Translate

donderdag 9 juli 2015

Zit de crisis ook in het onderwijs ?

Zoals al eerder vermeld op deze blog, dient men "de" crisis niet alleen financieel of economisch te begrijpen, ze is ook ecologisch, energetisch, politiek en maatschappelijk van aard.  Het economische paradigma, waarbij vandaag al te veel gedacht en gehandeld wordt in termen van opbrengst en rendement, vertoont zich in steeds meer uithoeken van onze prestatie- en consumptiesamenleving.  
Zo konden wijzelf, tijdens het begeleiden bij toetsen en huiswerk bij kinderen van een bevriend gezin, vaststellen hoe veeleisend het onderwijs van vandaag wel geworden is.  Niet alleen studerenden, ook lesgevers hebben steeds meer het gevoel te moeten meehollen in een ratrace.  Zijn resultaatgerichtheid en efficiëntie inderdaad belangrijker geworden dan waarden zoals lerend ontdekken, beleving, inleving en expressie ?

De Nederlandse Erica Ritzema gaf gedurende 29 jaar onderwijs aan kleuters.  In juni 2012 is zij daarmee gestopt omdat zij zich niet meer kon vereenzelvigen met alles wat er van haar werd verlangd als leerkracht.  Met haar ingezonden stuk 'Kleuter in Nederland verdient beter' haalde ze de pers (o.a. Noordhollands Dagblad van 10 november 2012).  

Iedere opinie of invalshoek is per definitie gekleurd en niet neutraal.  De nu volgende opzegbrief van deze lerares is alleszins beklijvend :

"IK STOP ERMEE !

Na 38 jaar lang les te hebben gegeven op een basisschool in Tilburg, waarvan 29 jaar aan kleuters, heb ik besloten aan het eind van dit schooljaar mijn werkzaamheden te gaan beëindigen.
Ik kan en wil mij niet conformeren aan de huidige vorm van onderwijs, die mij zo dwingend wordt opgelegd.  Ik herinner me nog levendig de tijd dat ons verweten werd, dat we teveel vorderingen van kinderen vastlegden en geen vertrouwen zouden hebben in de natuurlijke ontwikkeling van het kind. Daarop volgde een periode, waarin we projectmatig moesten gaan werken en de inhoud juist moesten laten groeien vanuit de bijdragen van de kleuters.
Wij leerkrachten plaatsten toen grote vraagtekens bij zo'n vrijblijvende manier van werken.

Nu ben ik beland in een periode, waarin de kleuters de leerstof van groep 3 krijgen voorgeschoteld en de resultaten worden geregistreerd in een observatiemodel wat is voortgekomen uit de orthopedagogiek (alsof er alleen nog maar kinderen met afwijkingen zouden bestaan).  Wie hoort in deze situatie nog iets terug over het begeleiden van en het vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van kleuters?  Ik niet.

Just for profit, not for people
Kinderen zijn gereduceerd tot vaatjes, waarin ik dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en daarnaast dien ik onmiddellijk de korte termijn resultaten te registreren. Alle accenten liggen op het cognitieve vlak, waarbij de mathematische en linguïstische onderdelen verreweg het zwaarst vertegenwoordigd zijn.  Alles draait om snelle winst, opbrengstgericht werken wordt dat genoemd, just for profit, not for people. 
Het is daarnaast niet meer mogelijk veel tijd en aandacht te besteden aan expressievakken en mede hierdoor denderen de motorische vaardigheden achteruit.  Ik meen daardoor mee te werken aan het ontwikkelen van een maatschappij, waarin mensen geen uiting meer zullen kunnen geven aan hun emoties en dit zal zich gaan openbaren in een explosieve toename van zelfmoordpogingen en een verharding van de maatschappij.

Japan
Onmiddellijk komt bij mij de herinnering aan de Japanse moeders bovendrijven, wier mannen jaren geleden bij de Nederlandse afdeling van Fuji werkten en die zo dankbaar waren dat hun kinderen in Nederland, waar spelenderwijs geleerd mocht worden, hun kleutertijd door konden brengen.  In Japan lag de prestatiedruk toen al veel hoger en dat resulteerde in veel depressieve pubers, die moeite bleken te hebben met het aangaan van relaties, omdat het Japanse onderwijs individualisten opleidde.

Identiteit van kleuters gaat verloren
Helaas heeft het Nederlandse kleuteronderwijs dat recht op spelend leren inmiddels ook verspeeld.  Er bestaat in de huidige klassensituatie voor mij zelden nog de mogelijkheid om uit te gaan van de belevingswereld van kinderen en de kinderen wordt niet eens meer de gelegenheid geboden de nieuw ontdekte buitenwereld mee naar binnen te brengen, want ik dien vanuit de methode "Kleuterplein" te werken. De lesstof wordt van bovenaf bepaald, sluit niet meer aan en boeit daardoor vaak niet.  
De lessen zijn puur resultaat- en niet kindgericht, dit druist enorm in tegen mijn kleuterleidsterprincipes.  Er ontstaat hierdoor een middelmatigheid in het lesaanbod (alle juffen in Nederland bieden binnenkort dezelfde lesstof aan), want er kan niet meer worden ingegaan op de interesses en de gevoelige periodes van kinderen, waardoor overigens ook nog eens de individuele talenten van de leerkrachten onbenut blijven.

De identiteit van kleuters wordt door deze vorm van lesgeven meer dan ontkend, de kleuter in Nederland is zijn identiteit verloren en mag helemaal geen echte kleuter meer zijn, want wij gaan voorbij aan deze unieke levensfase, waarin wereldverkenning, verwondering, beleving en zintuiglijke waarneming centraal zouden moeten staan.  
Kinderen zouden vanuit eigen ervaring en beleving hun inlevingsgevoel moeten kunnen ontwikkelen en van daaruit moeten leren hun medemensen en hun omgeving met respect te bejegenen.  Hierdoor is een enorm hiaat in de ontwikkeling en de opvoeding aan het ontstaan, met alle gevolgen van dien.  Dit gebrek aan oerervaringen kan niet worden gemeten in zo'n observatie/registratiemodel op de korte termijn, maar zal zich pas op lange termijn gaan wreken.
Wij zijn de kweekvijver van een neurotische, egocentrische samenleving en daar wens ik niet aan mee te werken.

Te hoge eisen aan lerarenkorps
Tevens zorgt het feit dat onderwijsvernieuwingen als projectielen op ons worden afgevuurd, zonder de tijd om ze zorgvuldig te kunnen implementeren, voor de nodige frustraties.  Ik constateer dat ook mijn collega's balanceren op het randje van overspannenheid en dat hun het plezier in het lesgeven, door alle contemporaine eisen in het huidige onderwijsbeleid, wordt ontnomen.  Zover wil ik het bij mezelf liever niet laten komen.  
Ik lijd reeds aan beroepsdeformatie en oververmoeidheid, ik verwaarloos mijn familie en vrienden, heb weinig tijd om de actualiteiten bij te houden en besteed vrije dagen en weekenden aan mijn job en dit alles terwijl ik slechts parttime werk.  Mijn lichaam is moe en mijn hoofd draait overuren om alles op een rijtje te kunnen houden.  Nadat ik van een collegaatje hoorde dat ze het afgelopen weekend geen enkel moment van rust en aandacht voor haar gezin had weten in te bouwen, wist ik dat het niet alleen mijn probleem was.

De eisen, die ons worden gesteld, grenzen aan waanzin.  Daarnaast wordt op deze wijze ook nog eens een latente burgerlijke ongehoorzaamheid gecreëerd, omdat onmogelijk aan alle eisen kan worden voldaan.  Het weten, dat bij alle activiteiten onzorgvuldigheid de boventoon voert, omdat ook het onmogelijke, in onvoldoende mate, helaas direct gedaan moet worden, brengt ook veel frustratie met zich mee.
Résumé : iedereen werkt zich te pletter, maar niemand houdt daar nog een voldaan gevoel aan over.  Het werk is namelijk nooit af en de kans om de zorgvuldigheid te betrachten, waar ieder kind recht of heeft, wordt ons ontnomen door het enorme aan ons opgelegde pakket aan eisen.  Na gedane arbeid is het niet meer goed rusten in het hedendaagse onderwijs.

Sociaal contact onder druk
Ook het contact tussen de teamleden heeft onder deze werkdruk vreselijk te lijden.  Wij hebben op onze school een geweldig team, maar de momenten waarop je met collegae van gedachten kunt wisselen zijn spaarzaam geworden.  Zij zijn door hun drukke werkzaamheden slechts passanten, die je in de gang groet.  Indien een van de collega's een zware periode doormaakt, maakt hij/zij dat kenbaar via de mail, omdat er te weinig gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek.  
Het sociale aspect is verschraald door de werkdruk.  Ooit vielen ouders bij het binnenkomen als een blok voor onze school, zonder enig methodisch achtergrondverhaal te hebben aangehoord, omdat ze vonden dat ze in een warme, blije sfeer stapten waarvan ze hun kind graag deel wilden laten zijn.

Conclusies
Ik kan alleen maar constateren dat ik vaak het dubbele aantal uren werk van mijn wettige aanstelling en daarin voornamelijk met secundaire zaken bezig ben om aan de buitenkant te voldoen, in plaats van dat ik (in een tijd waarin de behoefte aan een warme, veilige plek voor kinderen alleen maar groter is geworden) bezig ben met de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen in mijn groep en daar pas ik voor.
Neem daarnaast ook nog de cabareteske plannen op het gebied van passend onderwijs en zorg op maat.  Wat een giller, we zijn er nooit verder van verwijderd geweest en die afstand groeit nog steeds!
Mijn ambities liggen echt op een hoger niveau, ik wil niet dat mijn onderwijsaanbod economisch inzetbare pionnetjes aflevert, maar ik wil streven naar een maatschappij met sociaal vaardige en respectvolle mensen, waar ik mijn steentje aan heb mogen bijdragen. Onderwijs is dé investering in onze toekomstige samenleving en grote zorgvuldigheid is daarbij geboden. 
Mijn besluit ligt daarom vast : ik ga stoppen met het geven van onderwijs, ik heb namelijk niets meer te verliezen, mij is alle zin in en van het lesgeven ontnomen. De kleuter in Nederland heeft zijn bestaansrecht verloren.  Ik geef de strijd op."


&&&

Een ander, opmerkelijk geluid komt van de Franse ex-professor filosofie Anne-Sophie Nogaret. Met haar boek 'Du Mammouth au Titanic' levert zij een striemende kritiek op het onderwijssysteem in haar land. De boekrecensie op amazon.com luidt als volgt :

"Chronisch absenteïsme, onbeleefdheid, geweld, desinteresse, multiculturalisme onder de leerlingen, hiërarchische capitulaties, ideologische blindheid, schandalige beoordelingsinstructies op het baccalaureaat van de instelling : een leerkracht vertelt wat ze de afgelopen tien jaar in het voortgezet onderwijs heeft meegemaakt.
En het resultaat is verschrikkelijk. In minder dan tien jaar tijd is het niveau letterlijk ingestort. En dat blijkt niet alleen uit internationale PISA-studies, maar ook uit de resultaten van het studiejaar 2017. Het is duidelijk dat studenten in het laatste jaar van hun studie vaak niet in staat te zijn om een eenvoudige tekst van een paar regels te begrijpen en wel omdat ze hun eigen taal niet meer beheersen. En het gaat om studenten die toch allemaal hun baccalaureaat behalen... Leraren zijn ervan overtuigd dat gezag onderdrukking is en dat welwillendheid, ook al dient die feitelijk alleen maar om lafheid te verbergen, hen weerhoudt om een verontrustende realiteit onder ogen te zien Ze zijn het slachtoffer van een systeem en merkwaardig genoeg doen ze er alles aan om ditzelfde systeem te redden. Maar vandaag de dag is de alarmdrempel overschreden en slechts één uitdrukking vat samen wat er gaande is: een gigantische schipbreuk."

Kijk ook even naar dit interview met Nogaret :




















zaterdag 13 juni 2015

Houdbaarheidsdatum oliedollarsysteem overschreden

Samen met de Nederlandse econoom Albert Spits ben ik van mening dat ons financieel stelsel, gebaseerd op de petrodollar, onhoudbaar is geworden.  In 1971 besliste de Amerikaanse regering om de goudwisselstandaard, vastgelegd in het Bretton Woods akkoord van 1944, te verlaten.  Sindsdien hebben we alleen meer schulden opgebouwd, omdat er geen schuldliquidatiemiddel meer was, zoals goud door de eeuwen heen is geweest.
Spits, die een expert is op het gebied van de Oostenrijkse School voor Economie en een deskundige met betrekking tot langjarige cycli en marktpsychologie, zet zijn visies regelmatig uiteen op vrijspreker.nl.  Hij ziet het ook niet meer goed komen met de Eurozone :


"Feitelijk is de hele schuldencrisis in het westen, en dus niet alleen in de eurozone, een wake up call, dat ons financieel-economische stelsel sinds de afschaffing van Bretton Woods in 1971 aan het einde is gekomen van haar houdbaarheidsdatum.  Zoals meerdere malen gezegd, de schulden zijn nu van een dergelijk enorme omvang dat deze nooit zullen worden terugbetaald.  Dat is niet alleen zo in Griekenland, doch ook in andere eurozonelanden zoals Spanje, Italië, Portugal enz.

Waarom ik altijd refereer aan het schuldverzadigingspunt is dat schulden zo hoog zijn opgelopen, dat ze de productiecapaciteit van de economie overvleugelen.  Met andere woorden, de productie is niet meer in staat om de schulden af te betalen of de rente te financieren.  Dat betekent natuurlijk een bankroet.  Nagenoeg alle westerse banken zijn insolvabel.  De regels van Bazel II om verhoogde buffers aan te houden zijn niet meer dan een façade om te verhullen dat banken niet meer in staat zijn om kapitaal uit te lenen.  
Sowieso zijn de solvabiliteitseisen een lachertje, want een 3% kapitaalbuffer is enorm laag voor welk bedrijf dan ook.  Ik zie dus dat er een enorme schuldsanering gaat komen en dat dat onvermijdelijk is.  IJsland en Argentinië zijn hen al voorgegaan in het afgelopen decennium.  De eurozone met een bankenunie is eigenlijk een samenkomst van alle insolvabele bankinstellingen.

De geschiedenis is heel duidelijk, er is zoveel schuld opgebouwd in de afgelopen 40 jaar, dat de productieve sector werd gekannibaliseerd door de financiële sector.  Bijvoorbeeld Nederland had in de jaren 60 een productiequotum van bijna 30%, in de jaren 70 was het al teruggezakt naar 23% en nu is het nog maar 12%.  Dit terwijl de financiële sector het grootste deel van het kapitaal opzoog in de vorm van aandelenhandel, obligaties, hypotheken en de derivatentijdbom (ca. $800 biljoen).  Veel productie ging naar landen buiten het westen en men is zich hier gaan concentreren op de financiële dienstverlening. Daar ligt de bron van de ellende die we nu hebben, want nu is de financiële sector aan de beurt voor de sanering.

In een deflatoire depressie gaan de rentestanden alleen maar omlaag.  We zullen waarschijnlijk zelfs een rentestand van 0,10% zien voor 10-jarige obligaties in Nederland. Zelfs de junkbonds laten steeds lagere rentes zien en dat is tekenend. Men is naarstig op zoek naar veiligheid en een beetje rendement, vandaar ook de vlucht naar de enige reservemunt, de dollar.

Mario Draghi, de president van de Europese Centrale Bank, heeft in feite nu met de kwantitatieve verruiming de handdoek in de ring gegooid.  Om de economie aan te zwengelen met helicoptergeld koopt hij heel veel obligaties op met euro's, maar wat hij niet beseft is dat dat monetaire inflatie betreft, die nooit een deuk zou kunnen slaan in de deflatoire schuldencrisis die we nu meemaken.  Het wegvallen van het kapitaal als gevolg van de inzakking van de vastgoedmarkt, de aandelenmarkt en straks de obligatiemarkt van de hogeschuldlanden kan nooit worden gecompenseerd met M0 of M1.  M3 is namelijk 8x zo groot als M0 en een inzinking van 50% betekent dat Draghi de monetaire geldhoeveelheid met 400% moet verhogen.  Dat houdt in dat alle nieuwe obligaties moeten worden opgekocht door Draghi.  Ergo, er is geen private markt meer voor obligaties die de prijs kunnen bepalen.  Mario Draghi heeft zichzelf schaakmat gezet." 


Bron : vrijspreker.nl ("Capitulatie Eurozone")



maandag 1 juni 2015

Welvaart zonder groei

De boodschap van de Britse econoom Tim Jackson klink behoorlijk revolutionair in deze economisch moeilijke tijden.  Jackson is professor duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Surrey en auteur van het invloedrijke boek 'Welvaart zonder groei'.

In een notendop komt zijn pleidooi hierop neer: om onze economische motor draaiende te houden moeten zowel productie als consumptie blijven groeien. Alleen bereikt groei op een bepaald moment zijn plafond, om de simpele reden dat de middelen van de aarde eindig zijn : haar capaciteit om te geven (grondstoffen en natuurlijke rijkdommen) en op te nemen (afval en uitstoot) geraakt uitgeput.   Dat is een grens die we simpelweg niet kunnen overschrijden.


Het onvermijdelijke gevolg is dat we een heel ander economisch systeem dienen te ontwikkelen met vooral een nieuwe definitie van welvaart.  Welvaart die niet alleen bepaald wordt door de massale beschikbaarheid van consumptiegoederen, maar ook door de sociale cohesie van de samenleving en de gezondheid van onze leefomgeving.  In Jacksons visie is er nog plaats voor beperkte, duurzame groei, maar die gecompenseerd wordt door investeringen in (openbare) diensten en het herstel van onze natuurlijke omgeving.  Het resultaat is een systeem in evenwicht dat onze planeet respecteert en niet uitput.  Het is een immense uitdaging, maar volgens Jackson rest ons geen andere keuze.


Meer en meer politieke en economische leiders nemen zijn denkbeelden ernstig.  En in de academische wereld is het groene duurzaamheidsdenken al langer ingeburgerd, getuige onder andere de Cradle to Cradle-beweging, die een productie zonder afval bepleit, of het Amerikaanse Millennium Institute.

Dit is hét dilemma in het duurzaamheidsdebat: moeten we minder gaan consumeren of volstaat groene groei ?  Tim Jackson is hierover helder.  Hij rekent voor dat het halen van klimaatdoelen een illusie is, als we even hard blijven groeien als nu.  Hij pleit daarom voor een wereldeconomie die niet of nauwelijks groeit.  Ook vindt hij dat we een eenvoudiger leven moeten leiden.  Hij brengt dit zelf in de praktijk door bijvoorbeeld geen auto te rijden.

Jarenlang onderzoek
Jackson's mening steunt op jarenlange research.  Bijvoorbeeld over hoe effecten op het milieu beter in het Bruto Nationaal Product (BNP) tot uitdrukking kunnen worden gebracht.  En ook over de kosten van CO2 - reductie.  Tijdens zijn werk stuitte hij op innerlijke tegenstrijdigheden in het economisch stelsel.  "Om winst te maken, moeten bedrijven onnodige verspilling tegengaan.  Maar tegelijk moeten ze zoveel mogelijk produceren en verkopen."

De Britse onderzoeker begreep dat in de onderliggende structuur van de economie een weeffout zit. In 2004 kreeg hij de kans om dieper op die materie in te gaan.  Met een team van economen, sociologen en psychologen startte hij een wetenschappelijk project dat de welvaart wilde herdefiniëren.  Hiervan was het boek Welvaart zonder Groei een uitvloeisel. Bewust niet geschreven als een doorsnee wetenschappelijk werk: "Ik wilde goed begrepen worden, omdat het om een netelige kwestie gaat die bovendien deels indruist tegen onze intuïtie."
Hoezo?  "We associëren groei vaak met iets positiefs.  Want we willen onze oogsten en kinderen zien groeien.  En we hebben een verlangen naar nieuwe spullen.  Mensen ontlenen hun identiteit daaraan. Daar komt bij dat we zijn grootgebracht met het idee dat we een probleem hebben, zodra de economie stokt."

Niet alleen materie, ook andere waarden zijn belangrijk
Hét punt van Jackson is dat ons begrip van welvaart te eenzijdig leunt op groei in economische zin.  We drukken onze economie uit in BNP.  Jackson geeft aan dat deze term louter is gebaseerd op productie, maar niet noodzakelijk ook op een beter leven.  Onze investeringen gaan vooral naar het nog efficiënter maken en verder verhogen van productie. Daardoor tarten we de grenzen van wat de aarde aankan.  Jackson: "Bedrijven en politici wakkeren dat vuur aan.  Door mensen aan te moedigen om, met geld dat ze niet hebben, dingen te kopen die ze niet nodig hebben.  Om een niet blijvende indruk te maken op mensen om wie ze niets geven."  Volgens Jackson ontkent dit de werkelijke menselijke aard. "Er is meer dan het verlangen naar steeds maar meer.  We hebben ook andere instincten. We weten dat het goed is dat groei soms stopt, zoals bij onze kinderen.  We zien aan obesitas dat meer voedsel niet altijd beter is.  En zelfs arme mensen zeggen in onderzoeken dat het hen om meer gaat dan alleen voedsel of geld.  Ze vinden waardigheid, kansen en andere immateriële zaken ook belangrijk."

Verder groeit het besef dat we leven op een planeet met beperkte grondstofvoorraden.  En dat steeds maar meer groei kan leiden tot uitputting.  Jackson: "Dat denken is lang onderdrukt in de westerse samenleving.  Dat kwam door een groot geloof in de kracht van het op groei gebaseerde model, dat in de jaren negentig hoogtij vierde.  Het optimisme over democratie en vrije markt was na de val van de Muur enorm.  We dachten even het succesrecept te hebben verworven. Economische groei leek maakbaar, afspraken over economie en ecologie op wereldschaal leken haalbare kaart.  Nu zijn we erachter hoe moeilijk dat is."

Groene groei is niet het antwoord
Voor Jackson staat vast dat het anders moet.  Groene groei is volgens hem niet het antwoord. Initiatieven in die richting, denk aan energie-efficiënter produceren, zijn volgens hem op zichzelf niet verkeerd.  Want ze gaan uit van goede intenties en helpen bij bewustwording en verduurzaming.  Jackson: "Maar het probleem van een systeem dat steeds vraagt om meer productie lossen we daarmee niet op.  Op macro-economisch niveau blijft dan de prikkel bestaan om onze eindige planeet steeds verder uit te putten.  Het groeien gaat nu veel sneller dan het vergroenen, maar het moet juist andersom."

Zo'n economie zonder groei is niet gemakkelijk te realiseren, geeft hij grif toe.  Jackson: "Dat vergt een volledig andere structuur waar we langzaam aan moeten bouwen.  We kunnen de motor niet van de ene op de andere dag stoppen. Want de behoeften van consumenten zijn het cement in het huidige systeem.  Ze zorgen voor stabiliteit.  Als mensen minder kopen, moeten bedrijven inkrimpen, raken mensen werkloos.  Dan kopen deze werkloze mensen nog minder, waardoor bedrijven weer moeten krimpen en ga zo maar door."

Anders winst maken
Jackson vindt dat we anders winst moeten gaan maken.  "Winsten in het verleden waren vaak hoog, omdat we een deel van de rekening niet betaalden.  Denk aan te weinig milieukosten bij het winnen van fossiele energie of veel te lage arbeidskosten voor onze kledingproductie."  De hoogleraar geeft toe dat hij er ook nog niet uit is hoe de nieuwe economie er precies moet uitzien.  Wat hij wel weet, is dat we moeten focussen op een transformatie naar een andere, minder op alleen groei gebaseerde orde.  "En dat we af moeten van het huidige systeem dat is geënt op consumentisme en het speculatieve financieel systeem.  Die dingen passen niet bij een economie zonder groei."

Hij gelooft nog wel in kapitaal.  Volgens hem is het niet zo dat er geen geld meer is.  Er zijn nog steeds mogelijkheden tot economische herstructurering, maar het gaat allemaal naar het oude, falende systeem.  Investeringen vervullen in zijn visie wel een sleutelrol. Daarvan neemt het belang volgens hem zelfs toe.  "We moeten investeren in de waardegoederen die onze toekomstige welvaart waarborgen.  In productie van hoge kwaliteit, met minimale schade voor milieu of gezondheid, en een productieketen waarin werkers eerlijk worden beloond.  Bij zulke investeringen moeten we ons niet laten leiden door maximale winst. Centraal moet staan wat de waarde is die ze hebben voor toekomstig welzijn.  Denk aan duurzame energie of een duurzamere voedselketen.  Maar ook sociale investeringen, bijvoorbeeld in gemeenschappelijke voorzieningen, zoals theaters, zwembaden of buurthuizen."  

Mentaliteitsverandering noodzakelijk
Een omslag naar een meer sobere levensstijl is noodzakelijk.  Jackson: "Uit onze wetenschappelijke bevindingen blijkt dat een minder materialistische en milieubelastende levensstijl kiezen beter is voor je welbevinden.  Maar dat is niet gemakkelijk.  Je komt in conflict met de heersende opvattingen.  Als je besluit om geen auto te hebben of geen verre vakantiereizen te maken, moet jij je verdedigen. Dat begint al bij jonge kinderen.  Die krijgen voortdurend signalen dat ze dingen nodig hebben om erbij te horen en gelukkig te zijn.  De macht van merken is enorm."

"Welvaart zonder groei zal de levenskwaliteit van veel mensen verbeteren.  Er zijn er natuurlijk die altijd die winnen en anderen die verliezen, en zij die verliezen hebben in het huidige systeem behoorlijk wat macht.  Dus dat is een probleem.
Echter veel van wat ik voorstel gaat net over het verbeteren van de levenskwaliteit, op een behoorlijk specifieke manier. Op het gebied van sociale cohesie, evenwicht tussen werk en vrije tijd, familieleven, leefomgeving enz.  Dat zijn dingen die belangrijk zijn en niemand in de politiek is daarmee bezig.  Want we moeten het consumptiesysteem in stand houden.

Er is wel het latente bewustzijn bij veel mensen dat de manier waarop we bezig zijn zinloos is.  Dat we sneller en sneller moeten lopen om op dezelfde plaats te blijven.  En er beginnen sociale verzetsbewegingen op te komen.  Vooral jongeren zijn er zich pijnlijk van bewust dat de toekomst er erg onprettig zal uitzien als we zo doorgaan.  Dat er minder keuzemogelijkheden zullen zijn, grotere verschillen tussen rijk en arm, meer economische stabiliteit door ecologische verarming.  Veel mensen proberen ook al eenvoudiger en zuiniger te gaan leven.  Maar dat is niet genoeg.  Ook het macro-economische systeem zal moeten veranderen".


Dit artikel is een bewerking van 2 interviews met Tim Jackson : zie hier en hier.










zondag 17 mei 2015

De schuldencrisis is een beschavingscrisis

Het lijkt wel of in onze tijd alle mogelijke crisissen zich tegelijkertijd manifesteren : de financieel-economische crisis die onophoudelijk blijft knagen aan onze welvaartsstaat, de milieu- en klimaatproblematiek die niet opgelost raakt, het energievraagstuk en de zinloze geweldpleging door zich radicaliserende groepen.
Wat ook bijzonder opvalt is de stuurloosheid, de onmacht van regeringen en beleidsbepalers tegenover deze uitdagingen.

Weinigen hebben de onderliggende grondoorzaak van deze negatieve ontwikkelingen zo scherp aangeduid als Rob Riemen, cultuurfilosoof en oprichter van de humanistische denktank Nexus.  Daarom selecteerden wij voor u het volgende interview van 21 februari 2012, overgenomen van Trouw.nl.


"De schuldencrisis is eigenlijk een beschavingscrisis"

Werkelijke vrijheid betekent : vrij zijn van het najagen van begeerten en behoeftes, geen slaaf zijn van je driften. Dat zegt cultuurfilosoof Rob Riemen.  De schuldencrisis is volgens hem het gevolg van een perverse vorm van vrijheid.

"De schuldencrisis beheerst de krantenkoppen.  Maar al die aandacht voor de financeel-economische problemen is misplaatst.  Want we hebben vandaag te maken met een veel dieper vraagstuk : een beschavingscrisis.  Zolang we dat niet onderkennen, lossen we ook de schuldencrisis niet werkelijk op."

Dat zegt cultuurfilosoof Rob Riemen, oprichter en directeur van het Nexus Instituut.  Riemen kreeg veel aandacht met zijn boek 'De eeuwige terugkeer van het fascisme', waarin hij Geert Wilders en de PVV kenschetste als het prototype van hedendaags fascisme. Sindsdien ijvert de Partij voor de Vrijheid voor stopzetting van de overheidssubsidie aan het Nexus Instituut.

We hebben te maken met een beschavingscrisis, zegt u.  Hoezo ?

"De beschavingscrisis komt voort uit het gegeven dat de mens een wezen is met een dubbele natuur.  Enerzijds heeft de mens een fysiek en aards bestaan.  Hij heeft driften en instincten.  De mens is een dier.  Als hij zijn driften ongebreideld botviert, als hij het dier in zichzelf de teugels geeft, is de mens gewelddadig.

Maar de mens heeft ook een andere kant.  Hij is een geestelijk wezen dat de wereld van ideeën en de kracht van de verbeelding kent.  De mens is in staat om de grote ideeën die het leven waardevol maken, te kennen.  Vrijheid, waarheid, goedheid, vriendschap, liefde, schoonheid, compassie, rechtvaardigheid, wijsheid.

De basis van elke beschaving en elke moraal is het besef dat de mens zijn identiteit ontleent aan wat hij moet en kan zijn, aan zijn potentie : drager van onvergankelijke waarden die een uitdrukking zijn van menselijke waardigheid en menselijke grootheid.

Maar het besef aan de universele, geestelijke waarden zijn we in onze postmoderne, nihilistische samenleving verloren. De grote waarden zijn zonder betekenis geworden omdat alles gezien wordt als relatief en subjectief.  Mijn waarheid en mijn gelijk zijn net zo goed als die van jou.  Alles kan alles betekenen, en dus betekent het niets meer.  Dat is het karakter van de huidige beschavingscrisis."

Wat is daarvan het gevolg ?

"Beschaving is altijd maar een heel dun vernislaagje dat het gewelddadige beest in de mens bedekt.  Op het moment dat we de absolute, geestelijke waarden vergeten, verdwijnt het laagje vernis en rest ons niets anders dan het najagen van onze driften.

Het verlies van waarden en cultuur kan uiteindelijk alleen maar leiden tot een eindeloze spiraal van geweld.  Dat hebben we in de loop van de 20ste eeuw in zijn volledige en verschrikkelijke omvang ervaren.  Maar geweld kan ook andere vormen aannemen, zoals roofbouw op het milieu of op de economie.  De beschavingscrisis van vandaag ligt ten grondslag aan alle andere grote, actuele vraagstukken.

Van de milieu- en klimaatcrisis, als gevolg van overvloedig consumeren, tot aan de krediet- en economische crisis, als gevolg van het blind najagen van bonussen en financieel gewin. Ook de huidige schuldencrisis is het gevolg van onbeheerste welvaartsgroei, gefinancierd op kosten van de toekomst.  Blind en onbeheerst najagen van begeerten is een vorm van geweld."

De beschavingscrisis is volgens Riemen een perverse uiting van een op zichzelf uiterst waardevol ideaal : vrijheid.  
Riemen : "In het midden van de 19e eeuw zagen we in Europa en de rest van de westerse wereld de opkomst van de democratie.  Eindelijk wist de samenleving zich te bevrijden van het juk van kerk, aristocratie, vorsten en feodale structuren.

De idee van de individuele vrijheid deed haar intrede in de westerse geschiedenis.  Europa stond op de drempel van een vrije samenleving waarin grenzen konden worden geslecht, individuele vrijheid werd gerespecteerd en geestelijke waarden die de beschaving schragen, werden gecultiveerd.  Er ontstond een democratische rechtstaat met instituties waarmee de vrijheid werd vormgegeven en gegarandeerd."

Maar wat ging er dan mis ?

"Vrijheid komt met verantwoordelijkheid.  Wie zegt : ik ben vrij, zegt ook : ik ben verantwoordelijk.  Gelijktijdig met de opkomst van de individuele vrijheid ontstond een angst voor de verantwoordelijkheid die vrijheid met zich meebrengt.
Werkelijke vrijheid is vrijheid van geest.  Werkelijke vrijheid betekent : vrij zijn van het najagen van begeerten en behoeftes, geen slaaf zijn van je driften.  Het betekent de overwinning van de fysieke, dierlijke kant van de dualistische mens.

Maar geestelijke vrijheid komt je niet zomaar aanwaaien.  Het kost moeite en tijd, het vergt inspanning en studie, het vraagt verantwoordelijkheid.  Dat schrikt af.  En zo onstaat angst voor de vrijheid en krijgt vrijheid voor we het weten een gemakkelijke vorm : een fysieke vrijheid."

De westerse cultuur is in diepste zin een gelijkheidscultuur, zegt Riemen. "In de joods-christelijke traditie enerzijds is elk mens in de ogen van God gelijk.  In de seculiere traditie van het Europees humanisme anderzijds bestaat het gelijkheidsideaal in de idee dat de ware identiteit van de mens niet schuilt in wat hem van anderen onderscheidt (geld, macht, afkomst, geslacht, ras), maar juist in wat hem met de medemens verbindt.

De religieuze en humanistische tradities baseren het gelijkheidsideaal op absoluut geestelijke waarden : mensen delen de grote ideeën zoals liefde en goedheid, en worden juist daardoor met elkaar verbonden.  Maar in de moderne, nihilistische maatschappij is het gelijkheidsideaal geperverteerd tot de gedachte dat alles voor iedereen bereikbaar en toegankelijk moet zijn.  Zo ontstaat de massamaatschappij waarin iedereen hetzelfde wil hebben als de ander."

In zo'n maatschappelijke omgeving zien we een voortdurende tendens naar het laagste punt, meent Riemen.  "Alles wat moeilijk is - geestelijke ontwikkeling - wordt als antidemocratisch gekenmerkt omdat het niet direct en zonder inspanning bereikbaar en begrijpbaar is voor de massa.  Geestelijke ontwikkeling vergt inspanning en is alleen daarom al verdacht.  Zo wordt de gemaksmens geboren die zich gedraagt als een verwend kind dat zijn behoeftes en begeerten direct en zonder inspanning bevredigd wil zien.

Voor hem is vrijheid verworden tot het najagen van het gemakkelijke : zijn begeerten.  In de massamaatschappij van vandaag heeft 'vrijheid' een materialistische vorm aangenomen. Vrijheid wordt vertaald als de vrijheid om te kopen, te consumeren en te genieten van de genoegens van het leven. Voor de hedendaagse gemaksmens moet het leven eenvoudig en overvloedig zijn."

Wat is het antwoord op de beschavingscrisis ?

"Onderwijs en opvoeding zijn essentieel.  Goed onderwijs richt zich op geestelijke vorming. Vanzelfsprekend hebben we ook technische en praktische kennis nodig, maar dat hoort niet het hart uit te maken van onderwijs.  Dat hart moet bestaan uit de kunsten en de humaniora : taal, literatuur, filosofie en geschiedwetenschappen.

Die vakken leren je om vragen te stellen en open te staan voor mensen die anders zijn, anders denken en een andere culturele achtergrond hebben.  Ze vormen de basis van een open, democratische en vrije samenleving en helpen om kritisch te kijken naar jezelf en de maatschappij, en om een tegengewicht te bieden aan plat consumentisme." 

Bron : trouw.nl








maandag 27 april 2015

Naar wie niet werd geluisterd : de eerste eurocritici

De euro, een artificiële munt want niet uitgegeven door een echte soevereine natie en niet onderbouwd door reëel onderpand zoals goud, is uitgedraaid op een fiasco. De eenheidsmunt is een megalomane constructie geweest van technocraten en politici met de bedoeling een monetaire unie op te richten als opstap naar een politieke unie.  Niet alleen is in de wereldgeschiedenis een dergelijk project nog nooit gelukt, de Europese volkeren werden over deze ingrijpende verandering helemaal niet geraadpleegd.

De euro heeft, in tegenstelling tot de oorspronkelijke bedoeling, de economische, commerciële, sociale en budgettaire verschillen tussen de Europese staten ernstig verscherpt.  
De structurele verschillen tussen vooral de zuiderse tekortlanden (met een negatieve handelsbalans) en noordelijke surpluslanden (positieve handelsbalans) werden nu pas echt goed zichtbaar.  Toen landen als Ierland, Griekenland en Spanje toetraden tot de euro, daalden hun rentevoeten van soms boven 10% tot bijna het niveau van de Duitse rente. Vele lidstaten en hun ingezetenen hebben dit niet reëel financieel-economisch verworven voorrecht onverstandig aangewend om op grote schaal onhoudbare schulden aan te gaan. Ze deden dit omdat dergelijke euroschulden als risicoloos werden beschouwd want met een sterke Duitse economie als 'onderpand'.  Duitsland heeft echter nooit formeel ingestemd met een transferunie zoals die wel bestaat in de Verenigde Staten.  Bovendien hebben zowel de ECB als de Europese Commissie toegestaan dat de schulden- en tekorten inperkende Maastrichtnorm werd losgelaten.

Tegelijkertijd investeerden de Europese banken massaal in de overheidsobligaties van bankroete landen, die inderdaad niet in staat zijn intresten of kapitaal terug te betalen. Volgens de bekende Franse analist Charles Gave is maar liefst 70% van het Europese bankensysteem failliet.

Om de budgettaire ontsporingen van regeringen tegen te gaan, zijn de Europese beleidsmakers vervolgens overgestapt op een beleid van zeer lage rente, besparingen ("austerity") en belastingverhogingen.  Met nefaste gevolgen voor de midden- en onderklasse.

Samengevat is de muntunie medeverantwoordelijk voor de creatie van failliete landen en banken.   Oplopende werkloosheid, sociale ellende en economische stagnatie mogen haar eveneens worden aangerekend.


=======

In februari 1997 schreef een groep van 70 Nederlandse economen in de Volkskrant : "De EMU die nu op stapel staat, legt niet de basis voor een moderne Europese sociale welvaartsstaat maar zal daarentegen tot meer werkloosheid en sociale spanningen leiden...."  Ze preciseerden daarbij nog dat "arbeid de rekening van genoemde economische schokken gepresenteerd krijgt : in de vorm van werkloosheid, loondaling en verdergaande flexibilisering".  En dat de eurolanden "belangrijke instrumenten voor macro-economisch beleid zullen verliezen".  Dit gold volgens hen vooral voor wisselkoersaanpassingen.

Niet alleen in Nederland had men kritiek op de invoering van de euro, ook in Duitsland waren economen aanvankelijk bijzonder sceptisch.  Reeds op 11 juni 1992 publiceerden 60 Duitse economieprofessoren een manifest waarin ze o.a. waarschuwden voor de risico's van een Economische Monetaire Unie (EMU) met gemeenschappelijke munt : "De overhaaste invoering van een EMU zal economische spanningen veroorzaken die in de nabije toekomst kunnen leiden tot een politieke scheidingstest en dus een gevaar vormen voor de integratie van West-Europa".

Nadat in 1998 de EMU werd goedgekeurd door de Bundestag, was kritiek echter niet meer gewenst.  Hans Reckers, toen voorzitter van de Hessischen Landeszentralbank, ondervond het in april 2000 toen hij zijn twijfels uitsprak over het toetreden van Griekenland.  De financiële markten reageerden hierop negatief en Reckers werd door Ernst Welteke, president van de Duitse centrale bank, op de vingers getikt.  In 2011 beweerde Reckers dat alle 15 leden van de toenmalige bestuursraad van de Bundesbank van mening waren dat het toelaten van Griekenland een vergissing was.

De Britse topeconoom Bernard Connolly werkte in 1996 bij de Europese Commissie tijdens het schrijven van zijn veelbesproken boek "The rotten heart of Europe : the dirty war for Europe's money."  In dat werk voorzag Connolly reeds vele van de huidige problemen van de EMU : (...) het Europees wisselkoersmechanisme en de EMU zijn niet alleen inefficiënt maar ook ondemocratisch : ze vormen niet alleen een gevaar voor onze welvaart, maar ook voor onze vrijheid en uiteindelijk zelfs voor de vrede binnen Europa".
Naar aanleiding van zijn boek werd hij onmiddellijk ontslagen.  Daarnaast werd er een foto van hem bij de ingang van elk kantoor gehangen met het verbod hem binnen te laten. Connolly vocht zijn ontslag aan, maar verloor de rechtszaak.   Het Europees Hof van Justitie beoordeelde zijn beweringen als "agressief, minachtend en beledigend".  Er werd besloten dat de Commissie straffen uit mocht delen aan mensen die het imago of de reputatie van het instituut aantastten, en dat het ontslag dus rechtmatig was geweest. Europa bewees hiermee dat het de macht had om ongewenste commentaren te smoren.

Ook buiten Europa waren er behoorlijk wat bedenkingen over het euro-avontuur.  Een van de meest prominente eurocriticasters was de Amerikaanse Nobelprijswinnaar economie Milton Friedman.  In een opiniestuk uit 1997 waarschuwde hij voor het gevaar van externe schokken zonder de aanwezigheid van degelijk ingebouwde aanpassingsmechanismen.  Over Europa :"(...) Europa's gemeenschappelijke markt illustreert hoezeer die wel mismatcht met een eenheidsmunt.  Europa is samengesteld uit afzonderlijke landen, met inwoners die verschillende talen spreken, uiteenlopende gewoonten cultiveren en die een beduidend grotere band en loyauteit betonen tegenover hun eigen land dan ten aanzien van een eengemaakte markt of een zogenaamd "Europees" concept.  Ondanks de aanwezigheid van een vrije markt, bewegen goederen en kapitaal er minder vrijelijk dan in de Verenigde Staten".

De bekende Amerikaanse investeerder Jim Rogers kocht in 1999 al euromunten als collector's item.  De euro was volgens hem onhoudbaar vanwege het onderlinge verschil tussen de lidstaten : "Niemand heeft dezelfde economie en ze knoeien allemaal met de statistieken". 

Harvardprofessor en Amerikaanse regeringsadviseur Kenneth Rogoff noemde plannen voor de euro "halfgebakken" en "te groot om goed te zijn".  Volgens hem was de euro op een te grote schaal ontworpen en het product van een typisch Europese idealistische kwaal.

Zelfs Romano Prodi liet al in 1999, toen voorzitter van de Europese Commissie, uitschijnen dat er vroeg of laat problemen zouden komen : "Ik ben er zeker van dat de euro ons zal verplichten tot het creëren van een reeks nieuwe economische beleidsinstrumenten. Vandaag is dit politiek onhaalbaar.  Maar op een goeie dag zal er zich een crisis voordoen en zullen nieuwe instrumenten in het leven worden geroepen."

Ondertussen moet het iedereen duidelijk zijn dat al deze critici niet voor niets hun bezorgdheid hebben geuit. Het Griekse drama bewijst dat de euro, in tegenstelling tot het oorspronkelijke opzet, Europa meer verdeelt dan verenigt.

















woensdag 18 maart 2015

Vanop Mars ziet de wereldeconomie er zo uit


  • de economische groei, voornamelijk kredietgedreven, vertraagt en dat ondanks de sterk gedaalde olieprijs
  • productieve investeringen lopen terug
  • de wereldhandel stagneert
  • een overmaat aan ongebruikte industriële capaciteit
  • recordschulden in de privésector
  • opgeblazen centrale bankbalansen
  • een wankel bankensysteem van commerciële banken, zeker in Europa
  • fiscale en budgettaire impasse in de meeste grote landen
  • er woedt een internationale valuta-oorlog
  • overgewaardeerde aandelen-, obligatie- en vastgoedmarkten
  • grote ongelijkheid 1% rijkste deel van de wereldbevolking tegenover de rest
  • intenser wordende geopolitieke en militaire conflicten

Aangezwengeld door het neoliberale beleid van de opeenvolgende Anglo-Amerikaanse regeringen sinds de tachtiger jaren is er een financiële economie (waarbij geld wordt verdiend met geld) ontstaan die in omvang de reële economie (productie van goederen en diensten) volledig heeft overvleugeld.  Zo bedraagt de nominale waarde van de derivatenmarkt maar liefst negen keer het wereldBBP.  Als dusdanig vormt de reële economie het actief van het economisch systeem en de financiële economie het passief.   

Om deze fundamenteel onevenwichtige en instabiele constructie in stand te houden, zijn er krukken nodig.  Die krukken worden geleverd door de centrale banken, namelijk via kwantitatieve verruiming (QE) en nulrentepolitiek (ZIRP).

Dat de toegepaste remedies slechts lapmiddelen zijn, blijkt uit het feit dat er sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 niets ten gronde is verbeterd.  Alleen en uitsluitend de belofte van de centrale banken om continu geld in het systeem te injecteren houdt het kaartenhuis nog recht.  De aandelenwaarden die we vandaag zien werden vroeger slechts genoteerd aan de vooravond van grote beurscrisissen.  De speculatie op de financiële markten lijkt grenzeloos.  Toch is het mogelijk dat de beurzen nog doorstijgen tot in september-oktober.

Conclusie
Het door de centrale banken ingebrachte geld bereikt de reële economie van gezinnen en kmo's niet.  Het komt wel terecht in de financiële economie, waardoor de grote aandeelhouders, traders, grootbanken en topvastgoedbezitters het meest profiteren.  De aandelen-, obligatie- en vastgoedzeepbellen doen de mondiale kwetsbaarheid en instabiliteit toenemen.  De vraag is en blijft : wanneer komt de grote crash ?




vrijdag 20 februari 2015

Vier redenen waarom de wereldeconomie zal inzakken

David Stockman werkte als directeur voor het Office of Management and Budget onder president Ronald Reagan. Weinigen begrijpen de globale economie beter dan hij.
Op het financiële blog 'Peak Prosperity' zegt Stockman dat de wereldeconomie de inzinkingsfase heeft ingezet en wel om de volgende 4 redenen :

1. Het toenemende aantal wanhoopsmaatregelen van de centrale banken
Elke week is er wel ergens ter wereld een centrale bank die haar rente verlaagt om haar economie opnieuw op gang te trekken.  Een aantal landen heeft de rente nu negatief gemaakt, waardoor banken die geld overnacht willen parkeren daarvoor rente moeten betalen, eerder dan er geld voor te krijgen.
Volgens Stockman kan dit niet lang meer duren : centrale banken zijn de controle kwijt en verdedigen de race naar de bodem met de meest onsamenhangende theorieën.

2. Toenemende wanorde en volatiliteit op de financiële markten
De voorbije weken hebben de aandelenmarkten zich als dronken zeelui gedragen.  Maar daarachter zitten enkel een reeks robots en dagtraders die actief zijn tot iemand kan vertellen wat er nu echt in de wereld gaande is.


Bovenstaande grafiek maakt duidelijk dat de beurs niets meer te maken heeft met wat in de reële economie gebeurt.  De rente op Europese obligaties houdt geen steek meer, aldus Stockman.  Die is enkel gelinkt aan de belofte van Draghi om ze massaal op te kopen.  Maar alle Europese landen zitten gevangen in de schuldenval.  De risico's zijn enorm.  Komt daarbij de mogelijkheid dat de euro niet overleeft.  Wanneer straks de centrale banken wankelen (omwille van hun onevenwichtige balansen wegens ingekocht schuldpapier) zal de markt verplicht worden om de ware risico's van die zwakke landen in te calculeren.  Dat wordt een interessante, maar vooral sombere oefening.

3. Wereldwijde deflatie van grondstoffen en industriële prijzen
Het meest voor de hand liggende voorbeeld hiervan is de sterk gedaalde olieprijs.  Investeringen worden opgeschort, wat een ernstige deflatie van de grondstoffen- en industriële prijzen veroorzaakt.
Ijzererts noteert vandaag rond de 60 dollar, vergeleken met z'n piekprijs van 200 dollar.  

De Baltic Dry Index, een belangrijke graadmeter voor zeetransporten, noteert op zijn laagste peil sinds de start van de financiële crisis in 2008.  Dat komt door het overaanbod aan bulkschepen, gebouwd in de periode waarin centrale banken de wereld overspoelden met goedkoop geld (nulrentepolitiek).  Nooit eerder in de geschiedenis was er zo'n overaanbod aan ijzerertsmijnen, drogebulkcarriers, staalfabrieken, aluminiumfabrieken en noem maar op ...

4. De lage vraag ten gevolge van de enorme schuldposities
Volgens een studie van het bekende adviesbureau Mc Kinsey is de wereldschuld opgelopen tot 200.000 miljard dollar, vergeleken met 140.000 miljard dollar bij het begin van de crisis.  Sinds 2008 is de globale schuld dus met 60.000 miljard dollar toegenomen.  Maar in dezelfde periode is het globale BBP slechts met 15.000 miljard dollar gestegen, namelijk van 55.000 miljard naar zo'n 70.000 miljard.   De 60.000 miljard dollar die er door de monetaire stimulus van centrale banken is bijgekomen, hebben dus amper 15.000 miljard dollar aan nieuw BBP gegenereerd.  De conclusie hieruit kan iedereen zelf trekken ...  Over de wereldwijde - en Europese schuldenproblematiek : zie ook hier en hier.
China is volgens Stockman het typevoorbeeld van schuldontsporing.  In het jaar 2000 had land 2.000 miljard aan schulden uitstaan.  Vandaag is dat gestegen tot 28.000 miljard dollar.  Op een tijdspanne van 14 jaar is de Chinese schuld dus verveertienvoudigd.  Nooit in de wereldgeschiedenis heeft zich zoiets voorgedaan.
Niets wijst er op dan een economie - die grotendeels door een rigide staatsapparaat wordt geleid - 26.000 miljard dollar in bijkomende schulden kan genereren zonder massale inefficiënties en fouten in het systeem.  Tel daarbij dat het Chinese BBP sinds 2008 is toegenomen van 5.000 miljard dollar naar 10.000 miljard dollar vandaag.  Het land heeft met andere woorden 5.000 miljard dollar extra BBP voortgebracht terwijl tegelijkertijd de schuld is opgelopen van 7.000 miljard dollar naar 28.000 miljard dollar.  Terwijl het BBP over 14 jaar verdubbelde, noteren we nu maar liefst een verviervoudiging van de totale schuld ...

Dit zijn onhoudbare misvormingen, die maken dat ik slechts één woord kan uitroepen, besluit Stockman : "Gevaar !"

Bron : express.be