zonnecollector zoveel netto-energie te produceren dat daarmee een bijkomende zonnecollector van hetzelfde type kan worden gebouwd.
In zijn tijd bestond er klaarblijkelijk nog geen zonnetechnologie die de wereldeconomie op zelfvoorzienende wijze kon aandrijven. De efficiëntie van die techniek is sinds de tijd van Georgescu wel sterk verbeterd.
Het grootste nadeel van zonne-energie, vergeleken met fossiele brandstoffen, uranium en thorium is het diffuse rendement. Er is inderdaad veel ruimte en uitrusting nodig om die zonnestraling op te vangen, te concentreren, op te slaan en om te zetten vooraleer die kan worden aangewend op een grotere, industriële schaal. De noodzaak van al die materiële voorzieningen beschouwt Georgescu als een bijdrage tot het parasitaire gebruik van zonne-energie.
Foto van de in Zuid-Frankrijk in aanbouw zijnde internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER), de meest complexe machine ter wereld om de haalbaarheid van kernfusie aan te tonen. Zie ook hier en hier.
Maar ook kernfusie als toekomstige energiebron zag hij niet zitten. Deze en andere technische experimenten concentreren zich uitsluitend op hoe energie wordt verworven en niet op welke materialen daarvoor nodig zijn. Zelfs de verspreiding van zonnecollectors over het volledige aardoppervlakte is geen fundamentele oplossing. Want elke industriële economie zal toch afhankelijk blijven van een gestage toevoer van materiële middelen (vooral metalen) die uit de aardkorst worden gehaald.
Georgescu bleef er op hameren dat in de toekomst het de schaarste aan metalen zou zijn, en niet energiebronnen, die de wereldeconomie de grootste beperking zal opleggen.
Fysieke entropie
De basis van zijn werk was het zogenaamde fysieke entropieconcept. Hij was er namelijk ook van overtuigd dat materie, indien opgenomen in een economisch proces, onderworpen is aan fysieke degradatie. Volledige recyclage van materie was onmogelijk en dit principe legde hij vast in hetgeen hij bestempelde als de vierde wet van de thermodynamica. Toch was hijzelf niet volledig overtuigd van zijn zelf bedachte 'fysieke entropie'. Hij had zich feitelijk als een neofiet begeven op het terrein van de thermodynamica en bleef zich tot het einde van z'n leven zorgen maken dat de fysici uiteindelijk al zijn inzichten als amateurisme van de hand zouden wijzen.
Zijn stelling omtrent de materie-entropie lokte spoedig een langdurige controverse uit onder zowel fysici als ecologische economen. Toch is men het er mee eens dat de fysieke degradatie van materiële middelen die in de economie plaatsvindt zich voortdurend, onomkeerbaar en op uiteenlopende manieren voordoet. Voor zijn vierde energiewet (volledige en perpetuele recyclage is onmogelijk) is er evenwel geen wetenschappelijke basis voorhanden.
Conclusies
De wereldeconomie is afhankelijk van de eindigheid van de aardse grondstoffenvoorraad en van limieten zoals die geformuleerd worden door de wetten van de thermodynamica. Mainstreameconomen hebben echter geen oog voor de biofysieke basis van het economisch proces en zijn ideologisch geobsedeerd door de marktdynamiek. Het eindeloze groeiparadigma ('the sky is the limit') heeft simpelweg geen toekomst.
De intellectuele reus die Georgescu was, heeft nooit de volledige erkenning gekregen die hij verdiende. Een belangrijk deel van de intellectuele wereld was - en is - niet in staat om de door hem - inderdaad onaangename - economische waarheden onder ogen te zien.
Vond je dit een interessant artikel ? Zo ja, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten