Translate

maandag 26 september 2016

Italië is de moeder van alle systeemcrisissen

George Friedman, de bekende geopolitieke specialist en - voorspeller, geeft in dit stuk zijn mening over de evolutie van de systeemcrisis waar de wereldeconomie mee kampt :

Italië is al minstens acht maanden in crisis, maar de massamedia hebben dit niet eerder dan in juli uitgebracht. Deze crisis heeft geen enkel verband met de Brexit, ook al beweert de Brexit-oppositie het tegenovergestelde. Zelfs al had Groot-Brittannië vóór gestemd, dan nog zou de Italiaanse crisis in omvang toegenomen zijn.

Het hoge aantal slechte leningen op de bankbalansen was al voor de Brexit een probleem. Alleen een spectaculaire verbetering van de economie zou het mogelijk maken om deze leningen af te lossen. En de Europese economie kan niet voldoende groeien om hierin behulpzaam te kunnen zijn.

Italiaanse banken hebben op hun balans niet-performante kredieten die eigenlijk reeds moesten afgeschreven zijn. Maar liefst zeventien procent van alle leningen zullen niet terugbetaald worden. De te verwachten schade zal niet alleen in de laars worden gevoeld. Italiaanse leningen worden verpakt en herverkocht en Italiaanse banken schrijven in op leningen van andere Europese banken. Die instellingen hebben op hun beurt leningen aangegaan met Italiaans staatspapier als onderpand. Italië is de vierde economie van Europa en in tegenstelling met Griekenland kan men gerust stellen dat het 'la mamma' is van alle systemische bedreigingen.

Bail-ins, geen bail-outs
De enige uitweg bestaat uit een bail-out door de regering. Italië maakt echter deel uit van de eurozone en dus is de mogelijkheid om zich 'uit de crisis te printen' beperkt. De regels van de Europese Unie (EU) maken het bovendien moeilijk voor overheden om banken te redden met belastinggeld (bail-out). De EU hanteert nu een bail-in strategie wat inhoudt dat schuldeisers en depositohouders van een falende bank hun geld dreigen kwijt te raken. Dat is hetgeen de EU aan Cyprus oplegde. In Cyprus werden deposito's van meer dan 100.000 euro in beslag genomen om de schulden van de lokale banken te delgen. Een deel van deze sommen werd teruggestort, het grootste gedeelte niet.

De bail-in is een formule die tot bankruns aanzet. Het in Cyprus geconfisqueerde geld was afkomstig van pensioenfondsen en lonen. Rome wil er zeker van zijn dat depositohouders hun deposito's niet kwijtraken, want een run op de banken staat garant voor een heuse meltdown. En een ineenstorting zou de regering doen vallen en de weg vrijmaken voor de eurosceptische 'Vijfsterrenbeweging' van Beppe Grillo.

De bail-in regel is in voege omdat Duitsland geen belastinggeld wil gebruiken om financiële instellingen te redden via een bail-out. De groeiende populariteit van de nationalistische partij 'Alternative für Deutschland' bewijst dat het anti-Europese sentiment bij onze oosterburen sterk toeneemt. De Duitsers zitten met het gevoel dat vooral zij de fiscale verantwoordelijkheid dragen voor de eurozone en wensen niet meer te blijven betalen voor het onverantwoordelijke gedrag van anderen (Zuid-Europa). 

De Duitse regering is dus gebonden en kant zich bewust tegen een Europees depositogarantiesysteem omdat dit 'Heimatgeld' op het spel zou zetten. En Duitsland zal ook niet toelaten dat er zomaar eurogeld zal worden gedrukt : daarvoor is de herinnering aan de hyperinflatie van de twintiger jaren van vorige eeuw nog te levendig. De Italianen kunnen dus hun problemen alleen aanpakken door de EU-regels te veronachtzamen, wat ze momenteel ook doen.

Crisis deint uit
En er broeit een andere Europese crisis. Duitsland haalt bijna de helft van haar bruto binnenlands product (BBP) uit export. Ondanks alle discipline en soberheid die de Duitsers zo kenmerken, blijft er het feit dat hun welvaart goeddeels afhangt van hun bekwaamheid om te exporteren. Maar die exportkracht hangt uiteindelijk ook af van de behoeften en de financiële gezondheid van hun buitenlandse klanten. 

Duitsland voert veel uit naar de EU en de Italiaanse crisis zou een Europese bankencrisis kunnen veroorzaken. Dat zou de Duitse export behoorlijk pijn doen, het BBP naar beneden halen en de werkloosheid doen oplopen. Het is dus niet meer dan logisch dat de Duitsers er alles aan zouden doen om een Italiaanse faling af te wenden. Maar kanselier Merkel voelt er niet veel voor om haar landgenoten te vertellen dat hun economie afhankelijk is van de gezondheidstoestand van Italië.

De productie van Duitse kapitaalgoederen viel met 4% terug ten opzichte van de maand ervoor. De productie van consumptieproducten steeg met slechts 0,5%. Het staat vast dat de Duitse consumentenmarkt mogelijke exportverliezen op geen enkele manier kan opvangen. Het zakenleven bij onze oosterburen is zich bewust van dat gevaar. Daarbij komt nog dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onlangs verklaarde dat Deutsche Bank, de grootste bank van Duitsland, het belangrijkste systeemrisico vormt voor de wereldeconomie. Een faillissement zoals dat van Italië zou in Europa een kettingeffect tot gevolg hebben dat ook Deutsche Bank zou raken.

Het Amerikaanse puzzelstuk
Toch vormt een Amerikaanse recessie de echte bedreiging voor Duitsland. Recessies zijn een normaal fenomeen, het zijn cyclische gebeurtenissen die nodig zijn om de economische efficiëntie te behouden en die inefficiënte bedrijven doen verdwijnen. De Verenigde Staten worden gemiddeld om de zes à zeven jaar geconfronteerd met een recessie. Momenteel huist er in het monetair beleid en in de economie een hoop irrationaliteit. De rentecurve begint af te vlakken. Normaal gesproken wordt een recessie drie à zes maanden voorafgegaan door een grote neergang van de financiële markten. Dat betekent dat we dit jaar allicht geen recessie zullen krijgen, maar mogelijk wel in 2017.

Omdat er stagnatie is in Europa, heeft Duitsland haar exportactiviteiten verlegd naar andere landen en in het bijzonder naar de Verenigde Staten. Als in Amerika de economie terugvalt, zal ook de vraag naar Duitse goederen beginnen slabakken. Voor Duitsland echter betekent een exportdaling van 1% dat het BBP met een half procent terugvalt. Gezien de huidige minimale groei, zou de val van enkele procenten de Duitse economie in een recessie brengen en hoge werkloosheid veroorzaken.

Een Amerikaans conjunctuurprobleem zou niet alleen Duitsland raken, maar ook de rest van Europa. Vele landen voeren uit naar de VS, hetzij rechtstreeks of via het produceren van componenten voor Duitse en Britse producten. De VS zijn enigszins blootgesteld aan buitenlandse wanbetalingen, maar niet voldoende om het Amerikaanse financieel-economische systeem neer te halen. Amerika is, meer dan Europa, een tamelijk zelfvoorzienende economie en minder afhankelijk van export.

De 'big picture'
De EU dient de Italiaanse en Duitse problemen aan te pakken, maar haar regelgeving maakt het vinden van oplossingen heel moeilijk. Wat er in Europa gebeurt, is in de eerste plaats een politieke en bestuurlijke crisis. Het Europese stelsel werd gecreëerd om vrede en welvaart te bevorderen, niet om een complexe economie te beheren. 

De argumentatie van diegenen die gekant zijn tegen internationalisme is simpel. Soms falen de grote internationale systemen. Des te minder men verstrikt in -en afhankelijk is - van deze systemen, des te minder schade men zal ondervinden. En vermits deze systemische ongelukken in het verleden geleid hebben tot politieke conflicten en crisissen, krijgt het pleidooi voor nationalisme meer wind in de zeilen. Het is evident dat een systeemcrisis hoe dan ook zal leiden tot toenemend nationalisme. 


Bron : http://www.mauldineconomics.com/editorial/george-friedman-italy-is-the-mother-of-all-systemic-threats (vertaald en bewerkt)





vrijdag 9 september 2016

Niet over de hele lijn pessimistisch

Lezers van deze blog vinden onze artikels dikwijls interessant maar nogal zwaarmoedig van toon. Daarom graag wat meer toelichting over onze kijk op de crisis van 'het' systeem. En die visie kleurt niet van a tot z negatief.

Twee grote waarheden botsen frontaal met elkaar : onze planeet, onze wereld, is eindig en dit gegeven is steeds meer in strijd met een kapitalistisch paradigma dat net oneindige groei predikt ('the sky is the limit'). Voor wie enig onderzoek achter de kiezen heeft, is het zonneklaar dat onze levensstijl fundamenteel onhoudbaar is : zowel ecologisch (te grote voetafdruk), energetisch (de goedkope olie is bovengehaald), financieel (teveel schulden en derivaten, te grote ongelijkheid), economisch (roofbouweconomie, verspillingseconomie, onrealistisch exportmodel) als psychologisch (velen stappen gewild of ongewild uit de ratrace).

De wereldsituatie is ernstig. Welke crisis is er de laatste jaren niet langsgekomen ? Denk aan de eurozonevraagstukken (Europese banken, Griekenland, Brexit), de vluchtelingencrisis en de aanslagen door radicale moslims, de toenemende geopolitieke problemen (Oekraïne, Syrië, Turkije, IS, Oost-Chinese Zee) waarbij de grootmachten telkens tegenover elkaar staan. 
En dan zijn er nog het stijgende aantal klimatologische veranderingen en natuurrampen die ons vertellen dat er echt heel wat aan de hand is met de biosfeer en de aarde.

De mensheid wordt schijnbaar geconfronteerd met een omwenteling die haar gelijke niet kent in de moderne geschiedenis. Alle structuren worden uit hun hengsels gelicht, het lijkt wel alsof elk onevenwicht aan het licht wordt gebracht. De onrust en chaos nemen als met de dag toe.

Natuurlijk willen mensen, die via de media platgeslagen worden met allerlei onheil, graag wat anders horen dan de inzichten van analisten zoals wijzelf die compromisloos de vinger op de wonde leggen.

Wat is dan onze bedoeling ? Simpel : mensen wakker schudden en hen laten zien wat er werkelijk gaande is. Des te meer omdat beleidsbepalers er alles aan doen om ons de ware toedracht omtrent bijvoorbeeld financiën en economie verborgen te houden.

Over het begrip 'crisis' bestaan overigens grote misverstanden. De oorspronkelijke betekenis van dit woord is afkomstig uit het Grieks en betekent scheiding, beslissing, oordeel. De term is neutraal van aard, men kan een crisis dus beschouwen als het moment waarop een belangrijke beslissing dient te worden genomen. Wat helemaal niet negatief hoeft uit te pakken, wel integendeel. Zo bezien biedt een crisis net de kans om scheefgegroeide toestanden recht te trekken, om het anders en beter aan te pakken.

We ontmoeten trouwens geregeld mensen en groepen die wel degelijk begrepen hebben dat de mensheid op een doodlopend spoor zit. En die doende zijn, weliswaar kleinschalig, om werkzame oplossingen uit te dokteren. Verschillende positieve tendensen manifesteren zich. Zeker in onze tijd is er een krachtige golf van innovatie, creativiteit en zelfredzaamheid waar te nemen en dat op uiteenlopende maatschappelijke terreinen.

We zijn op weg naar een dieptepunt, maar de contouren van een nieuwe economie en samenlevingsnormen die beduidend beter afgestemd zijn op mens en milieu tekenen zich nu reeds af.

zondag 7 augustus 2016

Negatieve rente : een grote bedreiging voor geld en economie

De centrale banken hebben een doorslaggevende rol gespeeld in het stabiliseren van de financiële crisis in 2008. Daarbij namen ze hun toevlucht tot onconventionele maatregelen. Een daarvan is de zogenaamde nulrentepolitiek, die geëvolueerd is naar een beleid van negatieve rente. Die strategie heeft echter bijzonder nefaste gevolgen voor het functioneren van het financieel-economisch systeem.

Wat is negatieve rente ? De kredietcrisis zette centrale banken ertoe aan om de officiële rentevoeten agressief te verlagen. Hierdoor werd het aantrekkelijker om geld te lenen voor investeringen of consumptie. De Zweedse nationale bank was in 2009 de eerste om negatieve rente te introduceren. Maar ook Zwitserland, Japan en de Europese Centrale Bank (ECB) hanteren momenteel deze aanpak.

Waarom drukken de centrale banken de rentestanden naar beneden ? Lage renteniveaus laten bedrijven en gezinnen toe om goedkoop te lenen. Daardoor wordt zowel de productie als de consumptie ondersteund en dus ook de economische groei. De monetaire beleidsmakers hopen tevens dat hun rentepolitiek de inflatie aanwakkert om de globale schuldenberg te doen inkrimpen of minstens beheersbaar te houden.

In tegenstelling tot hetgeen velen denken, is het centralebankenbeleid van dalende intrest overigens veel eerder van start gegaan dan in 2008, het jaar van de wereldwijde financiële crisis. Onderstaande grafiek, die de langetermijnrendementen van overheidsobligaties sinds 1980 weergeeft, is daarvan een sprekend bewijs.



Gevolgen wereldeconomie
De wereldeconomie zit vast in een zogenaamde liquiditeitsval : zowel bedrijfsinvesteringen als consumptie reageren onvoldoende op de extreem lage rente. De centrale banken trachten dus de commerciële banken te forceren om geld uit te lenen terwijl er duidelijk weinig kredietvraag is. Banken die geen nieuwe leningen verschaffen worden gestraft. Zo past de ECB een boeterente van min 0,4% toe op bankdeposito's die haar vanwege commerciële banken worden toevertrouwd, om te vermijden dat dit gecreëerde geld gewoon bij haar wordt gestald.

Het gevolg van deze politiek is dat leningen worden toegekend aan ontleners die feitelijk insolvabel zijn. Het verkeerd investeren wordt gestimuleerd. Typisch voorbeeld hiervan is China, het land van de spooksteden, spookappartementen en spookvliegvelden. Zombiebedrijven, die onder normale omstandigheden failliet zouden gaan, blijven nu in leven.

Centrale bankiers zijn hoegenaamd niet bij machte om het door hen excessief gecreëerde krediet naar productieve plekken te sturen. Onderstaande grafiek toont ons dat de schulden (van overheid, bedrijven en gezinnen) in de Verenigde Staten de laatste vijftig jaar meer dan tweemaal zo snel zijn gegroeid als het BBP (bruto binnenlands product). Ook bij de drie andere economische grootmachten - Europa, China en Japan - kunnen we dezelfde volkomen onhoudbare situatie vaststellen. De grote toekomstige schuldverplichtingen (pensioenen) zijn in deze voorstelling dan nog niet eens opgenomen... Men kan echt niet voortdurend meer schulden blijven aangaan dan inkomsten verwerven. Er komt onafwendbaar een - zeer pijnlijk - moment van afrekening.


De wereldeconomie gaat niet alleen gebukt onder een enorme schuldenlast, het centralebankenbeleid heeft ook gezorgd voor een nooit eerder in de geschiedenis voorgekomen hoeveelheid verkeerd georiënteerde investeringen.

Gevolgen voor ondernemers
De normale gang van zaken in de ondernemingswereld is dat bedrijven geld ontlenen teneinde hun productie uit te breiden. Die bijkomende productie doet de winst toenemen. Een deel van deze winst dient om de intrest terug te betalen. Het probleem is dat steeds minder en minder ondernemingen dergelijke opportuniteiten kunnen ontdekken. Indien ze hiertoe in staat zouden zijn, zouden ze agressief lenen tegen de zeer lage rentevoeten van vandaag. Hun leengedrag zou de intrest naar boven jagen.
Het ontlenen wordt tegenwoordig vooral aangewend voor financiële doeleinden ('financial engineering') zoals het terugkopen van eigen aandelen en het overnemen van - of fusioneren met - andere bedrijven. Het ontlenen aan ondernemers voor productieve doeleinden kalft af. Wat dus ongunstig uitpakt voor de economische groei, voor jobs en de creatie van nieuwe producten.

In een normale wereld doet het ontlenen de rentevoet lichtjes stijgen (de wet van vraag en aanbod : de vraag naar geld doet het aanbod enigszins inkrimpen - daardoor wordt het geld 'kostbaarder'). Het openen van bijvoorbeeld een nieuwe pizzatent doet de winstmarge op pizzatenten dalen (want een extra concurrent op de pizzamarkt). Alles gaat goed zolang de rentevoet waaraan men ontleent 5% bedraagt en de opbrengst 9%. Stel echter dat de rentevoet 5% bedraagt en de opbrengst eveneens 5% : dan zal niemand nog in de pizzabusiness stappen. Iedere kandidaat-ondernemer zal een dergelijke winstoverweging maken bij het opstarten van een zakelijke activiteit.

Iedereen weet dat in Amerika het entrepreneurship hoog in het vaandel wordt gedragen. De volgende grafische voorstelling toont aan dat, voor de eerste keer in de geschiedenis van het moderne Amerikaanse bedrijfsleven, er meer bedrijven wegvallen (donkergroene lijn) dan er worden opgestart (lichtgroene lijn) :


Wat gebeurt er feitelijk vandaag ? De centrale banken duwen de rentevoeten naar beneden. Het ontlenen voor het openen van een pizzatent doet de rente niet stijgen. Maar het beleid van de nationale bankiers heeft wel als gevolg dat de winstmarge inkrimpt. Deze evolutie zorgt dus op den duur niet alleen voor een overaanbod in de pizzasector, maar bewerkstelligt overproductie en overcapaciteit in de globale economie. De huidige monetaire politiek heeft als effect dat de rente niet meer kan stijgen. Maar winsten kunnen - en zullen - wel degelijk beginnen wegzakken.

En zo zijn er voor ondernemers nog andere consequenties. Wat doen ondernemingen die merken dat de druk op hun winsten toeneemt ? Ze zullen iedere kostenpost zoveel mogelijk trachten te beperken. Er zal bespaard worden op de vaste bedrijfskosten. Denk aan het invoeren van Just in Time-leveringen. Kijk naar de opmars van robotisering, automatisering en digitalisering. Dure arbeidskost zal zoveel mogelijk worden weggesneden.

Gevolgen voor werknemers
Beschouwen we even dit laatste punt. Ieder bedrijf dat wenst uit te breiden, wordt geconfronteerd met de volgende keuze : werkkrachten aanwerven of investeren in kapitaalgoederen (machines, robottechnologie, ICT enz). Het management zal de neiging hebben om te kiezen voor datgene wat het minste kost. Des te duurder een nieuwe machine of technologie kost, des te attractiever het wordt om mensen aan te werven en vice versa. Natuurlijk is de keuze niet altijd zo eenduidig, maar we stellen de situatie even zodanig scherp dat de lezer een goed beeld krijgt van hetgeen er speelt.

Omwille van het feit dat de meeste bedrijven lenen om machines (werkinstrumenten) te kopen, vormt de maandelijkse aflossing de meest onmiddellijke kost van een machine. Als de intrestvoet daalt, gaat de maandelijkse aflossing ook mee naar beneden. Wat de ondernemer zal doen besluiten om te investeren in machines in plaats van in personeel. Of om zijn bedrijf te verplaatsen naar een lageloonland. Deze situatie is dus ongunstig voor de lokale werkgelegenheid en voor de werknemerslonen. De monetaire politiek van de centrale banken veroorzaakt dus ook een hoop pijn voor werknemers.

Gevolgen voor overheden en hun financiers
Een van de redenen waarom de rentestanden naar beneden worden gemanipuleerd en kunstmatig laag worden gehouden, is om overheden te helpen hun grote schuldenlast draaglijk te houden. Keerzijde van de medaille is dat regeringen daardoor de neiging hebben om strenge begrotings- en besparingsdiscipline te laten varen.

Het onwaarschijnlijke feit dat we vandaag vaststellen, is dat verschillende regeringen overheidsobligaties uitgeven met negatieve rentevoeten... terwijl vele van deze overheden eigenlijk bankroet zijn. Negatieve rente of negatieve opbrengst betekent dat een investeerder die geld leent aan de overheid MINDER geld zal terugkrijgen dan zijn originele inleg (bijvoorbeeld 99% in plaats van 100%) als de obligatie afloopt. Met andere woorden : de overheid wordt betaald om geld uit te lenen en financiert zich momenteel, dankzij het beleid van de centrale banken, zeer goedkoop.

Vandaag staat een bedrag van 13.000 miljard dollar van voornamelijk staatspapier (het wereldBBP bedraagt zo'n 78.000 miljard dollar) met negatieve rentevoet genoteerd. De snelheid waarmee deze bubbel groeit is zonder meer zorgwekkend : in januari van dit jaar bedroeg de hoeveelheid negatief noterende staatsobligaties 5.500 miljard, in februari 7.000 en in mei 9.900 miljard dollar (de snel groter wordende gele zone in onderstaande afbeelding).


Gevolgen voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen
Waarom belegt voornamelijk het grote - slimme - geld (banken, verzekeraars en pensioenfondsen) in effecten die verlies opleveren ? Omdat die instellingen, die natuurlijk veel beter uitgerust en ingelicht zijn dan de particuliere belegger, groot onheil verwachten op de financiële markten. Teneinde hun kapitaal te beschermen vluchten ze, ondanks het negatieve rendement, naar de veilige havens van soliede staatsobligaties. 
Bovendien verplichten de nieuwe Bazel III-richtlijnen banken om veiliger te beleggen en ook om die reden is overheidspapier steeds aantrekkelijker geworden.

Uitermate noodlottig is dat er zich een negatieve feedbackcyclus heeft ontwikkeld tussen overheden en hun financiële instituties. De politiek van de Europese Centrale Bank, met haar basisstrategieën van kwantitatieve verruiming (het opkopen van effecten door de centrale banken in ruil voor likwiditeiten ter stimulering van de economie) en negatieve rente, is er op gericht om tegelijk banken en (staats)obligatiemarkten recht te houden. Zo is er echter een gevaarlijke situatie van onderlinge afhankelijkheid gecreëerd. Banken beleggen zwaar in staatsschuld en maken zich daardoor afhankelijk van de goede gezondheid van overheden. Op dezelfde manier zijn regeringen afhankelijk van banken om hun schulden te blijven opkopen.

In deze context is het bijzonder verontrustend dat Europese overheden met loodzware - zichtbare en onzichtbare - schulden kampen en dat Europese grootbanken technisch insolvabel zijn. Bij heel lage rentevoeten wordt het voor de banken steeds moeilijker om een behoorlijke rentemarge (het verschil tussen de ontvangen rente op kredieten en de betaalde rente op deposito's) te realiseren, winst te maken en kapitaalbuffers op te bouwen. De negatieve rente heeft de Duitse banken vorig jaar zo'n 250 miljoen euro (zie onder 'reacties') gekost. Tot nu toe zijn er nog mogelijkheden om voor banken om wat te verdienen op andere gebieden. Interessante vraag : is dat genoeg om de verliezen op negatieve rente goed te maken en hoe lang kan dat duren ?

Vooral instellingen met uitsluitend een klassiek verdienmodel (spaargeld omzetten in leningen) zijn het slachtoffer van het lagerentebeleid, omdat die weinig of geen andere inkomsten kunnen genereren. Banken zullen finaal gedwongen zijn om het lenen moeilijker en kostbaarder te maken. Wat de leninguitgifte uiteindelijk zal doen dalen : net het tegenovergestelde van hetgeen de monetaire planners voor ogen hebben...

Ook de pensioenfondsen en de verzekeraars die rendement moeten halen op overheidsobligaties en andere schuldpapieren zijn de dupe. Die worden nu gedwongen om te speculeren in riskante activa. Het risico is reëel dat verschillende van deze entiteiten op een gegeven moment niet meer aan hun verplichtingen zullen kunnen voldoen.

Dertienduizend miljard obligaties met negatief rendement : een fenomeen dat zich nog nooit eerder heeft vertoond. En wat gerenommeerde experts slecht zien aflopen.

Er is geen enkele bank, verzekeringsbedrijf of pensioenfonds die op den duur overeind kan blijven bij negatieve rente. Positieve intrest is namelijk de basis van hun verdienmodel. Negatief rendement en negatieve rentestanden leiden onvermijdelijk tot het faillissement van het gehele financiële systeem.

De gevolgen voor spaarders
In essentie is de nulrentepolitiek een oorlog tegen de spaarders. De Zwitserse verzekeraar Swiss Re deed onderzoek naar de situatie in de Verenigde Staten en concludeerde dat Amerikaanse spaarders tussen 2008 en 2013 ongeveer 470 miljard dollar rente zijn misgelopen.  Een enorm verlies aan koopkracht.
Wereldwijd is het misgelopen rendement op spaargeld nog veel groter, want ook in andere delen van de wereld hebben centrale banken de intrest kunstmatig verlaagd naar een absoluut bodemniveau. Het hoeft geen betoog dat de duizenden miljarden aan verdwenen rente-inkomsten een funest effect hebben op de reële economie.

De economische basiswet om welvaart te scheppen is uiterst simpel : produceer meer dan u consumeert. In het financieel-economisch systeem bestaan hiertoe twee mogelijkheden : u levert arbeid, al dan niet in dienstverband, of u laat uw kapitaal werken om van de opbrengst te kunnen leven. De huidige monetaire politiek van dalende - en negatieve rentevoeten ondergraaft echter volkomen die economische grondwet.

Gepensioneerden die, in mindere of meerdere mate, moeten leven van de steeds afnemende intrest op hun spaargeld, worden gedwongen om uiteindelijk de hoofdsom aan te tasten. Dit fenomeen wordt de euthanasie van de rentenier genoemd.
Consumptie (van kapitaal) zonder productie is op lange termijn onhoudbaar. Een samenleving die haar voorheen geaccumuleerd kapitaal opsoupeert, kan uiteindelijk niet overleven.

Het sparen wordt ontmoedigd, men krijgt niet of nauwelijks nog rente. Omdat bedrijven en consumenten de toekomst als onzeker ervaren, stijgt in vele landen de spaarquote. Wat precies de omgekeerde uitwerking is van hetgeen de monetaire opperhoofden trachten te bereiken. Als de negatieve rente zich doorzet, zal zelfs de meest conservatieve spaarder op een bepaald moment niet anders meer kunnen dan zijn geld van de bank halen.

Ongeziene kapitaalafbraak
We hebben te maken met een ernstig en onderschat probleem : de productiviteit van kapitaal, van spaargeld (dat kan dienen om productieve investeringen te realiseren waarbij werkgelegenheid wordt gecreëerd) wordt langzaam maar zeker afgebouwd, terwijl tegelijkertijd de consumptie ervan wordt beloond. Een sluipend maar zich niettemin doorzettend proces dat reeds voor 2008 werd ingezet.

Volgens de Amerikaanse monetaire specialist Keith Weiner moeten we de waardevermindering van kapitaal op een meer accurate manier gaan meten. Omdat bedrijven steeds efficiënter werken en omdat de activaprijzen blijven stijgen, geeft de consumenteninflatie geen correct beeld weer van de geldontwaarding. Daarom hanteert Weiner het begrip 'koopkrachtrendement', waarbij het rendement op activa gedeeld wordt door de consumentenprijsindex. Het concept bestaat er in om de productiviteit van kapitaal na te gaan, zodanig dat men een goed beeld krijgt van hetgeen men werkelijk kan uitgeven.

Veronderstel dat een kilo rijst 5 € kost. En dat u over een kapitaal beschikt van 50 € dat u jaarlijks 10% intrest oplevert. Als u uitsluitend van de renteopbrengst zou willen leven, kan u jaarlijks welgeteld een kilo rijst consumeren (10% van 50 € is 5 €, exact de prijs van een kilo rijst). Veronderstel nu dat de rentevoet op uw kapitaal van 10% terugvalt naar 1%. Dan bedraagt de renteopbrengst slechts een halve euro (namelijk 1% van 50 €). Bij een rentestand van 1% heeft u dus maar liefst 500 € kapitaal nodig om uzelf een kilo rijst te kunnen verschaffen (1% van 500 € is 5 €). Deze ineenstorting van de koopkracht wordt door de consumenteninflatiecijfers niet weergegeven, maar wel door het fenomeen 'koopkrachtrendement'.

Weiner heeft het koopkrachtrendement in de Verenigde Staten berekend, met 1962 als startjaar. De volgende grafiek geeft het resultaat daarvan weer. Om de trend beter te kunnen onderscheiden, heeft Weiner de grafische weergave omgedraaid. Het is duidelijk zichtbaar dat de daling in koopkracht (stijgend in deze omgedraaide grafiek) aanvangt rond 1984, toen de rentedaling net was aangevangen. Het resultaat van constant neerwaarts georiënteerde rentestanden is dus niet sterk stijgende consumentenprijzen, maar krimpende rendementen.


We kunnen een trage maar ontwrichtende ontwikkeling vaststellen, waarbij zakkende rentevoeten, nulrentepolitiek en een beleid dat uiteindelijk negatieve rente voortbrengt, de traditie van eeuwenlange kapitaalaangroei heeft omgekeerd. Want normaal gesproken spendeert men zijn spaarkapitaal niet, alleen het inkomen ervan.
Gedurende eeuwen hebben mensen in de westerse beschaving kapitaal opgebouwd. Daarbij werd meer gecreëerd dan geconsumeerd en werd telkens nieuwe rijkdom aan de volgende generatie overgedragen. Deze evolutie wordt nu omgedraaid.

Bubbelcultuur
Een andere doelstelling van de centrale banken loopt eveneens in het honderd. De redenering van de beleidsbepalers was en is : naarmate de rente daalt, stimuleert dit niet alleen de opname van krediet maar doet dit ook de activaprijzen (aandelen, obligaties, vastgoed) stijgen en ontstaat er zowel bij bedrijven als gezinnen een positief welvaartsgevoel. Wat op zijn beurt hun uitgavepatroon - en dus de economische groei - gunstig beïnvloedt. 

Spaarders en beleggers, die nog enig rendement willen behalen, hebben inderdaad geen andere keuze dan over te schakelen naar aandelen, obligaties en vastgoed. Met als gevolg dat men in deze activaklassen grote zeepbellen kan waarnemen. In de volgende afbeelding zien we hoe de nulrentepolitiek van de Amerikaanse centrale bank (rode lijn) de prijzen van commercieel vastgoed in de Verenigde Staten (blauwe lijn) in de hoogte heeft gejaagd.


Het aangehaalde probleem van dalende kaptiaalproductiviteit wordt niet begrepen omdat 
dit fenomeen gemaskeerd wordt door stijgende activaprijzen. Speculatie is de beste manier geworden om winst te behalen. Nulrente maakt het aantrekkelijk om op activaprijzen te speculeren en is niets anders dan een transfer van spaarders naar speculanten.

Stijgende activaprijzen zijn echter schijnwelvaart. De financiële geschiedenis bewijst ten overvloede dat stijgende markten en stijgende prijzen niet blijven duren. In die zin was het debacle van 2008 een ernstige waarschuwing, die tot op vandaag nog altijd niet goed wordt begrepen. Echte winst ontstaat namelijk alleen uit goed georiënteerde investeringen en productie, niet uit consumptie.

De jarenlange evolutie van dalende rentevoeten hebben een gewoonte doen onstaan van steeds meer lenen en steeds meer schuld aangaan. Mensen ontlenen niet om hun consumptie te vergroten, maar om meer activa te bezitten. Het onvermijdelijke toekomstige uiteenklappen van voornoemde zeepbellen zal een enorm waardeverlies met zich brengen. We dienen ons voor te bereiden op structurele deflatie. Hetgeen in Japan tussen 1990 en nu gebeurd is - aandelen- en vastgoedcrash, belangrijke begrotingstekorten, enorme schuldentoename en geen of lage economische groei - kan als voorbeeld dienen.

Ongelijkheid neemt toe
Onderzoeker en auteur Chris Martenson van peakprosperity.com heeft berekend dat Amerikaanse spaarders, beleggers en investeerders tussen 2008 en 2014 minstens 750 miljard dollar aan inkomsten gederfd hebben. Spaarders verliezen koopkracht, terwijl diegenen die schulden aangaan van een gedeeltelijke schuldenkwijtschelding kunnen genieten. Want onder een regime van negatieve rente betalen schuldenaren hun lening terug met minder geld (uitgedrukt in koopkracht) dan ze oorspronkelijk ontleenden. Wie profiteert hiervan het meest ? Zeker huizenkopers, maar nog meer de grote schuldenaren zoals overheden. Samen met multinationals en grootbanken kunnen zij zich momenteel zeer goedkoop financieren.

Het losse geldbeleid van de globale banken stuwt eveneens de prijzen van activa hoger. Echter, om hiervan te kunnen profiteren moet men natuurlijk in die activa kunnen investeren. Wat gewoonlijk meer het geval zal zijn voor ouderen, terwijl het meestal de jongeren zijn die aankijken tegen bijvoorbeeld hoge huizenprijzen. De nationale bankiers verbreden op die wijze niet alleen de kloof tussen rijken en niet-rijken, ze brengen ook een vermogenstransfer op gang over de generaties heen. Het is net die toenemende vermogensongelijkheid die in grote delen van de wereld een duurzaam economisch herstel vermindert. 

Conclusies
Rente, de prijs van het geld, is de basis van elke economische berekening en kan niet anders dan positief zijn. Het langdurig naar beneden manipuleren - en dus vervalsen - van de basismaatstaf van het financieel-economisch systeem is zeer ernstig en leidt tot een reeks welvaartvernietigende scheeftrekkingen.
Deze politiek houdt zombiebedrijven overeind, verleidt gezonde ondernemingen tot financial engineering, leidt tot buitensporige arbeidsuitstoot en creëert overcapaciteit in de globale economie.

Het sparen wordt ontmoedigd, het aangaan van schulden wordt vergemakkelijkt. De eeuwenlange opbouw van kapitaal wordt niet alleen teruggedraaid, er is tevens een enorme speculatie- en bubbelcultuur ontstaan.

Geen enkele centrale bank, verzekeraar of pensioenfonds kan overleven bij negatieve intrest. Dit centralebankenbeleid, dat bovendien rijken rijker maakt en niet-rijken armer, is een experiment dat alleen mogelijk is in een gemanipuleerd systeem. 

Negatieve rentestanden ondergraven definitief het wereldwijde financieel-economische stelsel.

Niet of maar wanneer komt de finale crash ? Hoe lang nog vooraleer de centrale banken de controle definitief kwijtraken ?


Als je dit een interessant artikel vond, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !






zaterdag 18 juni 2016

Monetair Symposium op 2 juli 2016 in Maarssen

Op zaterdag 2 juli a.s. vindt in Maarssen een monetair symposium plaats, georganiseerd door Handjecontantje.org.

Op dit symposium gaat het over de machtsmechanismen voor en achter de schermen en worden er concrete monetaire weersvoorspellingen geformuleerd.

Met een aantal bewust/wakkere monetair deskundigen wordt tijdens deze dag een visie uitgetekend omtrent onze economische - en politieke toekomst.

Voor wie ? Voor alle geïnteresseerden die willen weten hoe onze financieel-economische toekomst zich zal ontvouwen. Deze dag geeft ons ook de gelegenheid de krachten te bundelen, als een klein stapje in het proces van het verwezenlijken van onze gezamenlijke vrijheid.

Handjecontantje ijvert voor het behoud van contant geld in de economie. De focus is namelijk vrijheid en daarvoor is (monetaire) privacy essentieel.

Wat staat er op het programma ?
In de voormiddag concentreren we ons op de mechanismen van de (geld)macht achter de schermen teneinde een duidelijk beeld te verkrijgen over het functioneren daarvan.  Pieter Stuurman en uw dienaar zullen dan ieder een presentatie verzorgen die telkens ongeveer een uur in beslag zal nemen. 

Na de lunch nemen respectievelijk Ad Broere en Anthony Migchels het woord om een 'monetaire weersvoorspelling' te formuleren : wat komt er op ons af ?

Ter afsluiting is er dan een forum met de vier sprekers.  Zowel mensen met - als zonder geld krijgen dan handvatten en tips aangereikt ter voorbereiding op de komende financieel-economische storm.

Praktische organisatie
Locatie : Wilhelminakapel, Wilhelminaweg 7, 3603 CR Maarssen
Tijdstip : van 10.00 uur tot 18.00 uur
Lunch : ter plaatse kan u een maaltijd nuttigen 
Toegangsprijs : 25 € (lunch niet inbegrepen) - alleen contant ter plekke te voldoen
Inschrijven : info@handjecontantje.org
Sprekers : 

Dirk Bauwens (systeemcrisis.blogspot.be): onafhankelijk researcher en spreker. Als crisistrendwatcher wens ik correcte en onderbouwde informatie te verstrekken over de grote financieel-economische veranderingen die op ons afkomen. De focus van mijn onderzoek ligt op geld en economie. Maar ik bestudeer ook trends op het gebied van ecologie, energie, (geo)politiek, ongelijkheid, demografie en de complotrealiteit.  Ik concentreer me op de essentie die ons door bankiers, politici en massamedia niet wordt verteld.

Pieter Stuurman (pieterstuurman.blogspot.nl): coach, en het spiritueel fundament onder handjecontantje.org. Schrijft op zijn blog over de fenomenen die we waar kunnen nemen en over de mechanismen die daar achter zitten (over vrijheid, macht, verantwoordelijkheid, keuze, geld, liefde, technologie etc.);
Ad Broere (adbroere.nl): oud-bankier, econoom, schrijver van onder ander het boek “Geld komt uit het niets”, waarin hij laat zien dat banken geld uit het niets creëren wanneer particulieren, bedrijven en de overheid geld lenen bij de bank. Ad is degene die onze ogen geopend heeft voor hoe het financiële stelsel in elkaar zit;
Anthony Migchels (realcurrencies.wordpress.com): Initiatiefnemer van de Gelre en nu de Florijn. De Florijn (gestart als de Gelre) is een modern betaalmiddel. Je kunt betalen met de telefoon of on-line, rentevrije kredietfaciliteiten, euroinwisselbaar, altijd voldoende aanwezig, dus nooit meer inflaties of deflaties en kunstmatige crises. Geen ‘geld met geld verdienen’, geen speculatie, geen bonussen. Geld waarvoor het bedoeld is: om echte, serieuze transacties in de reguliere economie mee te kunnen financieren.






maandag 6 juni 2016

Over het komende pensioendrama

Herlees, met enige nostalgie, de speciale editie 'De Zilverkrant' van september 2001. Met de steun van enkele enthousiaste BV's werd ons toen beloofd dat het net opgerichte Zilverfonds de grote oplossing zou worden voor de pensioenproblematiek.



Op diezelfde voorpagina kan u trouwens de volgende ronkende titels lezen : "Goed nieuws voor alle generaties" en "Het Zilverfonds : een dikke spaarpot voor de pensioenen". Onlangs echter werd dit Zilverfonds, waarin nooit wat anders dan... staatsschuldpapier heeft gezeten, door de huidige regering met stille trom afgevoerd.

Hoeveel zal het in-stand-houden van onze welvaartsstaat in de toekomst kosten ? Volgens de gegevens van de Nationale Bank van België bedroegen de overheidsuitgaven in 2015 220,98 miljard euro : 

Bart van Craeynest, hoofdeconoom bij Econopolis, schat dat we allemaal samen op termijn 22 miljard € extra per jaar zullen moeten ophoesten. Waar moet dit enorme bedrag in de toekomst - jaarlijks! - vandaan komen, terwijl we opgezadeld zitten met een staatsschuld van 108% van het bruto binnenlands product en een nieuw begrotingstekort van 2,8% ?

Beschouw ook deze Belgische situatie in een internationale context van :

Conclusie : niet alleen worden de pensioenen onbetaalbaar, het is niet moeilijk te voorspellen dat er veel minder goede tijden op komst zijn.

Als je dit een interessant artikel vond, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !

donderdag 26 mei 2016

6 redenen waarom de ernst van de crisis niet wordt begrepen

We leven in een tijd waarin heel wat crisissen lijken samen te komen.  Er is de vluchtelingenproblematiek, de internationale milieu- en klimaatsituatie, de aanhoudende geopolitieke ellende in het Midden-Oosten enz. Om de zoveel tijd vertoont het eurozonecrisismonster zich. De aanhoudende problemen bij bepaalde Europese grootbanken halen ook het algemene nieuws. En wie, behalve specialisten, begrijpt het hoe en waarom van hetgeen monetaire opperhoofden zoals Janet Yellen en Mario Draghi regelmatig de ether insturen ?  Hoe kan het dat de werking - en de grote kwetsbaarheid -van ons financieel-economisch systeem, de spil waarrond alles draait, zo weinig wordt begrepen ?


Economie geen exacte wetenschap
Economie gaat over geld, over werk, over productie en consumptie, over handel maar heeft ook te maken met energie, technologie, belastingen en politiek. Toch is er niet zoiets als één soort economisch systeem. Er bestaan maar liefst negen verschillende economische denkrichtingen of scholen met ieder hun aanhang. Hoe zou een discipline, die onvoldoende inzicht biedt in haar eigen onderwerp, in staat zijn een coherent totaalbeeld te schetsen van de economische realiteit ?
Anders dan de natuurwetenschappen gaat economie over waardeoordelen : hoe welvaart moet verdeeld worden, hoe het algemeen belang het best kan worden gediend, hoe maatschappelijke verbeteringen moeten gedefinieerd worden enz. Ieder economisch beleid zal dus steeds gevoerd worden vanuit een politieke keuze en vaak ook vanuit een morele invalshoek. Economie is eerder een politieke theorie. Het is geen exacte wetenschap, en zal dat ook nooit worden.

Lacunes in het onderwijs
Het onderwijs, zoals het vandaag georganiseerd is, vertoont grote lacunes in haar kennisoverdracht. Zo is geschiedenis al decennialang, ook in het buitenland, een achtergesteld vak. Tot de jaren tachtig was economische geschiedenis een verplicht onderdeel van de studie economie aan de meeste Amerikaanse universiteiten, maar tegenwoordig wordt dit studieonderdeel niet of veel minder aangeboden. Nochtans is de wetenschap die handelt over de opkomst en val van landen en beschavingen enorm leerrijk.
Geschiedenis is echt wel nuttig omdat ze zowel de successen als de mislukkingen van economische theorieën en - beleidsbeslissingen blootlegt.

Ook het geld- en economiethema krijgt in het algemeen vormend onderwijs te weinig aandacht. Ons geldsysteem is het slechtst uitgelegde concept in de academische wereld. Het overgrote deel van de economen wordt niet opgeleid om de rol van geld in onze economie te bevatten. De weinigen die monetaire economie hebben gestudeerd kennen de geheimen van het systeem. Jammer genoeg werken de meesten van die financiële economen voor overheden en grootbanken. 

Doorslaggevende rol van de bankiers
Bij de uitbraak van de financiële crisis in 2008 bleek dat vele managers van grootbanken de werking van hun eigen producten niet volledig begrepen. De bekende Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang vermeldt in zijn boek "Economie : de gebruiksaanwijzing" hoe bankiers toegaven dikwijls derivatencontracten van een paar honderd pagina's niet door te nemen wegens tijdsgebrek. Recente nieuwe monetaire technieken en - producten zijn zodanig ingewikkeld dat zelfs binnen de financiële industrie slechts weinigen echt op de hoogte zijn. Sterk voorbeeld hiervan : tijdens de Griekse crisis van 2015 werd er beroep gedaan op de Amerikaanse adviseur Glenn Kim (ex-Lehman) om een specialist zoals Grieks minister van Financiën Euclides Tsakalotos bij te staan. 

Abstractie gemaakt van de complexiteit van speculatietechnieken en centralebankenbeleid is de werking van ons geldsysteem feitelijk zeer simpel. De bankierselite creëert geld uit het niets. Dit geld wordt aan overheden, bedrijven en gezinnen uitgeleend en keert vervolgens mét intrest terug naar de bron. Deze - en andere verborgen kennis wordt reeds eeuwen van bankiersgeneratie op bankiersgeneratie overgedragen. Een fantastisch businessmodel waar slechts weinigen weet van hebben.
Bovendien wordt er in de financiële sector zeer goed verdiend. Vandaar dat een zeer uitgebreide en actieve lobby, centrale banken inbegrepen, er alles aan doet om dit zeer profijtelijke stelsel in stand te houden. En de waarheid weg te houden van Jan met de pet.

Volgens kenner Diederik Schmull zijn er binnen de financiële sector weinig goede analisten. Wie bovendien zijn gefundeerde opinie uitbrengt over bijvoorbeeld de komende negatieve richting van de markten, wat klanten kan weghouden van de beurs, wordt binnen de bank scheef bekeken en kan zelfs een promotie aan z'n neus zien voorbijgaan. Producten verkopen en winst maken : daar draait het om in de financiële wereld. Als analisten, door een gebrek aan expertise of moed niet in staat zijn komende financieel-economische crisissen te herkennen of daarover te communiceren, valt het licht te begrijpen dat het grote publiek helemaal in het ongewisse blijft.

Toppolitici in bed met bankiers
Zo ongeveer iedere regering, China op kop, tracht statistieken omtrent werkloosheid, inflatie, overheidsschuld enz. beter voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Wat het zelfs voor ingewijden moeilijk maakt om de ware economische situatie van een land correct in te schatten.

Ten tijde van de bankencrisis in 2008 stelden insiders vast dat er in het Belgische parlement geen 10 volksvertegenwoordigers waren die begrepen wat er aan de hand was. In de westerse parlementen blijft het juridische beroep oververtegenwoordigd. Algemeen kan men vaststellen dat er bij de politieke klasse een schrijnend gebrek aan essentiële kennis voorhanden is over de werking van financiën en economie.

Niet alleen worden parlementariërs belegerd door bancaire lobbyisten, belangrijke politiekers krijgen zitjes aangeboden in de raden van bestuur van financiële concerns. In de Verenigde Staten worden presidenten en presidentskandidaten gesponsord door Wall Street. De dominantie van megabank Goldman Sachs beperkt zich overigens niet tot de VS, ook in Europa heeft ze haar pionnen. Als men dit alles zo bekijkt, wordt het begrijpelijk dat de grootbanken door de politiek niet al te veel in de weg wordt gelegd.

Falende massamedia
Wie het medialandschap overschouwt, kan alleen vaststellen dat hier een ongezonde concentratie aanwezig is. Niet alleen op het niveau van de persbureaus, ook alle belangrijke mediakanalen (televisie, radio, kranten, magazines enz.) zijn telkens in handen van slechts een paar grote conglomeraten of individuen (voorbeelden : de Verenigde Staten en Frankrijk). In samenhang hiermee tonen de onthullende getuigenissen van journalisten Janneke MonshouwerUdo Ulfkotte en anderen aan dat de pers niet onafhankelijk opereert.
Dat er andere belangen voorrang krijgen.

Zowel de finesses en achtergronden van de financiële markten als het functioneren van de macro-economie zijn complexe fenomenen. Die zich niet op een snelle en blitse manier laten uitleggen. De grote nieuwsreuzen investeren echter weinig of niet in gedegen onderzoeksjournalistiek. Exclusiviteit, snelheid, vlotte verteerbaarheid en verkoopbaarheid zijn de ordewoorden van vandaag. Topeconomen die op televisie worden geïnterviewd, krijgen ternauwernood enkele minuten om hun visie duidelijk te maken. Vele journalisten beperken zich al te vaak tot het puur overnemen, knippen en plakken van artikels en beeldmateriaal van de internationale persagentschappen. Wie van ons ziet trouwens nog het bos doorheen de bomen van de informatielawine die dagelijks op ons afkomt ?

Meer geconditioneerd dan we denken
We zijn wezens die zich graag conformeren aan een ideeëngoed en aan hoe anderen denken. Die 'groupthink' is een reëel fenomeen dat we zien opduiken in de politiek, het bedrijfsleven, het sociale verkeer en ook in de financiële wereld. Een correcte maar dissidente analyse of een afwijkende mening die de consensus bedreigt, wordt moeilijk getolereerd. De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer drukte het zo uit : "Elke waarheid doorloopt drie stadia. Eerst wordt ze belachelijk gemaakt. Dan wordt ze hevig bestreden. Tenslotte wordt ze als vanzelfsprekend aangenomen." 
Psychologen hanteren in dat verband het begrip 'cognitieve dissonantie'. In mensentaal : we weten, zien en horen alleen graag datgene wat we willen weten, zien en horen. In dat verband is de mythische Cassandrageschiedenis interessant : Cassandra voorspelde de ondergang van Troje, maar werd door niemand geloofd. Moraal van dit verhaal : de voorspeller van slecht nieuws maakt zich niet populair, maar zijn of haar boodschap in de wind slaan kan ernstige gevolgen hebben.

Conclusies
De wereld zit te diep in het rood. Toch wordt dit slechts door een minderheid echt onderkend. Waarom ? Economie is geen exacte wetenschap. In het onderwijs worden leervakken zoals geschiedenis, geld en economie stiefmoederlijk behandeld. In de financiële wereld worden zeer ingewikkelde technieken gebruikt, staat winst maken voorop, houdt men niet van afwijkende meningen en blijft de kennis over het mondiale geldstelsel verborgen bij een kleine minderheid. (Top)politici doen aan statistiekvervalsing, worden intensief 'bewerkt' en zijn vaak handen op één buik met de topbankiers. Diepgaand en onafhankelijk onderzoek is er niet of weinig binnen de massamedia en het grote publiek lijdt ook aan doof-en blindheid door de dagdaglijkse informatietsunami en de eigen geconditioneerdheid.

Dat zijn dus vele redenen samen waarom het zo moeilijk is voor niet-ingewijden om een correct beeld te krijgen van de hachelijke condities van het wereldwijde financieel-economisch systeem.


Als je dit een interessant artikel vond, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !

















donderdag 12 mei 2016

Staat Marinaleda model voor een nieuwe economie ?


Het prachtig gelegen Andalusische dorp Marinaleda telt zo'n 2.735 inwoners en gaat door als een soort socialistisch utopia. In tegenstelling tot de rest van Spanje is er hier geen crisis, geen austeriteit, geen budgetproblemen, weinig onvrede en weinig werkloosheid. De maandlasten zijn er laag en verder zijn er ook geen bankiers, geen politie en geen criminaliteit.

De sleutel tot het succes is de 1.200 hectaren land, gelegen aan de rand van de dorpskom. 'Dit land is van alle werkloze arbeiders van Marinaleda' staat er op de muur van de boerderij bij de ingang van het landgoed. Vijfentwintig jaar geleden was het dorp straatarm. Meer dan 60% van de inwoners was werkloos en honger lijden was eerder regel dan uitzondering. Onder leiding van de nieuwe burgemeester Juan Manuel Sánchez Gordillo begonnen de inwoners een strijd om de rechten op het landgoed, dat toehoorde aan een adellijke grootgrondbezitter. In 1991, na een uitputtend gevecht dat 12 jaar in beslag nam, werd de grond verworven en werd er een landbouwcoöperatie opgericht. Een aantal jaren later kwam er ook een fabriek om de geoogste producten te verwerken.

Sánchez Gordillo (67) is zeer populair en voert een beleid dat nauw aansluit bij het ideeëngoed van zijn grote voorbeeld Che Guevara, een Argentijns marxistisch revolutionair en Cubaans guerillaleider. Volgens die inzichten staat de bevolking centraal en spelen organisaties en instellingen slechts een dienende rol.

Vooral na de financiële crisis van 2008 is Marinaleda in de belangstelling gekomen. Gordillo, bijgenaamd 'De Spaanse Robin Hood', organiseerde en voerde voedselovervallen uit op supermarkten om vervolgens zijn buit aan een lokale voedselbank te schenken. "Er zijn veel gezinnen die gewoon geen geld hebben om eten te kopen", stelde hij. "In de 21ste eeuw is dit een grote schande. Voedsel is een recht, niet iets waarmee je speculeert." En : "Hoe kan het dat we de banken die de crisis veroorzaakt hebben 250 miljard € geven, terwijl we bezuinigen op plekken die vooral de armen en werkenden treffen ?"

Basisdemocratisch en anti-kapitalistisch, zo kan men het samenlevingsconcept van Marinaleda omschrijven. Enkele kenmerken :
  • 100 keer per jaar vindt er een volksvergadering plaats waarin de bevolking geïnformeerd wordt en waarbij keuzes worden gemaakt
  • De buurtbewoners beslissen zelf wat er in hun buurt verandert
  • Steun of hulp van buitenaf is niet nodig
  • De winst van de agrarische coöperatie wordt gebruikt om nieuwe jobs te creëren en vloeit terug naar de gemeenschap
  • Iedereen in de coöperatie verdient hetzelfde inkomen van 1.200 € per maand
  • De werkloosheid blijft beperkt tot 4% van de bevolking (35% in gans Andalusië)
  • Grote bedrijven zijn niet toegelaten
  • Rijkdom verwerven wordt niet toegestaan
  • Het kinderdagverblijf kost 12 € per maand inclusief maaltijden
  • Voor de fitness betaalt men 2 € per maand; sportfaciliteiten zijn gratis voor kinderen
  • Het materiaal, de bouwplannen en de grond voor een eigen huis worden door de gemeente gratis verstrekt. De hypotheek kost gezinnen niet meer dan 15 € per maand en dat gedurende hun hele leven, met de afspraak dat het huis en de bezittingen nooit mogen worden doorverkocht voor persoonlijk gewin

Burgemeester Gordillo : "We moeten eens goed gaan nadenken over onze waarden, de consumptiemaatschappij en de waarde die we hechten aan geld, egoïsme en individualisme." "Marinaleda is een klein voorbeeld en we willen graag dat deze ervaring naar de rest van de wereld kan worden uitgebreid."

'Marinaleda, een utopie naar de vrede' : die slogan prijkt zowel op het gemeentehuis, het sportcomplex als op de school. Nader onderzoek toont evenwel dat niet alles rozegeur en maneschijn is. Volgens Gordillo werkt de meerderheid van de bevolking fulltime voor de dorpscoöperatie. 96% van de bewoners heeft dus een job. Tussen de verschillende oogsten door treden echter periodes op dat er geen werk is : dan valt men niet terug op een loon, maar is men afhankelijk van de 400 € die de Andalusische regering als uitkering verschaft.

Diegenen die niet actief zijn in de coöperatie, werken als crècheleidster, lerares of maatschappelijk werkster. Gordillo geeft wel toe dat het voor jonge, hoopopgeleide, ambitieuze mensen moeilijker is om in het dorp een baan te vinden.

In totaal telt het stadje 20 bedrijfjes. Grote franchisebedrijven als Carrefour maken in Marinaleda geen kans, maar het opstarten van een eigen bedrijf behoort tot de mogelijkheden. Zo'n onderneming mag niet te groot zijn, maar waar de grens dan ligt kan de burgemeester eigenlijk niet aangeven. Navraag bij een aantal inwoners leert echter dat het niet gemakkelijk is om van Gordillo een bedrijfsvergunning te verkrijgen. En dat kritiek op zijn beleid nefaste gevolgen kan hebben voor het bekomen van werk.


Conclusies
Ondanks het feit dat dit Andalusische economische experiment niet iedereen kan tevredenstellen, hebben de meeste mensen in Marinaleda het beter dan in de rest van Spanje.

Ex-tv-journalist, auteur en hoofdredacteur van www.pala.be Dirk Barrez heeft het nationale - en internationale coöperatiefenomeen uitvoerig onderzocht. In zijn publicatie "Coöperaties, hoe heroveren we de economie ?" komt hij tot de vaststelling dat verschillende coöperatieve bedrijven echt opvallende successen boeken. Anderzijds zijn er ook enkele voorbeelden waar het serieus fout is gegaan.
Momenteel tellen coöperatieve ondernemingen wereldwijd 1 miljard leden. Ze leven opvallend langer dan klassieke bedrijven, zorgen voor zekerder werk, verdelen beter de welvaart en stimuleren meer de lokale economie. Volgens Barrez kan het coöperatieve model ons voorbij de uitwassen van de falende financiële economie voeren.


Als je dit een interessant artikel vond, deel het dan even via bvb. de sociale media. Dank !