Translate

dinsdag 9 september 2014

Vergeef ons onze schulden !

Sinds enige tijd heerst er weer een zekere rust op de financiële markten.  Zoals wij in vorige artikels reeds bespraken, blijft de wereldeconomie echter kampen met grote moeilijkheden.  Probleem nummer één is de enorme globale schuldenlast.

De totale wereldschuld (van overheden, bedrijven en gezinnen samen) bedroeg einde 2012 meer dan 370% van het wereld bruto binnenlands product (BBP) (bron : IMF en Wereldbank).  Het gaat hier om een schuldenpiramide die nooit meer kan worden afgebouwd, een schuldenberg die bovendien aanspraken vertegenwoordigt op hoeveelheden arbeid en natuurlijke hulpbronnen die gewoonweg niet bestaan.

Ook Europa heeft zich bezondigd aan een te hoge kredietgroei.  Zo bedroeg de gezamenlijke schuld van de landen van de Eurozone einde 2012 24.500 miljard € of 258% van het Eurozone BBP.

Onderstaande tabel, samengesteld door blogger Simon Thorpe, is gelardeerd met getallen maar maakt de schuldenproblematiek in Europa wel concreet.  De auteur heeft zich gebaseerd op gegevens van de Europese Centrale Bank en van de Bank voor Internationale Betalingen.  De cijfers in het rood zijn van een ouder kwartaal, de getallen in het grijs zijn schattingen.

Bron: simonthorpesideas.blospot.be

Thorpe heeft zitten berekenen met hoeveel gecumuleerde schuld (staatsschuld plus schulden van bedrijven en gezinnen) iedere Europese inwoner ('per capita') nu precies zit opgezadeld.
De resultaten zijn zonder meer verbijsterend.  Op het hoofd van iedere Nederland staat er een bedrag van 106.447 €, terwijl iedere Belg een schuld van maar liefst 114.862 € torst.  Het gemiddelde voor de Eurozone bedraagt "slechts" 73.622 €.

Uiteraard staan tegenover deze schulden ook activa (onroerend goed, spaargelden, vermogenstitels enz.).  Noteer echter dat bovenstaande gegevens uit 2012 dateren en dat de toekomstige schuldverplichtingen die verband houden met de vergrijzing en de sociale zekerheid (zie hiervoor mijn artikel "Het einde van de zekerheid") niét zijn opgenomen in deze berekening !

Europa botst tegen een zelf gecreëerde schuldenmuur aan.   Hetzelfde geldt trouwens voor de drie andere motoren van de wereldeconomie : de Verenigde Staten, China en Japan.

De vraag is niet óf ons de factuur voor deze kredietexplosie zal worden voorgelegd, maar wanneer.

Een doorgedreven monetaire aanpassing is onvermijdelijk geworden.  De scheefgegroeide relatie tussen vorderingen en de echte onderliggende goederen en diensten - zoals energie, voedsel, arbeid, industriële producten, infrastructuur en natuurlijke hulpbronnen - dient te worden herschikt om tot een gezondere balans te komen.  Eigenlijk had dit al moeten gebeuren in 2008, bij het uitbreken van de financiële crisis.

Kunnen schulden überhaupt worden uitgewist ?  Vermits schulden slechts een boekhoudkundig begrip zijn, kunnen die op elk moment van de passiefzijde van de balans worden geschrapt. Jammer genoeg moeten dan natuurlijk aan de actiefzijde voor eenzelfde bedrag bezittingen worden weggestreept (zoals spaargeld en pensioenen) of afgewaardeerd (zoals vastgoed, aandelen en obligaties).  Dat een dergelijk afboekingsproces niet zonder pijn gepaard zal gaan, is evident.

Het kan perfect gebeuren dat tijdens een weekend, ter gelegenheid van een vergadering van de 
G20 (een groep van 19 industriële landen plus de Europese Unie), besloten wordt tot bijvoorbeeld een gelijktijdige schuldenkwijtschelding met confiscatie van spaargeld.

Een schuldensanering, van welke aard ook, is als het ware voorgeprogrammeerd.  Het grootste probleem hierbij is dat het eigenbelang van de elite (megabanken, multinationals en daarmee gelieerde toppolitici) in deze allicht weer zal primeren op de belangen van gezinnen en kmo's.

Het realiseren van economische groei is de beste manier om schulden te delgen.  In die zin is het vastlopen van de economische motor in de eurozone bijzonder verontrustend.  Het is namelijk volstrekt onmogelijk om in omstandigheden van trage groei, hoge werkloosheid en haast onbestaande inflatie grote schulden af te bouwen.  Meer bezuinigen, de strategie die zowat alle regeringen toepassen, zet weinig zoden aan de dijk.

Het tegelijk loslaten van een ontspoord, van zijn basis losgeslagen geldgroeisysteem en het creatief neerzetten van een werkelijk duurzame economie op maat van mens en milieu is absoluut prioritair. Een dergelijke omslag zal een hoop ongemak met zich brengen.  Regelmatige Internetsurfers kunnen evenwel vaststellen dat het aantal mensen dat zich bewust is van deze problematiek in stijgende lijn zit.










woensdag 14 mei 2014

Fragment uit een oude Hopi profetie

Jullie hebben de mensen verteld dat dit het Elfde Uur is; nu moeten jullie terugkeren en hen vertellen dat dit het Uur is.  En er zijn dingen die moeten worden overwogen ...

Waar woon je ?
Waar ben je mee bezig ?
Hoe zijn je relaties ?
Zit je in de juiste relatie ?
Waar kun je water vinden ?
Ken je tuin.
Het is tijd om je waarheid te spreken.
Om jouw leefgemeenschap te creëren.
Wees goed voor elkaar.
En kijk niet buiten jezelf om de leider te zoeken.

Dan vouwde hij zijn handen ineen, lachte en zei : "Dit zou een goed tijdstip kunnen zijn !"

Er is een rivier die nu erg snel stroomt.
Zij is zo groot en stroomt zo snel dat sommigen er bang van zijn.
Zij zullen trachten om zich aan de oever vast te houden.
Zij zullen zich zo voelen alsof zij uiteen worden gerukt en zij zullen hevig lijden.

Weet dat de rivier haar bestemming heeft.
De wijzen zeggen dat we de oever los moeten laten.
Ons laten gaan naar het midden van de rivier.
Onze ogen open houden, en onze hoofden boven water.
En ik zeg : zie wie er daar is om samen met jou te vieren.
Op deze tijd en plaats in de geschiedenis moeten we niets persoonlijk nemen.
Het minst van al onszelf.
Want op het moment dat we dat doen, komt onze spirituele groei en reis tot stilstand.

De tijd van de eenzame wolf is voorbij.  Komt allen tezamen !
Verban het woord worsteling uit je hoofd en uit je gedrag.
Alles wat we nu doen moet worden gevierd op een gewijde manier.

Wij zijn degenen waarop we hebben gewacht.




dinsdag 25 maart 2014

Oekraïne : wat er wérkelijk gaande is

Frederick William Engdahl is een scherpzinnige Amerikaans-Duitse onderzoeker van financiële - , economische - , politieke - en geopolitieke ontwikkelingen.  In zijn publicaties (zowel boeken als artikels op gereputeerde websites) bewijst hij telkens opnieuw hoe een kleine, achter-de-schermen-opererende machtselite steeds doende is haar eigen belangen te behartigen ten koste van de wereldgemeenschap.  
Zijn website is : engdahl.oilgeopolitics.net/

In het volgende stuk (bron : globalresearch.ca) tracht hij aan te tonen wat er in Oekraïne werkelijk speelt :

Ukraine: Secretive Neo-Nazi Military Organization Involved in Euromaidan Sniper Shootings


yanukovich-ousted-president-russia
Yanoukovitch, ousted president of Ukraine
The events in Ukraine since November 2013 are so astonishing as almost to defy belief. An legitimately-elected (said by all international monitors) Ukrainian President, Viktor Yanukovich, has been driven from office, forced to flee as a war criminal after more than three months of violent protest and terrorist killings by so-called opposition.
His “crime” according to protest leaders was that he rejected an EU offer of a vaguely-defined associate EU membership that offered little to Ukraine in favor of a concrete deal with Russia that gave immediate €15 billion debt relief and a huge reduction in Russian gas import prices. Washington at that point went into high gear and the result today is catastrophe.
A secretive neo-nazi military organization reported linked to NATO played a decisive role in targeted sniper attacks and violence that led to the collapse of the elected government.
But the West is not finished with destroying Ukraine. Now comes the IMF with severe conditionalities as prerequisite to any Western financial help.
After the famous leaked phone call of US Assistant Secretary of StateVictoria Nuland (photo, left) with the US Ambassador in Kiev, where she discussed the details of who she wanted in a new coalition government in Kiev, and where she rejected the EU solutions with her “Fuck the EU” comment,[1] the EU went it alone. Germany’s Foreign Minister, Frank-Walter Steinmeier proposed that he and his French counterpart, Laurent Fabius, fly to Kiev and try to reach a resolution of the violence before escalation. Polish Foreign Minister, Radoslaw Sikorski was asked to join. The talks in Kiev included the EU delegation, Yanukovich, the three opposition leaders and a Russian representative. The USA was not invited.[2]
The EU intervention without Washington was extraordinary and reveals the deeping division between the two in recent months. In effect it was the EU saying to the US State Department, “F*** the US,” we will end this ourselves.
After hard talks, all major parties including the majority of protesters, agreed to new presidential elections in December, return to the 2004 Constitution and release of Julia Tymoshenko from prison. The compromise appeared to end the months long chaos and give a way out for all major players.
The diplomatic compromise lasted less than twelve hours. Then all hell broke loose.
Snipers began shooting into the crowd on February 22 in Maidan or Independence Square. Panic ensued and riot police retreated in panic according to eyewitnesses. The opposition leader Vitali Klitschko withdrew from the deal, no reason given. Yanukovich fled Kiev.[3]
The question unanswered until now is who deployed the snipers? According to veteran US intelligence sources, the snipers came from an ultra-right-wing military organization known as Ukrainian National Assembly – Ukrainian People’s Self-Defense (UNA-UNSO).

IMAGE: Members of UNA-UNSO marching in Lviv.
Strange Ukraine ‘Nationalists’
The leader of UNA-UNSO, Andriy Shkil, ten years ago became an adviser to Julia Tymoshenko. UNA-UNSO, during the US-instigated 2003-2004 “Orange Revolution”, backed pro-NATO candidate Viktor Yushchenko against his pro-Russian opponent, Yanukovich. UNA-UNSO members provided security for the supporters of Yushchenko and Julia Tymoshenko on Independence Square in Kiev in 2003-4.[4]
UNA-UNSO is also reported to have close ties to the German National Democratic Party (NDP). [5]
Ever since the dissolution of the Soviet Union in 1991 the crack-para-military UNA-UNSO members have been behind every revolt against Russian influence. The one connecting thread in their violent campaigns is always anti-Russia. The organization, according to veteran US intelligence sources, is part of a secret NATO “GLADIO” organization, and not a Ukraine nationalist group as portrayed in western media. [6]
According to these sources, UNA-UNSO have been involved (confirmed officially) in the Lithuanian events in the Winter of 1991, the Soviet Coup d’etat in Summer 1991, the war for the Pridnister Republic 1992, the anti-Moscow Abkhazia War 1993, the Chechen War, the US-organized Kosovo Campaign Against the Serbs, and the August 8 2008 war in Georgia. According to these reports, UNA-UNSO para-military have been involved in every NATO dirty war in the post-cold war period, always fighting on behalf of NATO. “These people are the dangerous mercenaries used all over the world to fight NATO’s dirty war, and to frame Russia because this group pretends to be Russian special forces. THESE ARE THE BAD GUYS, forget about the window dressing nationalists, these are the men behind the sniper rifles,” these sources insist. [7]
If true that UNA-UNSO is not “Ukrainian” opposition, but rather a highly secret NATO force using Ukraine as base, it would suggest that the EU peace compromise with the moderates was likely sabotaged by the one major player excluded from the Kiev 21 February diplomatic talks—Victoria Nuland’s State Department.[8] Both Nuland and right-wing Republican US Senator John McCain have had contact with the leader of the Ukrainian opposition Svoboda Party, whose leader is openly anti-semitic and defends the deeds of a World War II Ukrainian SS-Galicia Division head.[9] The party was registered in 1995, initially calling itself the “Social National Party of Ukraine” and using a swastika style logo. Svoboda is the electoral front for neo-nazi organizations in Ukraine such as UNA-UNSO.[10]
One further indication that Nuland’s hand is shaping latest Ukraine events is the fact that the new Ukrainian Parliament is expected to nominate Nuland’s choice, Arseny Yatsenyuk, from Tymoshenko’s party, to be interim head of the new Cabinet.
Whatever the final truth, clear is that Washington has prepared a new economic rape of Ukraine using its control over the International Monetary Fund (IMF).
IMF plunder of Ukraine Crown Jewels
Now that the “opposition” has driven a duly-elected president into exile somewhere unknown, and dissolved the national riot police, Berkut, Washington has demanded that Ukraine submit to onerous IMF conditionalities.
In negotiations last October, the IMF demanded that Ukraine double prices for gas and electricity to industry and homes, that they lift a ban on private sale of Ukraine’s rich agriculture lands, make a major overhaul of their economic holdings, devalue the currency, slash state funds for school children and the elderly to “balance the budget.” In return Ukraine would get a paltry $4 billion.
Before the ouster of the Moscow-leaning Yanukovich government last week, Moscow was prepared to buy some $15 billion of Ukraine debt and to slash its gas prices by fully one-third. Now, understandably, Russia is unlikely to give that support. The economic cooperation between Ukraine and Moscow was something Washington was determined to sabotage at all costs.
This drama is far from over. The stakes involve the very future of Russia, the EU-Russian relations, and the global power of Washington, or at least that faction in Washington that sees further wars as the prime instrument of policy.
Writer F. William Engdahl is a geopolitical analyst and the author of “Full Spectrum Dominance: Totalitarian Democracy in the New World Order”.

notes
[1] F. William Engdahl, US-Außenministerium in flagranti über Regimewechsel in der Ukraine ertappt, Kopp Online.de, February 8, 2014, accessed in http://info.kopp-verlag.de/hintergruende/enthuellungen/f-william-engdahl/us-aussenministerium-in-flagranti-ueber-regimewechsel-in-der-ukraine-ertappt.html
[2] Bertrand Benoit, Laurence Norman and Stephen Fidler , European Ministers Brokered Ukraine Political Compromise: German, French, Polish Foreign Ministers Flew to Kiev, The Wall Street Journal, February 21, 2014, accessed inhttp://online.wsj.com/news/articles/SB10001424052702303636404579397351862903542?mg=reno64-wsj&url=http%3A%2F%2Fonline.wsj.com%2Farticle%2FSB10001424052702303636404579397351862903542.html
[3] Jessica Best, Ukraine protests Snipers firing live rounds at demonstrators as fresh violence erupts despite truce, The Mirror UK, February 20, 2014, accessed inhttp://www.mirror.co.uk/news/world-news/ukraine-protests-snipers-firing-live-3164828
[4] Aleksandar Vasovic , Far right group flexes during Ukraine revolution, Associated Press, January 3, 2005, Accessed in http://community.seattletimes.nwsource.com/archive/?date=20050103&slug=ukraine03
[5] Wikipedia, Ukrainian National Assembly Ukrainian National Self Defence, Wikipedia, the free encyclopedia, accessed inhttp://en.wikipedia.org/wiki/Ukrainian_National_Assembly_%E2%80%93_Ukrainian_National_Self_Defence
[6] Source report, Who Has Ukraine Weapons, February 27, 2014, private to author.
[7] Ibid.
[8] Max Blumenthal, Is the US backing neo-Nazis in Ukraine?, AlterNet February 25, 2014, accessed in
[9] Channel 4 News, Far right group at heart of Ukraine protests meet US senator, 16 December 2013, accessed in http://www.channel4.com/news/ukraine-mccain-far-right-svoboda-anti-semitic-protests


dinsdag 11 maart 2014

De wereld zit te diep in het rood

"Er bestaat geen enkele mogelijkheid om de definitieve implosie te vermijden van een bubbel  die ontstaan is door kredietexpansie.  De vraag is alleen of de crisis zich eerder vroeg zal  manifesteren door het vrijwillig opgeven van de kredietuitbreiding, dan wel op een later tijdstip via een definitieve en totale ineenstorting van het valutasysteem."

Dit citaat van Ludwig von Mises (1881 - 1973), een van de grondleggers van de Oostenrijkse economische school, vat uitstekend de precaire situatie samen waarin vooral de westerse wereld zich momenteel bevindt.

Bekende instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds, het prestigieuze managementbureau Mc Kinsey en de Franse grootbank Société Générale zijn de afgelopen jaren allemaal tot de vaststelling gekomen dat er een ernstig internationaal schuldenprobleem is ontstaan.

Volgens een recente studie door economen van de Nederlandse bank ING bedraagt de wereldwijde schuld (overheidsschulden, schulden van gezinnen/bedrijven plus de schulden van de financiële sector) maar liefst 213.300 miljard dollar (einde 2012) of 313% van het wereldwijde bruto binnenlands product (BBP).  Opgelet : vermits een belangrijk deel van de staatsschulden op de balansen van banken geparkeerd staat, zit er in deze cijfers dus wel een gedeeltelijke overlapping.  Anderzijds zijn de toekomstige schuldverplichtingen (sociale zekerheidsuitgaven zoals pensioenen) niet in deze berekening opgenomen.
Voor meer uitleg over dit laatste : zie mijn artikel 'Het einde van de zekerheid'.

Kyle Bass, de bekende hefboomfondsmanager, heeft becijferd dat de wereldschuld tussen 2002 en 2012 maar liefst verdrievoudigd is en dit met een gemiddelde jaarlijkse stijging van zegge en schrijve 11% (zie onderstaande tabel).


Bron :  IMF, BIB


Het wereldBBP bedroeg in 2012 iets minder dan 72.000 miljard dollar.  De jaarlijkse wereldgroei situeert zich de laatste jaren rond de 3 à 3,5%.

Stel uzelf de volgende vraag : hoe kan een globale economie van 72.000 miljard dollar met een jaargroei van 3 à 3,5% (waarbij het zeer de vraag is of een dergelijk resultaat in de nabije toekomst haalbaar zal zijn) een schuldtotaal van 220.000 miljard dollar ooit terugbetalen als diezelfde schuldenberg telkens 11% groter wordt ?! 
Een kind kan begrijpen dat dit volstrekt onmogelijk is ...

De totale schuld als % van de wereldeconomie BLIJFT trouwens stijgen en overtreft het vorige hoogtepunt van 1945, na de Tweede Wereldoorlog.

Laat ons eens veronderstellen dat de gemiddelde rentevoet in 2014 naar 5% zou opklimmen. Dat zou betekenen dat de jaarlijkse intrestlast oploopt tot 11.000 miljard dollar (van 220.000 miljard).  Het jaarlijkse BBP laten we hypothetisch stijgen tot 74.000 miljard dollar (72.000 + 3,5% economische groei).  
De totale intrestkost van 11.000 miljard zou dan maar liefst 14,8% van het wereldBBP (74.500 miljard) bedragen !  En dat zonder rekening te houden met de jaarlijkse schuldvergroting van 11%.  En dat in de wetenschap dat nieuwe overheidsuitgaven in deze hypothetische situatie volkomen uit den boze zijn ...

Vanuit deze optiek wordt het ook volkomen begrijpelijk waarom de centrale banken er alles aan doen om de rentevoeten zo laag mogelijk te houden : het wereldwijde financieel-economische systeem kan simpelweg geen NORMALE rentevoeten meer aan ...

Een van de unieke aspecten van dit schuldenmoeras is dat het voornamelijk de westerse economieën zijn die zich aan een kredietorgie hebben bezondigd.  Uit de volgende grafiek blijkt dat het BBP van de ontwikkelde landen tussen 1994 en 2012 verdubbeld is.  In diezelfde periode hebben hun schulden zich echter verdrievoudigd !


    Brutoschulden van de ontwikkelde landen, geïndexeerd 1994
        Bron : IMF, berekeningen van Carsten Englert


Zoals daarnet ook vastgesteld, heeft de schuldenindex zich vooral vanaf 2002 beginnen losmaken van het BBP. Het is eveneens in die periode dat de Amerikaanse centrale bank (de Federal Reserve Bank - Fed) haar basisrente stelselmatig heeft verlaagd.  In 2009, na het losbarsten van de financiële crisis, werd de loskoppeling schulden/BBP steeds breder.  De centrale banken, onder aanvoering van de Fed, duwden toen hun rentevoeten nog verder naar beneden terwijl de westerse overheden nieuwe schulden aangingen om hun financiële instellingen en economieën te ondersteunen.
De gevolgen van een al te lakse monetaire politiek zijn onmiskenbaar.

China, dat zich inmiddels heeft opgewerkt tot de tweede grootste economie van de planeet, heeft een essentiële rol gespeeld in de hernieuwde groei van de wereldeconomie na de crash van 2008.  Aangemoedigd door de Amerikaanse regering lanceerden de Chinese bewindvoerders toen een groots stimuleringsprogramma.
Chinese statistieken zijn echter even transparant als een Kretenzisch labyrint en daarom bestaat er onder analisten nogal wat controverse over de juiste schuldenomvang (lees kredietbubbel) van de Chinese economie.

De gerenommeerde financiële blogger Mish Shedlock denkt er het zijne van : 
"De Chinese schulden, uitgedrukt als aandeel in het BBP, zijn in een zeer snel tempo gestegen, a rato van ongeveer 15% per jaar.  Sinds 2008 zijn ze van ongeveer 125% van het BBP opgeklommen naar 200%.  De meeste mensen hebben weet van de kredietboom die in China heeft plaatsgevonden, maar niemand is op de hoogte van de ware omvang. Toen het in 2008 allemaal begon, was de Chinese banksector ongeveer 10.000 miljard dollar groot.  Vandaag spreken we over 24.000 à 25.000 miljard dollar.
Die aangroei van 14 à 15.000 miljard dollar is het equivalent van de ganse omvang van de Amerikaanse commerciële banksector, waarvan de opbouw meer dan een eeuw in beslag nam. Dit betekent dat China het gehele Amerikaanse systeem binnen een tijdsspanne van een half decennium heeft gekopieerd.
De lessen van de financiële geschiedenis voorzien geen uitzondering : het ontlenen op een dergelijk grote schaal zal tot gevolg hebben dat schuldenaren niet in staat zullen zijn om aan hun verplichtingen te voldoen en dit zal leiden tot grote verliezen voor de schuldeisers; de vraag is niet wanneer dit zal gebeuren maar wanneer en in welke mate."
Bron : 'China fooled the world (but it cannot last)'

Vele professionelen vrezen inderdaad dat de Chinese kredietbubbel de aanzet kan zijn tot een globale meltdown. De volgende grafische voorstelling toont aan dat sinds 2008 ook in China de schulden sneller groeien dan de economie :




De hiernavolgende tabel geeft ons een idee van de reële schuldensituatie van de belangrijkste westerse landen plus Japan (cijfers van 2012) :



Hogervermelde opmerkingen omtrent schuldenoverlapping staatsschulden/bankschulden en niet-voorziene vergrijzingskosten gelden ook voor deze tabel.
Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van denktank Itinera, meent dat een land een maximale gecombineerde schuldenlast van 240% (overheid, gezinnen en bedrijven) "mag" torsen.
Zelfs als deze zienswijze correct is, blijkt dat er toch nog behoorlijk wat leidende economieën deze drempel gepasseerd zijn of benaderen.


***

Welke mogelijkheden hebben landen nu om dergelijke belangrijke schuldenbergen weg te werken ?  Of minstens tot een behapbaar niveau terug te brengen ?  Grosso modo liggen een viertal wegen open.

Schulden afbouwen en (be)sparen.  Het tegelijk afbouwen van de private - en overheidsschulden kan enkel als een land een handelsoverschot realiseert (export groter dan import).  Maar hier stuiten we op een van de paradoxen van de wereldeconomie : niet ieder land ter wereld kan een netto-exporteur zijn, want de export van de ene is noodzakelijker-wijze de import van een ander ...  Belangrijke exportnaties zoals Duitsland en China dienen eigenlijk hun grote handelssurplussen af te bouwen.  Anders is het voor andere landen onmogelijk om hun schulden af te betalen door te besparen (Griekenland, Portugal en Spanje zien vreselijk af om hun economieën weer competitief te maken ...). 

Hogere economische groei realiseren.  Maar hoe kan zoiets lukken ?  Alle sleutelspelers van de wereldeconomie (USA, China, Japan en Europa) zitten serieus in het rood.  Onzekerheid over regeringsbeslissingen, oplopende (jeugd)werkloosheid, het tegenwoordige (en komende) leeglopen van allerlei bubbels (aandelen, vastgoed) en de verdere vergrijzing van de bevolking zijn niet van aard om de dalende vraag van consumenten nieuw leven in te blazen.  

Het herstructureren van de schulden.  Ligt eveneens zeer moeilijk en zou een tsunami door de financiële sector sturen.  De balansen van vooral de Europese banken (waar vele schuldtitels en allerlei leningen samengepakt zijn) ogen namelijk nog steeds bijzonder kwetsbaar.

Inflatie.  Wie in moeilijke tijden in de schuld zit, heeft geen behoefte aan een nieuw krediet.  De monetaire stimuli van de centrale banken leiden daardoor niet tot hogere inflatie.  De banken zijn, door hun kwetsbare balansen, ook minder happig om leningen toe te staan.  Het pure gelddrukken kán tot hyperinflatie leiden : denk maar aan hetgeen in de jaren '20  van de vorige eeuw in Duitsland is gebeurd.  Maar men ziet zoiets toch moeilijk gebeuren in de ontwikkelde landen waar de obligatiemarkten van overwegend belang zijn ter financiering van diezelfde overheden.  Hoe dan ook is het creëren van inflatie eerder een vorm van bedrog dan het aanbrengen van een structurele oplossing.


***

Het unieke van de crisis die we meemaken is dat alle leidende economieën met een zelfgemaakte schuldenhimalaya kampen en dat er geen land of groep landen in staat is om de wereldeconomie uit het slop te halen zoals de USA dat deed na WO II en China vanaf 2009.

Vooral hier in het westen leven we reeds decennia boven onze stand.
De oplopende kredietcyclus, die vooral vaart heeft genomen sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw en die de westerse wereld ongeëvenaarde welvaart heeft gebracht, zal nu onafwendbaar in omgekeerde richting gaan werken.   De problemen die zich vertoond hebben sinds 2008 zijn niet structureel aangepakt.  Men lost een schuldenproblematiek nu eenmaal niet op door nieuwe schulden te maken !  Want dit heeft een steeds lagere economische groei (absoluut noodzakelijk om schuld terug te betalen), een daling van het vermenigvuldigingseffect van geld (bedrijven/gezinnen ontlenen minder en banken zelf lenen minder geld uit - ook al vanwege hun kwetsbare balansen) en een daling van de omloopsnelheid van het geld tot gevolg. Waardoor er een absoluut negatieve spiraal op gang komt.

De schuldenafbouw is niet meer te ontwijken en een ernstige terugval van onze levensstandaard dus ook niet.  Op geen enkele wijze valt er nog te ontkomen aan verregaande saneringen, bezuinigingen en lastenverhogingen.  Nog meer falingen, ook van banken, zijn als het ware voorgeprogrammeerd.

Welke - pijnlijke - oplossingen kunnen we verwachten ? Er zijn verschillende mogelijkheden (die gecombineerd kunnen optreden) :
  • Het confisqueren van spaargeld (zie hier en hier)
  • Bail-ins : waarbij niet de belastingbetalers maar wel aan aandeelhouders, obligatiehouders en depositohouders gevraagd wordt op te draaien voor een mogelijk bankfaillissement
  • De creatie van een nieuwe wereldmunt

***

Het woord 'crisis' is oorspronkelijk afkomstig uit de Griekse taal en betekent letterlijk een tweesprong.  Eén afslag leidt naar verbetering en de andere zorgt ervoor dat de omstandigheden verslechteren.  In de geneeskunde is crisis een keerpunt, waarbij de patiënt achteruitgaat en uiteindelijk sterft, of beter wordt en in leven blijft.  Ook het Chinese karakter voor crisis bestaat uit twee delen : het linkerdeel betekent gevaar en het rechter symbool vertegenwoordigt kansen en mogelijkheden.


De komende nieuwe (schulden)crisis zal een hoop miserie veroorzaken.  Maar biedt ook een echte kans om diepgaande en duurzame veranderingen door te voeren in het wereldgeldsysteem.















vrijdag 7 februari 2014

Nadenken over de systeembanken

De systeembanken spelen een cruciale rol in de economie omwille van hun bijdrage tot het ontstaan en de instandhouding van geld- en investeringsstromen.

In het besef dat ze in het economisch circuit onmisbaar zijn, dienen de overheden hen te redden via een herkapitalisatie.

Ze zijn "too big to fail" want kunnen een domino-effect veroorzaken.

Het gevaar zit 'm in het feit dat ze onverantwoorde risico's gaan nemen in de wetenschap dat de overheden hen toch steeds zullen bijspringen.

Dit is het zogenaamde moreel risico ('moral hazard') : banken zullen trachten hun individuele belangen te maximaliseren ten nadele van de gemeenschap.
Sinds het losbarsten van de financiële crisis in 2008 heeft men echter verschillende maatregelen getroffen.

Denk maar aan de nieuwe bancaire Bazel III-regels die banken dwingen zich te herkapitaliseren en hen een beter liquiditeitsbeheer opleggen.  Daarenboven hebben ze hun eigen vermogen verhoogd om nieuwe schokken (verliezen op activa) beter op te vangen en er voor te zorgen dat de deposito's van hun klanten niet in gevaar komen.

Europa heeft ook een bankunie gecreëerd : de systeembanken zullen door de Europese Centrale Bank worden gesuperviseerd wat tot een beter prudentieel beleid moet leiden.  Anderzijds komt in het rapport Liikanen duidelijk naar voor dat een scheiding tussen zakenbanken en commerciële banken noodzakelijk is.

Tenslotte is Europa overgeschakeld van een bail-out clausule (het redden van de banken door de overheden) naar een bail-in systeem (bij een bankfaillissement dragen vanaf nu de depositohouders een deel van de verliezen).

Toch meen ik dat een bail-in eerder een 'bezwerende' dan een operationele functie heeft : wie gelooft dat miljoenen depositohouders verliezen zullen accepteren zonder de tussenkomst van de overheden ?
Bovendien : hoe organiseert men praktisch een bail-in met al die transnationale banken ?

Welke risico's in de banksector zijn er dan nog ?  Ze zijn talrijk want de bedrijfsvoering in een bank gaat intrinsiek en per definitie over het beheer van risico's.  De grootbanken zijn nog steeds systemisch : ingeval er problemen opduiken, zullen de nationale staten een helpende hand moeten uitsteken.  En vooral nu er zich een nieuwe golf van consolidaties aandient : na het terugschroeven van hun omvang zullen de banken zich waarschijnlijk willen versterken door het aangaan van fusies en overnames teneinde schaalvoordelen te creëren.

Nu is het zo dat overheidsschulden - waarin banken in belangrijke mate beleggen - als risicoloos beschouwd worden en nauwelijks (of geen enkele) dekking door eigen middelen benodigen.  Hiermee negeert men het risico van overheidsfalen, terwijl uit allerlei cijfergegevens blijkt dat dit systeemrisico wel degelijk aanwezig is (link).

De banken van bepaalde economieën blijven, omwille van de zwakke economische groei (Duitsland) en het uiteenspatten van vastgoedbubbels (Spanje, Nederland) zeer kwetsbaar.  De tests die de kwaliteit van de activa meten (AQR : Asset Quality Review) zullen ongetwijfeld de kwetsbaarheden van bepaalde instellingen aan het licht brengen.

Op dit ogenblik, en dat reeds sinds lang, zijn de rentevoeten zeer laag en is er veel liquiditeit beschikbaar. Maar als de rentestanden onverhoeds brutaal zouden omhooggaan, zullen de banken belangrijke verliezen incasseren.

Tot besluit : het moreel risico is afgenomen en het systeemrisico teruggebracht.  Toch blijven beide wel degelijk aanwezig.  Het werkelijke gevaar bestaat, volgens mijn intuïtie, in de abnormale verstrengeling tussen banken en overheden (de banken financieren de overheden die op hun beurt de bankdeposito's garanderen).
Want het volgende maakt de bail-in regels zo goed als waardeloos : hoe dichter een bank aanleunt bij een overheid, des te minder zullen de depositohouders het aanvaarden om te verarmen zonder een beroep te kunnen doen op diezelfde overheid.


Bron : blogs.lecho.be (Bruno Colmant) (vertaald en bewerkt)
















zaterdag 25 januari 2014

Is de opwarming van de aarde oplichterij ?

Op 8 maart 2007 werd de documentaire "The great global warming swindle", samengesteld door televisieproducer Martin Durkin, voor het eerst uitgezonden op de Britse zender Channel 4.   Deze reportage, waarbij nogal wat prominente wetenschappers aan het woord komen, gaat in tegen de tot op vandaag weinig gecontesteerde consensus dat de globale opwarming door de mens is veroorzaakt.
Als zodanig zou deze opwarmingstheorie wel eens de grootste fraude van onze tijd kunnen zijn.

De volgende specialisten worden in de film geïnterviewd :
Professor Syun-Ichi AKASOFU – Directeur International Arctic Research Centre
Professor Tim BALL – Afdeling Klimatologie, Universiteit van Winnipeg
Nigel CALDER – Voormalig redacteur New Scientist
Professor Ian CLARKE – Afdeling geowetenschappen, Universiteit van Ottawa
Dr. Piers CORBYN – Klimaatvoorspeller Weather Action
Professor John CRISTY – Leidend auteur IPCC (United Nations Intergovernmental Panel on Climate Change)
Paul DRIESSEN – Auteur van “Green Power, Black Death”
Professor Eigil FRIIS-CHRISTENSEN – Directeur Danish National Space Centre
Baron Nigel LAWSON of Blaby (UK)
Professor Richard LINDZEN – IPCC & M.I.T. (Massachusetts Institute of Technology)
Professor Patrick MICHAELS – Afdeling Milieuwetenschappen, Universiteit van Virginia
Patrick MOORE – Medeoprichter Greenpeace
Professor Paul REITER – IPCC & Pasteur Instituut, Parijs
Professor Nir SHAVIV – Instituut Natuurwetenschappen, Universiteit van Jeruzalem
James SHIKWATI – Econoom & Auteur
Professor Frederick SINGER – Voormalig directeur US National Weather Service
Dr. Roy SPENCER – Teamleider weersatelliet NASA
Professor Philip STOTT – Afdeling Biogeografie Universiteit van London
Professor Carl WUNSCH – Afdeling Oceanografie, Massachusetts Institute of Technology

Dit is de bewuste video (duur : 1 uur, met Nederlandstalige ondertitels)


maandag 2 december 2013

Het einde van de zekerheid

Mens en samenleving worden altijd geconfronteerd met onzekerheid. 
Onzekerheid is een rode draad die doorheen het leven is geweven.
Wie van ons heeft er nog nooit zorgen gehad omtrent gezondheid, werk, inkomen, relatie(s) ? 
Wie van ons wordt niet vroeger of later geconfronteerd met lijden, ziekte en dood ?
De welvaart van de maatschappij is nauw verweven met lokale en internationale conjunctuurbewegingen, met schommelingen van de financiële markten en met veranderingen op politiek en fiscaal vlak.  Natuurrampen en ongevallen kunnen bezit en vermogen in fracties van seconden vernietigen.

Er bestaan heel wat manieren om de onzekerheden van het leven het hoofd te bieden.  Via allerlei verzekeringen kunnen we ons bijvoorbeeld indekken tegen gebeurlijke calamiteiten.
Het regelmatig sparen is een andere aanpak om bescherming te zoeken tegen onvoorspelbaarheden.  In tijden van onzekerheid, zoals nu, stijgen de spaarvolumes snel.  Maar om effectief te kunnen sparen, om het inkomen van vandaag naar morgen te kunnen overdragen of om te kunnen verzekeren moet er "iets" zijn dat een stabiele waarde behoudt.  Vaak, maar niet altijd, waren dat overheidsobligaties.  De overheidsschuld bood zekerheid.  Daarom kochten - en kopen - banken ook veel overheidspapier.  Het was een goede manier om een solide onderpand voor de spaardeposito's te verwerven.

De overheid speelde nog een andere rol bij het aanpakken van financieel-economische instabiliteit.
Mogelijk een van de belangrijkste maatschappelijke verwezenlijkingen van na 1945 is dat de westerse overheden telkens ingegrepen hebben om zekerheid te bieden bij grote onzekerheden.
Denk hierbij aan de oliecrisis van de jaren '70, de technologiebubbel van het jaar 2000, 9/11, de bankencrisis van 2008 en de crisis in de eurozone.  En vergeten we vooral ook niet de uitgebreide sociale zekerheidssystemen die reeds vanaf de jaren '30 van de vorige eeuw tot nu door regeringen zijn uitgebouwd.

Niet dat iedere beslissing of tussenkomst altijd zo doordacht of efficiënt was, zeker niet.  Waarom kon de overheid telkens ingrijpen ?  Ze was daartoe in staat omdat ze als enige economische deelhebber nog schulden kon aangaan en op grote schaal middelen in beweging kon brengen.  En in goede tijden kon ze de belastingen verhogen en zo extra inkomen verwerven.

De overheid creëerde een behoorlijke mate van zekerheid.  De vrees is terecht dat dit vanaf nu zal veranderen.
De volgende tabel laat in dit verband aan duidelijkheid niets te wensen over :

            DE  ECHTE  EUROPESE  STAATSSCHULDEN  EINDE  2012 (in % BBP)
Expliciete Impliciete Totale Overheids- Reële
schulden schulden schulden beslag schuldgraad
1 Italië     121     -123    -251      51         - 4
2 Letland       43       -42          0      36           0
3 Estland         6         75       81      39       205
4 Polen       52        74     126      42       299
5 Duitsland       81        55     136      45       304
6 Bulgarije       16      160     176      36       490
7 Zweden       39      138     177      52       340
8 Portugal     108        73     181      47       382
9 Hongarije       81      109     190      49       390
10 Roemenië       33      234     267      37       730
11 Litouwen       38      264     303      36       839
12 Oostenrijk       72      242     315      52       609
13 Malta       71      253     324      43       747
14 Tsjechië       39      379     418      44       939
15 Frankrijk       86      356     442      57       781
16 Denemarken       47      396     442      59       743
17 Finland       49      420     469      57       829
18 Slovakije       43      506     549      38     1452
19 Nederland       65      499     565      50     1121
20 Gr- Brittannië       88      550     639      48     1334
21 België       98      558     655      55     1191
22 Slovenië       47      620     667      48     1387
23 Cyprus       71      764     835      46     1800
24 Spanje       69      735     805      48     1684
25 Griekenland     171      720     891      54     1662
26 Luxemburg       18    1209   1228      44     2772
27 Ierland     106    1271   1378      43     3235
Bronnen : Stiftung Marktwirtschaft Berlijn, Eurostat, eigen berekeningen

Expliciete schulden : de cijfers in de tabel geven de percentages weer van de officiële staatsschulden van ieder Europees land ten opzichte van het bruto binnenlands product (BBP).
Impliciete schulden : de cijfers betreffen de percentages van de toekomstige engagementen van overheden inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit in verhouding tot het BBP.  In het vakjargon noemt men deze toekomstige schuld de impliciete schuld.
Totale schulden : expliciete en impliciete schulden samengeteld (in % van het BBP).
Overheidsbeslag : het percentage aan reële overheidsinkomsten (de zogenaamde 'begrotingen') ten opzichte van het BBP.
Reële schuldgraad : dit zijn de percentages die de overheidsinkomsten vergelijken met het totaal aan schulden.

De officiële schuldstatistieken (de expliciete schuld) onderschatten in ernstige mate de ware omvang van de schuldproblemen van de meeste Europese economieën.  Vele regeringen hebben namelijk aanzienlijke verplichtingen aangegaan inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit voor de komende decennia.
Niet alleen zijn deze beloftes niet opgenomen in de officiële cijfers, ook in de media komt deze heikele problematiek zelden of nooit aan bod.  Kwestie van de goegemeente niet te doen opschrikken ...

Wat u ook leest of waarheen u ook surft : overheidsschulden worden steeds vergeleken met het bruto binnenlands product (BBP).  Maar deze voorstelling van zaken is feitelijk incorrect.  Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat de Europese overheidsinkomsten slechts gemiddeld 45 à 55% uitmaken van hetgeen een economie voortbrengt.  Uiteraard dienen reële inkomsten vergeleken te worden met reële uitgaven en schulden.

Zo blijkt uit de cijfergegevens dat de echte Belgische staatsschuld niet 98% bedraagt maar oploopt tot 655% (toekomstige pensioen- en gezondheidszorgen inbegrepen).  Als we bovendien de reële inkomsten van de Belgische overheid (55% van het BBP) vergelijken met die 655% komen we zegge en schrijven uit op ...1191% van het BBP.  Het boek 'De perfecte storm' van de Gentse economen Gert Peersman en Koen Schoors handelt in essentie over dit nationale pensioendrama.

Italië en Letland komen uit de cijferanalyses verrassend goed te voorschijn.  De dikwijls verguisde Silvio Berlusconi heeft op het stuk van pensioenbeleid degelijk werk geleverd.

Staatsschulden verschijnen onder de vorm van staatsobligaties op de balansen van pensioenfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen.  Als men de tabel nogmaals onder ogen neemt, kan men zich de vraag stellen wat dit papier wérkelijk waard is en in welke (benarde) situatie deze instellingen eigenlijk verkeren ...

Natuurlijk zijn er ook belangrijke activa (spaaroverschotten) aanwezig, maar niemand kan er omheen dat de meeste regeringen diepgaande structurele ingrepen dienen door te voeren in hun socio-economische beleid.  Overigens vormen niet enkel de overheidsschulden annex begrotingstekorten een serieus probleem.  Wie zal er opdraaien voor het herkapitaliseren van de Europese banken, het redden van de Zuid-Europese economieën (de zogenaamde PIIGS) en - bij uitbreiding - de euro ?
Uit de energiehoek wordt geopperd dat men best ook rekening houdt met noodzakelijke investeringen voor de overgang naar een postkoolstofeconomie.

De mogelijkheden van de overheden om op te treden als laatste redder in nood zijn beduidend kleiner geworden, zoveel is duidelijk.  En daarom komt er een einde aan een tijdperk van zekerheid.