Enkele weken voor de verkiezingen van 9 juni heeft het Europees Parlement ingestemd met een verstrenging van de begrotingsregels voor de lidstaten. De Europese autoriteiten willen de Maastrichtnormen in ere herstellen en dus de publieke financiën van de landen terug op orde brengen. Concreet mag de staatsschuld niet meer dan 60% van het bruto binnenlands product (BBP) bedragen en het begrotingstekort mag niet hoger uitvallen dan 3% van dat BBP. Enige analyse leert ons dat de voorgestelde austeriteit niet alleen vroeger niet goed uitpakte, maar vandaag meer problemen dreigt te creëren dan op te lossen.
De mondiale schokken van de laatste jaren (coronacrisis, energiecrisis, toegenomen geopolitieke instabiliteit) hebben een proces van deglobalisering en protectionisme op gang gebracht. Deze tendensen zijn voor Europa als exportnatie een slechte zaak. Die opeenvolgende crisissen hebben de schuldenlast van de overheden doen toenemen en een gat geslagen in hun begrotingen. Minder groei en meer schulden: de overheden hebben geen ruimte meer om conjuncturele klappen op te vangen. De gestegen rente heeft hun intrestlasten verhoogd terwijl hun fiscale capaciteit onvoldoende is om die meeruitgave te compenseren.
Meer bepaald sukkelt ons continent met een aantal structurele problemen:
Vergrijzingsproblematiek
In 1960 bedroegen de sociale uitgaven minder dan 10% van het BBP. Onderstaande grafiek laat zien hoe we vandaag gemiddeld boven de 20% zitten.
De sociale uitgaven van Europese landen zijn de laatste decennia blijven toenemen. Europese sociaaldemocratieën hebben de afgelopen tientallen jaren grote welvaartssystemen opgebouwd omdat ze afhankelijk waren van iemand anders voor veiligheid (VS), iemand anders voor goedkope maakindustrie (China) en iemand anders voor goedkope grondstoffen (Rusland). Wat gebeurt er met dit model als dit allemaal wegvalt (zie ook hier)?De vergrijzing van de bevolkingen in Europa heeft twee negatieve effecten: minder economische groei en toenemende sociale bestedingen (pensioenen, gezondheidszorg). Regeringen trachten die verouderingsproblematiek op te lossen met immigratie. Vele immigranten zijn echter laaggeschoold: opvang, scholing en integratie kosten veel en verergeren eerder het probleem. Een toename van de staatsschuld lijkt daarom onafwendbaar.
Energetische zelfmoord
De noodzakelijke basis voor elk performant economisch systeem - vroeger en nu ook - is goedkope, overvloedige en vlot beschikbare energie. In vorige artikels (lees hier en hier) hebben we de beleidsvergissingen van de Europese leiders in deze materie reeds aangekaart. Met de huidige strategie zal Europa niet tot een competitieve energietransitie komen.
De noodzaak van investeringen
Europese regeringen dienen vanaf nu fors en efficiënt te investeren in energie, klimaatneutraliteit, infrastructuur, industriële transitie (denk bvb. aan AI) en defensie. Een enorme opdracht.
Gebrek aan technologische innovatie en overregulering
Het Europese model steunt o.a. op grote industriële bedrijven die zwaar werden bevoordeeld door de staat dankzij een gunstige regelgeving. De Duitse auto-industrie - die nu ernstige concurrentie ondervindt van Chinese autoconstructeurs - is daarvan een klassiek voorbeeld. Dit ouderwetse model wordt nu aangetast door een technologische verschuiving. Steeds meer functies die vroeger gemechaniseerd werden, zijn vandaag geheel of gedeeltelijk gedigitaliseerd.
Europa heeft de Internet- en AI-revolutie grotendeels gemist en ziet zich nu geconfronteerd met buitenlandse digitale monopolies (Big Tech, GAFAM). Grote tech-oprichters en toplui van industriële reuzen uit heel Europa waarschuwden in juni 2023 in een open brief aan de EU-Commissie dat Europa de AI-revolutie dreigde mis te lopen als de EU wetten zou aannemen die de innovatie zouden verstikken. Kijk ook naar de volgende afbeelding, die het aantal verworven patenten per land en per techsector in 2021 weergeeft. Daaruit blijkt bvb. dat een land als Zuid-Korea in dat jaar meer patenten heeft verkregen dan gans Europa...
De Europese beleidsbepalers nemen nu hun toevlucht tot het reguleren van Amerikaanse en Chinese bedrijven. Maar dit is een manier om de symptomen aan te pakken, niet de oorzaken.
Een groep van 73 bedrijven uit 17 sectoren, waaronder chemie, farma en machinebouw heeft in februari van dit jaar de zogenaamde 'Verklaring van Antwerpen' gelanceerd, waarin de Europese Unie (EU) wordt opgeroepen om de netto-nul regelgeving te versoepelen, de energiekosten te verlagen en meer te investeren, nu er nog wat industrie overblijft. De 'Antwerp declaration for a European industrial deal' lijst 10 concrete acties op om de nood aan een strategisch industrieel beleid vorm te geven.
Het is een feit dat gigantische globale concerns (niet alleen Big Tech maar ook Big Oil, Big Steel, Big Pharma, Big Food, Big Media en last but not least Big Finance) de overheden overvleugeld hebben en de dienst uitmaken. In die zin zijn duidelijke spelregels (milieu, privacy, belastingen enz) noodzakelijk. Maar die mogen tegelijk efficiëntie en innovatie niet afremmen. Inderdaad, een lastige evenwichtsoefening...
Het grootste probleem: de EU is disfunctioneel
De EU heeft nooit de regels van het Groei- en Stabiliteitspact of het Verdrag van Maastricht gerespecteerd. Gezien de verschillen in productiviteit en werkregels kan één door de ECB vastgesteld rentetarief niet tegelijk geschikt zijn voor Italië, Frankrijk, Griekenland en Duitsland. De euro, met één gemeenschappelijk rentetarief, is fundamenteel gebrekkig. Om hun competitiviteit op de markten te herwinnen lieten de vroegere Zuid-Europese regeringen hun munten devalueren. Vanwege dit strakke renteregime rest de zwakkere landen geen andere keuze dan het toepassen van een zogenaamde 'interne devalutatie'. De Europese Centrale Bank (ECB) helpt wel door een flink pakket van hun staatsobligaties op te kopen.
Nog voor de oprichting van de eurozone werd er door specialisten gewaarschuwd voor de gevaren van een muntunie. Verschillende financiële commentatoren verkondigen de stelling dat een monetaire unie onmogelijk is zonder het eveneens realiseren van een politieke en fiscale eenheid.
&&&
Austeriteit werkte niet
Tussen 2009 en 2012 beleefde Europa een periode van austeriteit die toen bijna het uiteenspatten van de Eurozone veroorzaakte. De lessen van toen blijken nog niet te zijn geleerd. De beleidsmakers hebben steeds gekozen voor het concept van 'competitieve devaluatie' waarbij inflatie eerder wel en werkloosheid eerder niet wordt bestreden. Tussen 2009 en 2012 was de euro te sterk in waarde gestegen. Samen met de subprimecrisis en de staatsschuldencrisis droeg deze (te) sterke euro bij aan de recessie van die jaren. Om het sociale stelsel te behouden, zag België zich in die periode gedwongen om de overheidsinvesteringen terug te schroeven.
Gordiaanse knoop
Overheden worden geconfronteerd met een dilemma. Ofwel respecteren ze de Maastrichtcriteria niet en krijgen ze te maken met schuldgroei. Ofwel zal de ECB verplicht zijn om de overheden te herfinancieren via monetaire creatie die per definitie inflatoir is. Probleem hierbij is dat de ECB haar rentevoeten heeft opgetrokken (recent wel weer lichtjes verlaagd) om precies de inflatie te bestrijden. De vraag is hoe realistisch het is om in de huidige situatie een inflatiedoelstelling van 2% na te jagen.
De afgezwakte Europese groei - noodzakelijk om schulden af te lossen - zal nog afnemen. De volgende grafiek toont duidelijk aan hoezeer het Europese BBP achteruitgaat in vergelijking met vooral de VS en China.
Europese technocratie
Iedereen herinnert zich nog wel de harde manier waarop Griekenland tijdens de eurocrisis werd aangepakt. De Griekse begroting was inderdaad op een onwaarschijnlijke manier ontspoord. De Europese bestuurslui dwongen toen de Grieken, ondanks andere wensen van het electoraat, tot strenge begrotingsdiscipline. In verband daarmee moeten we denken aan de woorden van Jean-Claude Trichet, toenmalig president van de ECB, die in oktober 2011 even 'vergeten' was dat er zoiets bestaat als democratie: "Naar mijn mening moeten we snel het Verdrag veranderen om te kunnen voorkomen dat één lid van de eurozone afdwaalt en problemen veroorzaakt voor alle anderen. Om dat te kunnen doen, is het noodzakelijk dat we een bepaald land besluiten kunnen opleggen."
In januari 2015 drukte Jean-Claude Juncker, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, zich op gelijkaardige wijze uit na de overwinning van de linkse Syriza-partij in Griekenland: "Er kan geen democratische keuze zijn die ingaat tegen de Europese Verdragen". En wat te denken van wat Mario Draghi, eveneens oud-president van de ECB maar ook vice-voorzitter van de beruchte Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs, in een interview met de Wall Street Journal in februari 2014 liet noteren. Draghi beweerde toen dat er geen alternatief was voor de bezuinigingsmaatregelen die aan de landen van de Eurozone werden opgelegd en dat het veelgeroemde sociale model van Europa dood was. Alleszins een merkwaardig betoog van een topambtenaar die later premier van Italië zou worden, terwijl dat land momenteel opgezadeld zit met een staatsschuld van 140% van het BBP en een begrotingstekort van meer dan 7%.
De nu opgelegde austeriteit wordt overigens aangestuurd door de Europese Commissie, die uitsluitend bestaat uit onverkozen bureaucraten.
De ware bedoeling
De vorige austeriteitsperiode was niet bepaald een succes. En zoals gezegd kampen de Europese regeringen met afgenomen concurrentiekracht, hoge schulden, vergrijzing, energieproblemen, overregulering en dringen grote investeringen in verschillende domeinen zich op. Een budgettaire inkrimping riskeert Europa te verzwakken en een recessie uit te lokken. Het proces van desindustrialisatie is hiervan een kwalijk symptoom.
Wat bezielt de Europese leiders dan om de strenge regels van weleer - die sowieso door de grote meerderheid van de Eurolanden niet werden opgevolgd - opnieuw te willen doordrukken? Men kan moeilijk anders dan vaststellen dat het erom gaat de publieke financiën van de Europese lidstaten te oriënteren naar de geleidelijke afbouw van hun sociale modellen. En van een overheidsbeschermend systeem over te stappen naar een individueel stelsel. Of voor de goede verstaander: het opschuiven naar een neo-liberaal model zoals dat gangbaar is in de VS.
Gevolgen voor België
Europa legt België een fors besparingstraject op van 28 miljard € en uitgesmeerd over 4 of 7 jaar. Ter informatie en afkomstig van officiële Belgische statistieken: 18,6% of 2.150.000 landgenoten riskeren armoede of sociale uitsluiting (12,2% in Vlaanderen, 24% in Wallonië en 37,6% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Het is dus cruciaal dat er in ons land zo min mogelijk bespaard wordt op de sociale zekerheid.
Gevolgen voor de (Belgische) gezinnen
Gezien de omvang van de besparingen kan de nieuwe regering niet anders dan de belastingen verhogen. Uitsluitend knippen in de uitgaven zal niet volstaan. Ook in het overheidsapparaat dringen zich diepgaande hervormingen op.
Wat kunnen gezinnen verder verwachten? Inflatie en relatief lage rentevoeten. De financiële repressie (lees hier en hier) duurt reeds lang en zal blijven duren... Volgens topeconoom Bruno Colmant hebben spaarders de laatste 3 jaar 25% van hun koopkracht verloren. Dit roept evidente sociale en ethische vragen op. Die niet gesteld worden...
Zowel de publieke- als privéschulden zijn hoog opgelopen, terwijl de economische groei - die nodig is om ten minste de rente op die schuld te betalen - structureel slabakt. Het kan haast niet anders dat de overheid weldra onze bankdeposito's en verzekeringsreserves, die nu reeds dienen om de overheden te financieren, ook zal inzetten om de sociale zekerheid te stutten.
Momenteel wordt er een te grote nadruk gelegd tussen werkenden en niet-werkenden, tussen actieven en niet-actieven. Ons sociaal-economisch model staat op de helling. In het zeer complexe land dat we zijn is de sociale cohesie evenwel het meest fundamentele cement. Een nieuw en evenwichtig sociaal pact, over de generaties heen, dringt zich op.
Afsluitend
Vergrijzing en immigratie, corona- en energie-uitgaven, stijgende intrestlasten, overregulering, technologische achterstand, noodzakelijke overheidsinvesteringen maar vooral een disfunctioneel EU-concept: het is in die context dat de Europese leiders willen terugkeren naar budgettaire austeriteit, waarbij de ECB armlastige overheden minder - of niet meer - zal herfinancieren.
Bezuinigingen hebben echter een negatief effect op de economie en verergeren de situatie van vooral de zwaksten in de samenleving.
Dit stuk is grotendeels gebaseerd op de visie van de Franstalige econoom Bruno Colmant. Als je dit een interessant artikel vond, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !